De wereldse mens stelt zich tevreden met wat zijn lichamelijke zintuigen bevredigt. En hij mist niets als deze zinnen van hem vervulling ten deel valt, zelfs al gelooft hij in "geestelijk" genot te zwelgen en daaronder alleen een door middel van het verstand verworven goed verstaat; wanneer hij zich met een weten bezighoudt, dat weer alleen aardse zaken betreft. Hij voelt zich dus goed en mist niets. Want zijn ziel met haar wensen dringt zich niet op en ze kan zich ook niet op de voorgrond plaatsen daar het lichaam de overmacht heeft.
Maar de toestand van tevredenheid blijft niet of slechts heel zelden tot aan zijn dood bestaan, omdat zo'n mens zich meestal zelf lichamelijk te gronde richt, omdat ziektes of de toenemende ouderdom dat aardse genot of die vervulling van lichamelijke begeerten verbieden en de mens nu vaak gedwongen wordt om na te denken over zichzelf, over zijn leven en over de zin van het bestaan. En dan komt steeds weer de liefde Gods op hem af en probeert hem van de wereld af te houden. Hij tracht de ziel kracht te geven, opdat die de mens innerlijk beïnvloedt zich los te maken van het streven tot nu toe en zich te bevrijden van wereldse gedachten.
Maar de ziel zal alleen doordringen wanneer ze een zekere kracht heeft die echter van buitenaf tot haar moet komen. Door hulp die kan bestaan in goede conversatie, geestelijke gesprekken of het overbrengen van het goddelijke woord, door goede boeken of door een liefdevolle voorbede van een medemens. Daarvan komt nu kracht naar de ziel om nu ook op het lichaam in te werken. En dan kan een langzame verandering van het denken plaatsvinden en kan de rest van het aardse leven toch nog goed worden benut voor het rijp worden van de ziel.
Ziekte, ongeluk en aardse nood zijn daarom noodzakelijk voor de mensen die zich al te zeer aan de wereld overgeven, en vaak de beste en enige middelen om ook de oppervlakkigheid van de wereld te leren inzien. En hoe meer de mensheid de blik op de wereld richt, des te meer worden deze middelen gebruikt en treden ze steeds meer aan het licht. En daarom zullen vergroot levensgenot, overmatige aardse vreugden en het zinnen verlustigende optreden van wereldse zijde steeds vergezeld gaan van verschijnselen van negatieve aard, van ongevallen, ziektes en op de voorgrond tredende ellende waaraan buitensporig levensgenot ten grondslag ligt.
In zekere zin moeten de mensen al aan het eigen lichaam de verwoestende uitwerkingen ervaren die genotzucht en onmatigheid tevoorschijn roepen. En ze moeten daardoor leren inzien wat het lichaam eigenlijk is en wat het leven hun tot nu toe heeft opgeleverd. Want andere middelen hebben bij dergelijke wereldse mensen geen resultaat. Maar deze kunnen nog bereiken, waartoe voorstellingen en goede gesprekken niet in staat zijn, dat ze afstand nemen van de wereld en ontsnappen aan het grootste gevaar, erdoor te worden verslonden.
Daarom moet ook al het schijnbare onheil in de laatste tijd worden beschouwd als goddelijke wil of toelating dat ook nog een zegenrijke uitwerking kan hebben, ofschoon het kwaadwillige aanleiding heeft of ook getuigt van het werkzaam zijn van de tegenstander. Steeds kan het ook mensen tot bezinning brengen en het zich afkeren van de wereld tot gevolg hebben. En dan is de ziel van deze mensen behoed voor een veel erger lot nadat ze zijn weggeroepen van de aarde.
Amen
VertalerO homem terreno está satisfeito com o que satisfaz os seus sentidos corporais e não se priva de nada que satisfaça os seus sentidos, mesmo que acredite estar entregando-se aos prazeres "espirituais" e só compreenda isso para significar um bem adquirido intelectualmente, se se ocupar com o conhecimento que novamente só diz respeito às coisas terrenas. Assim ele se sente bem e não se priva de nada, porque a sua alma não se empurra para a frente com o seu desejo e também não se pode empurrar para a frente, uma vez que o corpo tem a mão superior. Mas esse estado de contentamento não dura até a morte, ou só muito raramente, porque essa pessoa normalmente se arruína fisicamente, porque as doenças ou a idade crescente proíbem esses prazeres terrenos ou a realização de desejos físicos e a pessoa é então muitas vezes obrigada a pensar em si mesma, na sua vida e no propósito da existência. E então o amor de Deus se aproxima dele uma e outra vez e tenta segurá-lo do mundo, Ele tenta dar força à alma para que ela influencie o ser humano a partir de dentro para se desapegar do esforço anterior e para se libertar dos pensamentos mundanos.... Mas a alma só penetrará se tiver uma certa força que, no entanto, deve vir de fora.... através de ajuda que pode consistir em boa conversa, conversas espirituais ou transmissão da Palavra divina, através de bons livros ou através da intercessão amorosa de um ser humano.... Disso a alma recebe a força para influenciar também o corpo, e então pode ocorrer uma lenta mudança de pensamento, e o resto da vida terrena ainda pode ser usado bem para a maturação da alma. A doença, a desgraça e as dificuldades terrenas são, portanto, indispensáveis para as pessoas que se entregam demais ao mundo, e muitas vezes são o melhor e único meio de aprender a reconhecer a firmeza do mundo. E estes meios são, portanto, aplicados uma e outra vez e tornam-se cada vez mais aparentes quanto mais a humanidade volta o seu olhar para o mundo. E é por isso que o maior gozo da vida, os excessivos prazeres terrenos e os desempenhos sensuais do lado mundano serão sempre acompanhados por fenómenos de tipo negativo, por infortúnios, doenças e miséria gritante, que se baseia no gozo excessivo da vida. As pessoas já deveriam, por assim dizer, experimentar nos seus próprios corpos os efeitos devastadores que o hedonismo e a intemperança produzem, e assim deveriam aprender a reconhecer o que o corpo realmente é e o que a vida anterior lhes trouxe. Pois outros meios são mal sucedidos com tais pessoas mundanas, mas estes ainda podem alcançar que idéias e bons discursos não poderiam.... se distanciar do mundo e escapar do maior perigo de serem devorados por ele. Por esta razão, todo desastre aparente nos últimos dias deve ser considerado como vontade ou permissão divina que ainda pode ter um efeito benéfico, mesmo que seja causado por intenção maliciosa ou também testemunhe atividade adversária..... Pode sempre trazer as pessoas à razão e resultar num afastamento do mundo, e então a sua alma será salva de um destino muito pior depois da sua recordação deste mundo...._>Amém
Vertaler