• Terug

Het belijden voor de wereld

Als u tegenover de wereld voor Mij uitkomt, wil Ik u belijden voor mijn Vader. Deze woorden sprak Ik als mens Jezus tot mijn leerlingen en bijgevolg dus tot alle mensen, omdat al mijn woorden bedoeld waren voor de hele mensheid, omdat al mijn woorden hoorden bij de goddelijke liefdesleer die Ik verkondigd wilde hebben onder alle volkeren. En juist deze woorden moet men beoordelen als buitengewoon, want ze leggen u mensen een verplichting op: niet alleen zelf moet u in Mij geloven, maar ook tegenover uw medemensen moet u blijk geven van uw geloof. U zult Mij voor de wereld moeten belijden, u zult dus in het openbaar voor mijn naam moeten opkomen. Dan pas zult u door Mij, de Vader, worden opgenomen zoals Ik het u beloofd heb.

Ik neem er dus geen genoegen mee dat u innerlijk wel in Mij gelooft, dat u niet twijfelt aan Mij en mijn verlossingswerk, dat u Mij wellicht ook aanroept of Ik u de zonden wil vergeven, want Ik vraag een geheel levend geloof in Mij. En een levend geloof kan niet anders dan voor Mij uitkomen voor de wereld. Want zodra de mens een levend geloof heeft, wordt hij van binnen uit aangedreven, voortdurend aan Mij te denken in Jezus. En dan zal ook zijn mond niet kunnen zwijgen. Hij zal overstromen van innerlijke dankbaarheid en liefde voor Mij, die in de mens Jezus het verlossingswerk heb volbracht om u mensen te redden uit de nacht van de zonde. En Ik wist heel goed waarom Ik deze woorden heb gesproken, want Ik kende de grote geestelijke nood die over alle mensen komt die Jezus niet herkennen en erkennen. En in deze nood moeten de medemensen zich om hen bekommeren en hen helpen te geloven in Jezus Christus. En daartoe is het nodig dat ze Mij bekendmaken, dat ze Mij in Jezus belijden en nu ook hardop getuigen van Mij en mijn naam.

Wat de mens innerlijk beleeft, wat hem in gedachten bezighoudt, daar neemt de medemens geen nota van. Hij moet geheel openlijk worden gewezen op de goddelijke Verlosser en dit kan het beste gebeuren door het getuigenis van liefde van degenen die Hem hebben gevonden en die nu hun levend geloof in Mij bewijzen door te spreken over het werk van mijn barmhartigheid, dat ze tegenover alle mensen openlijk opkomen voor Mij en mijn naam, dat ze mijn naam prijzen en zichzelf als aanhangers van Jezus Christus bestempelen en ook trachten hun medemensen voor Mij te winnen. De mensen leven op deze aarde om eindelijk bevrijding te vinden uit de stoffelijke vorm. Maar hoe hun aardse bestaan ook is, het kan niet tot het doel leiden zonder de goddelijke Verlosser Jezus Christus, omdat Ik in Hem het werk van de verlossing heb volbracht en ieder die verlost wil worden van zijn boeien, zich dus tot Mij zelf in Jezus Christus moet wenden.

Wie nu waarachtig bevrijd is, wie verlossing heeft gevonden door Hem, die prijst ook luid Zijn naam. Hij zal steeds alleen maar spreken van Hem en Zijn onmetelijke daad van liefde. Hij kan niet anders dan van Zijn naam gewag maken, want van hem zijn alle banden afgevallen. Hij is vrij van de vijandige macht, hij heeft zich aan Mij overgegeven in Jezus Christus en zo'n daad van verandering wordt niet stil en in het verborgene verricht, zij is voor alle medemensen duidelijk zichtbaar. Want de mond zwijgt niet indien het hart vervuld is van de liefde en genade van Jezus Christus. En de mens belijdt Hem dus in het openbaar als zijn Redder en Verlosser, en hij tracht ook zijn medemensen naar Hem toe te leiden. Hij verloochent Hem niet, ook al dreigt hem zelf gevaar, omdat hij weet dat ook elk gevaar kan worden bezworen door de Ene die macht heeft over hemel en aarde, wiens ademtocht volstaat om alles te vernietigen, zoals echter ook Zijn wil volstaat dat wat al een prooi was van de dood, opstaat tot leven. En wie tot leven gewekt werd, vreest ook de dood niet. Hij zal zich ook voor Mij en mijn naam inzetten wanneer de laatste beslissing geëist wordt, maar hij zal het doen uit liefde voor Mij en daarom zal Ik hem opnemen, omdat hij Mij belijdt tegenover iedereen.

Amen

Bekennen vor der Welt....

