Met mijn kruisdood werd er een einde gemaakt aan een verlossingsperiode in geestelijke zin.
Er werd een tot dan toe hopeloze toestand beëindigd. Want het binnengaan in het lichtrijk was tot aan mijn kruisdood onmogelijk geweest en de zielen van de mensen bereikten met de beste wil steeds slechts een louteringsgraad, maar om de zonde van de vroegere opstand tegen Mij helemaal af te lossen zouden eeuwigheden niet voldoende zijn geweest.
En de belasting met deze zondeschuld dwong ze verder onder de macht van mijn tegenstander, zodat de gekwelde zielen in het besef van hun nood om een Redder riepen. Vanaf het ogenblik dat Ik mijn leven offerde voor de grote zondeschuld van de mensen, was echter de macht van mijn tegenstander gebroken en dus brak er een nieuwe tijd aan.
De eerste totaal verloste zielen konden de plaats waar ze tot nu toe verbleven verlaten en de poorten naar de gelukzaligheid binnengaan die Ik had geopend.
Deze mogelijkheid blijft bestaan. Steeds weer kunnen zielen zich losmaken uit zijn macht. Steeds weer worden zielen vrij van elke keten en eigenlijk begon er nu pas een "verlossingsperiode", hoewel ook de ontwikkeling in de schepping en het leven op de aarde voor een totale verlossing noodzakelijk is geweest en steeds weer eerst de voorwaarden moet verschaffen die dan ook het algehele terugbrengen naar Mij tot gevolg hebben. En zo kan er wel van een nieuwe tijd worden gesproken sinds het volbrengen van mijn verlossingswerk. Want pas vanaf toen kon de zielen de eeuwige gelukzaligheid worden geschonken, waarin ze eertijds mochten leven in licht en kracht.
Maar de mensen zijn zich er niet van bewust dat ze het mooiste kunnen bereiken, juist omdat Ik zelf voor hen aan het kruis ben gestorven om een brug te slaan vanuit het rijk der duisternis naar het rijk van het licht.
Ze zijn zich er niet van bewust dat ze zich weer vrijwillig uitleveren aan de macht van mijn tegenstander, wanneer ze Mij en mijn verlossingswerk niet erkennen. Dat ze geen ander lot hebben te verwachten dan dat wat de zielen van de mensen voor mijn kruisdood was beschoren: onvrijheid, een toestand zonder licht, zwakheid en kwellingen, die deel zijn van het niet verloste waarover mijn tegenstander nog de macht heeft. De Redder kwam van boven naar de mensen en werd slechts door weinige herkend.
Maar het verlossingswerk is volbracht. De poorten naar het lichtrijk werden geopend en daarom begon met mijn kruisdood een periode van verlossing, hoewel de aarde als zodanig geen bijzondere eindverschijnselen liet zien.
Want de toenmalige hopeloze toestand kon nu veranderd worden door het erkennen van Jezus Christus en het verlossingswerk, door het zich bewust richten op Hem, door het aannemen van het liefdesoffer en het daardoor teniet doen van de zondeschuld.
En er was de mensen weer een tijd toegekend waarin ze met goede wil hun totale verlossing konden vinden.
Maar nu is ook deze tijd afgelopen. En de ongekende genade waarin de mensen zich bevonden, is niet en wordt ook niet meer benut.
De mensen blijven gebonden in de wereld van de tegenstander, omdat ze zelf geen aanstalten maken voor hun bevrijding en omdat hun eigen wil naar deze bevrijding moet streven. En dus moet er ook nu weer een grens worden gesteld. Er moet weer een nieuw tijdperk starten, waarin het verlossingswerk hoger wordt gewaardeerd, waarin weer een omvangrijke verlossing kan plaatsvinden, omdat de uitwerking van het verlossingswerk onveranderd blijft wanneer de wil van de mensen deze uitwerking maar toelaat. Maar de ongewillige wezens moeten opnieuw de boeien van hun gevangenschap voelen met alle hardheid, opdat eenmaal ook in deze wezens het verlangen naar vrijheid, naar gelukzaligheid, naar licht ontwaakt.
En mijn tegenstander moet de macht over deze wezens worden ontnomen, die hij in zo’n duisternis houdt, dat zij ook niet het licht van het kruis zien.
En weer zal er een nieuwe tijd aanbreken, want onophoudelijk gaat de positieve ontwikkeling van het geestelijke verder en steeds weer wordt deze aarde betreden door nieuwe zielen, aan wie de mogelijkheid wordt gegeven zich te laten bevrijden door Jezus Christus.
Steeds weer strooi Ik de genaden van mijn verlossingswerk uit over die zielen en steeds weer keren ook zulke als mijn kinderen naar Mij terug.
Want het werk van verlossing is volbracht voor al het eens gevallen geestelijke. En het werd en wordt werkzaam bij alle mensen van het verleden, van de tegenwoordige tijd en de toekomst, tot de verlossing eens totaal is voltrokken.
