In de geestelijke wereld is het doen en laten van de mensen op de aarde zichtbaar en het vervult de lichtwezens met extra ijver om hen te helpen, omdat ze ook op de hoogte zijn van het aanstaande einde en van het lot van datgene wat op aarde faalt. De barmhartige liefde zet hen onophoudelijk aan tot helpen, maar de wil van de mensen weert hen vaak af en tegen de wil van de mensen in mogen ze niet handelen. Maar omdat ze ook de geestelijke toestand van de mensen zien, zijn ze ook op de hoogte van doeltreffende middelen en in volledige overeenstemming met de wil van God passen ze deze middelen toe die daarin bestaan op aardse gebeurtenissen in te werken.
Zo kunnen zowel vreugdevolle als ook onaangename gebeurtenissen het inwerken van die lichtwezens zijn, die hun beschermelingen willen redden of heenleiden naar God. Want God zelf heeft hen bij de mensen als geestelijke leiders geplaatst en het heil van de ziel van hun beschermelingen ligt hen daarom buitengewoon aan het hart. Ook zij kennen de zegen van het lijden voor alle mensen en daarom is het lijden vaak niet te ontgaan, ofschoon de lichtwezens vervuld zijn van liefde voor de mensen.
Maar een ziel gered te hebben, maakt ieder lichtwezen gelukkig, want dezen zijn immers op de hoogte van de eindeloos durende toestand van kwelling van het geestelijke dat opnieuw in de materie wordt gekluisterd. Tegenover deze toestand van kwelling is ook het grootste leed op aarde gering te noemen en om die reden passen de helpers het toe, doordat ze aards geluk verstoren en vaak zo smartelijk ingrijpen in het leven van een mens dat een liefdevol motief nauwelijks nog te herkennen valt, maar het is alleen liefde voor en zorg om de ziel van de mens die zich in het grootste gevaar bevindt. Want zolang ze nog op aarde vertoeft, wordt ze ook niet door haar geestelijke vrienden en leiders opgegeven. En omdat de tijd steeds korter wordt die u mensen nog overblijft tot het einde, worden ook de smartelijke ingrepen van de lichtwezens steeds veelvuldiger, want ze handelen in opdracht van God, ze zijn voor Hem toch medewerkers die in Zijn wil werkzaam zijn.
De mensen verzamelen steeds meer aardse goederen, ze zijn de wereld en haar vreugden steeds meer toegedaan, en daarom moet voor hen vaak aards geluk verstoord worden. Ze moeten de aftakeling van aardse goederen meemaken, ze moeten de banaliteit van de vreugden van de wereld leren inzien. En dat alles is slechts mogelijk wanneer het niet volgens hun wens verloopt, wanneer ze door slagen van het lot van allerlei aard gehinderd worden bij het ongeremd genieten van datgene wat ze nastreven. Dan is het mogelijk dat ze hun gedachten een andere richting geven en dan zou het aardse verlies een buitengewone geestelijke winst zijn. Dan hebben de lichtwezens de zege behaald en de zielen geholpen te leven, waar de zielen hen eeuwig dankbaar voor zullen zijn.
Het is voor alle lichtwezens duidelijk in wat voor een duisternis de mensen op aarde voortgaan en ze weten ook dat de wereld daar debet aan is. Daarom zijn hun inspanningen erop gericht, steeds maar de gedachten van de mensen van de wereld af te wenden en zij trachten dit te bereiken door middelen die hard en liefdeloos lijken, maar steeds gebaseerd zijn op de liefde, omdat ze één zijn met God en daarom ook vervuld zijn met liefde voor alle nog ongelukkigen op aarde.
Het is nog maar een korte tijd vóór het einde, maar deze korte tijd zal ook erg zwaar zijn, omdat alle zielen moeten worden aangeraakt die niet vrijwillig van de wereld afstand doen en zich naar God keren. En zo moet elke moeilijke belevenis, elke harde slag van het lot worden beschouwd en onderkend als reddingsmiddel dat met goddelijke toestemming nog bij de mensen moeten worden gebruikt die in gevaar zijn in de afgrond te zinken. Want iedere ziel heeft uit het hiernamaals haar helper en beschermer, die echter steeds haar wil in acht moet nemen, daar er anders waarlijk geen mens verloren ging, maar nog vóór het einde de terugweg naar God zou vinden.