Vertretet ihr Mich vor der Welt, so will Ich euch vor Meinem Vater bekennen.... Diese Worte sprach Ich als Mensch Jesus zu Meinen Jüngern und somit also zu allen Menschen, weil alle Meine Worte der ganzen Menschheit galten, weil alle Meine Worte zu der göttlichen Liebelehre gehörten, die Ich verkündet wissen wollte unter allen Völkern.... Und gerade diese Worte sind ungewöhnlich zu bewerten, denn sie legen euch Menschen eine Verpflichtung auf.... nicht nur selbst sollet ihr an Mich glauben, sondern auch den Mitmenschen gegenüber sollet ihr euren Glauben bekunden.... Ihr sollet Mich vor der Welt bekennen.... Ihr sollet also für Meinen Namen eintreten vor aller Welt. Dann erst werdet ihr von Mir, dem Vater, aufgenommen, wie Ich es euch verheißen habe. Ich begnüge Mich also nicht damit, daß ihr innerlich wohl an Mich glaubet, daß ihr Mich und Mein Erlösungswerk nicht anzweifelt, daß ihr vielleicht Mich auch anrufet, daß Ich euch die Sünden vergeben möge, denn Ich fordere einen ganz lebendigen Glauben an Mich.... und ein lebendiger Glaube kann nicht anders, als Mich vor der Welt zu vertreten, denn sowie der Mensch im lebendigen Glauben steht, wird er von innen angetrieben, ständig Meiner zu gedenken in Jesus, und dann wird auch sein Mund nicht schweigen können, er wird überströmen vor innerer Dankbarkeit und Liebe zu Mir, Der Ich im Menschen Jesus das Erlösungswerk vollbracht habe, um euch Menschen zu erretten aus der Nacht der Sünde. Und Ich wußte sehr wohl, warum Ich diese Worte gesprochen habe, denn Ich wußte um die große geistige Not, die über alle Menschen kommt, die Jesus Christus nicht erkennen und anerkennen. Und in dieser Not müssen sich die Mitmenschen derer annehmen, um ihnen zu verhelfen zum Glauben an Jesus Christus. Und dazu ist es nötig, daß sie Mich verkünden, daß sie sich zu Mir in Jesus bekennen und nun auch laut Zeugnis ablegen für Mich und Meinen Namen.... Was der Mensch innerlich erlebt, was ihn gedanklich bewegt, davon nimmt der Mitmensch keine Kenntnis.... er muß ganz offenkundig hingewiesen werden auf den göttlichen Erlöser, und es kann dies am besten geschehen durch das Liebezeugnis derer, die Ihn gefunden haben und die nun ihren lebendigen Glauben an Mich dadurch beweisen, daß sie reden von Meinem Barmherzigkeitswerk.... daß sie vor allen Menschen offen eintreten für Mich und Meinen Namen, daß sie Meinen Namen preisen und sich selbst als Anhänger Jesu Christi bezeichnen und auch die Mitmenschen für Mich zu gewinnen suchen. Die Menschen wandeln auf dieser Erde, um endlich Befreiung zu finden aus der materiellen Form.... Doch wie auch ihr Erdenwandel sei, er kann nicht zum Ziel führen ohne den göttlichen Erlöser Jesus Christus, weil Ich in Ihm das Werk der Erlösung vollbrachte und jeder, der erlöst werden will von seinen Fesseln, sich also an Mich Selbst in Jesus Christus wenden muß.... Wer nun wahrhaft befreit ist, wer Erlösung gefunden hat durch Ihn, der preiset auch laut Seinen Namen, er wird immer nur reden von Ihm und Seiner unermeßlichen Liebetat, er kann nicht anders, als Seines Namens laut Erwähnung zu tun, denn von ihm sind alle Banden abgefallen, er ist frei von gegnerischer Gewalt, er hat sich Mir hingegeben in Jesus Christus, und ein solcher Akt der Umwandlung wird nicht still und geheim vollzogen, er ist allen Mitmenschen erkenntlich. Denn der Mund schweiget nicht, wo das Herz erfüllt ist von der Liebe und Gnade Jesu Christi, und der Mensch bekennet Ihn also vor aller Welt als seinen Retter und Erlöser, und er sucht auch die Mitmenschen zu Ihm hinzuführen.... Er verleugnet Ihn nicht, auch wenn ihm selbst Gefahr droht, weil er weiß, daß auch jede Gefahr gebannt werden kann von dem Einen, Der Macht hat über Himmel und Erde, Dessen Hauch genügt, alles zu vernichten, wie aber auch Sein Wille genügt, daß zum Leben aufersteht, was schon dem Tode verfallen war.... Und wer zum Leben erweckt wurde, der fürchtet auch nicht den Tod.... Er wird sich auch für Mich und Meinen Namen einsetzen, wenn die letzte Entscheidung gefordert wird, doch er wird es tun aus Liebe zu Mir, und darum werde Ich ihn aufnehmen, weil er Mich bekennet vor aller Welt....

Amen