Amen
VertalerCon la Mia morte sulla Croce veniva posta una fine ad un periodo di Redenzione nel senso spirituale. Veniva terminato uno stato senza speranza che durava fino ad allora, perché l’entrata nel Regno di Luce era stata impossibile fino alla Mia morte sulla Croce, e le anime degli uomini raggiungevano con la miglior volontà sempre soltanto un grado di purificazione; ma per estinguere definitivamente il peccato della ribellione di una volta contro di Me, non sarebbero bastate delle Eternità. E l’aggravio con questa colpa di peccato quindi li costringeva a rimanere sotto il potere del Mio avversario, in modo che le anime torturate consce della loro miseria, gridavano per avere un Salvatore. Sin dall’ora in cui Io ho dato la Mia vita per la grande colpa di peccato degli uomini, era però spezzato il potere del Mio avversario, e quindi cominciò un tempo nuovo. Le prime anime totalmente redente potevano abbandonare il loro luogo fino a quel tempo ed entrare nella Beatitudine attraverso le Porte che Io avevo aperto. Questa possibilità rimane esistente, si possono sempre di nuovo staccare delle anime dal suo potere, sempre di nuovo delle anime diventano libere da ogni catena, ed in Verità solo ora cominciava un periodo di “Redenzione”, benché anche lo sviluppo della Creazione e la vita sulla Terra è stato necessario per la definitiva Redenzione e che deve sempre di nuovo creare dapprima le precondizioni, che poi hanno per conseguenza anche il totale ritorno a Me. E così si può bensì parlare di un nuovo tempo sin dal compimento della Mia Opera di Redenzione, perché solo da allora poteva essere donata l’eterna Beatitudine alle anime, nella quale potevano vivere una volta nella Luce e nella Forza. Ma gli uomini non se ne rendono conto, che possono raggiungere la cosa più bella, appunto perché Io Stresso Sono morto per loro sulla Croce, per edificare un Ponte dal regno dell’oscurità nel Regno della Luce. Non si rendono conto, che loro stessi si consegnano liberamente di nuovo al potere del Mio avversario, se non riconoscono Me e la Mia Opera di Redenzione, che non hanno da aspettarsi nessun altro destino che quello che era la sorte delle anime degli uomini prima della Mia morte sulla Croce: la non-libertà e l’assenza di Luce, debolezza e tormenti, che sono parte dell’essere non liberato, su cui il Mio avversario ha ancora il potere. Ma il Salvatore veniva agli uomini dall’Alto e veniva riconosciuto solo da pochi. Ma l’Opera di Redenzione è stata compiuta, le Porte nel Regno di Luce venivano aperte, e perciò con la Mia morte sulla Croce cominciava un tratto di Redenzione, benché la Terra come tale non mostrava particolari fenomeni della fine. Perché lo stato di allora dell’assenza di speranza poteva ora venir cambiato attraverso la riconoscenza di Gesù Cristo e l’Opera di Redenzione, rivolgendosi coscientemente a Lui, attraverso l’accettazione del Sacrificio dell’Amore e con ciò l’estinzione della colpa di peccato. Ed agli uomini era di nuovo concesso un tempo, in cui potevano trovare, con buona volontà, la loro definitiva Redenzione. Ma ora è trascorso anche questo tempo, e l’inaudita Grazia nella quale stavano gli uomini, non è stata e non viene nemmeno più sfruttata. Gli uomini rimangono legati al mondo dell’avversario, perché loro stessi non fanno nulla per la loro liberazione e perché la loro volontà deve aspirare a questa liberazione. E perciò deve ora di nuovo essere posto un limite, deve di nuovo venir iniziato un nuovo tratto di tempo, in cui l’Opera di Redenzione viene valutata di più, in cui può aver di nuovo luogo una Redenzione in grande dimensione, perché l’effetto dell’Opera di Redenzione rimane immutato, se soltanto la volontà degli uomini permette questo effetto. Ma i non-volenterosi devono sentire nuovamente le catene della loro prigionia con tutta la durezza, affinché anche in questi esseri si risveglia il desiderio per la libertà, per la Beatitudine, per la Luce. Ed al Mio avversario dev’essere svincolato il potere su questi esseri, che lui tiene in una tale oscurità, che non vedono nemmeno la Luce della Croce. Ed inizierà di nuovo un nuovo tempo, perché lo sviluppo verso l’Alto dello spirituale procede inarrestabilmente, e sempre di nuovo vengono nuove anime su questa Terra, alle quali viene donata la possibilità di lasciarsi liberare da Gesù Cristo- Riverso sempre di nuovo le Grazie della Mia Opera di Redenzione su quelle anime, e sempre di nuovo tali ritornano anche sempre di nuovo a Me come figli Miei, perché l’Opera di Redenzione è stata compiuta per tutto lo spirituale una volta caduto, ed è diventata e diventa efficace in tutti gli uomini del passato, presente e futuro, finché la Redenzione si sarà svolta una volta definitivamente.
Amen
Vertaler