Amen
VertalerEn el mundo espiritual las maquinaciones de los seres humanos en la Tierra resultan manifiestas, lo que a los seres de Luz estimula tanto más a ayudarles porque también saben del final cercano y la suerte de todo lo que en la Tierra falla. El Amor misericordioso los incita continuamente que ayuden, pero la voluntad de los hombres frecuentemente los rechaza - y ellos no deben actuar contra la voluntad de estos.
Pero como los seres de Luz también se dan cuenta del estado espiritual de los hombres, también saben de remedios eficaces a los que aplican en plena conformidad con la Voluntad de Dios - remedios que consisten en la interferencia en acontecimientos terrenales. Ahí puede tratarse de acontecimientos bienvenidos como también de terribles causados por aquellos seres de Luz - los que quieren salvar a sus protegidos o guiarlos hacia Dios. Pues Dios mismo los ha dado a los hombres por guías espirituales, por lo que la salvación de sus protegidos les significa mucho.
También saben de la bendición de los sufrimientos para todos los seres humanos, y por eso los sufrimientos frecuentemente son inevitables, a pesar de que los seres de Luz son amorosos con los hombres. Pero el haber salvado a un alma deleita a todos los seres de Luz, dado que estos son conscientes del estado atormentador en que se encuentra lo espiritual que, de nuevo, durante un tiempo eterno queda cautivo31 en la materia.
Ante este estado atormentador incluso el mayor sufrimiento en la Tierra resulta poco importante, y por eso los socorristas lo aplican destruyendo dicha mundana y frecuentemente interviniendo tan dolorosamente en la vida de un hombre que apenas ya se puede imaginarse un motivo amoroso para esto... pero se trata únicamente del amor y la preocupación por el alma del hombre que se encuentra en máximo peligro, pues mientras esta todavía se encuentre en la Tierra, sus amigos y guías espirituales no la abandonarán.
Y como el tiempo que a vosotros los hombres todavía os queda hasta el final es cada vez más corto, estas intervenciones dolorosas por parte de los seres de Luz se producen cada vez más frecuentes. Pues ellos actúan de parte de Dios, en su Voluntad, como colaboradores de Él.
Los hombres acumulan cada vez más bienes mundanos, se abandonan cada vez más al mundo y sus placeres, y por eso hay que destruir frecuentemente su dicha mundana. Pues deben experimentar el derrumbamiento de los bienes terrenales... deben aprender a reconocer la vanidad de los placeres mundanos. Y todo esto sólo es posible si las cosas no van como lo desean... si por golpes del destino de toda clase les está impedido el disfruto desenfrenado de todo lo que codician...
Entonces es posible que a sus pensamientos den una orientación, con lo que su pérdida material resultaría en una gran ventaja espiritual... entonces los seres de Luz han logrado la victoria y a las almas han ayudado a conseguir la Vida, lo que estas les agradecerán eternamente.
A todos los seres de Luz las tinieblas en que viven los hombres en la Tierra les resultan manifiestas, y también saben que el mundo tiene la culpa. Por eso siempre se esfuerzan por apartar los pensamientos de los hombres del mundo, pues procuran conseguirlo mediante remedios que parecen ser duros e insensibles, pero que siempre se basan en el amor porque estos seres son uno con Dios y por eso llenos de amor por todo lo desgraciado que todavía hay en la Tierra.
Sólo queda poco tiempo hasta el fin - un lapso que también será muy pesado, porque hace falta abordar todas las almas que no renuncian voluntariamente del mundo y que no se dirigen a Dios... De modo que hay que interpretar y reconocer cada experiencia pesada y cada golpe del destino como remedio de salvación - remedios que con el divino consentimiento aun hay que aplicarlos en los hombres que peligran hundirse en el abismo.
Amén.
Vertaler