Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het weerzien in het hiernamaals

U mensen kunt ervan overtuigd zijn dat er een weerzien is in het geestelijke rijk. Maar of een weerzien met uw geliefden u al is vergund direct na uw scheiden van deze aarde, hangt af van de graad van rijpheid waarin zowel uw eigen ziel alsook de zielen van uw geliefden zich bevinden. Want waar deze graad nog niet zo hoog is dat een geestelijk schouwen mogelijk is, moet deze eerst bereikt worden, wat ook nog lange tijden kan duren. Pas bij een bepaalde graad van rijpheid is de ziel in staat geestelijke indrukken in zich op te nemen. Zij moet dus zelf in het licht staan om te kunnen herkennen wie haar nadert, ofschoon ook een ziel in een lagere graad van rijpheid zich omgeven weet door wezens, die zij echter niet kan herkennen zolang haar het geestelijke vermogen om te zien ontbreekt. De zaligheid van de wezens bestaat echter nu daarin, dat ze hun hart kunnen uitstorten bij hen met wie ze op aarde nauwe banden hadden. En daarom zullen de zielen die zich reeds als gevolg van hun rijpheid in het licht bevinden altijd dicht de hun dierbaren kunnen naderen en wel, of om met gelijk rijpe wezens van gedachten te wisselen, of om de nog zwakke zielen te helpen hogerop te komen.

Dus zullen de rijpere zielen in staat zijn de zwakkere zielen te herkennen, maar niet omgekeerd, omdat de zwakke zielen moeten worden aangespoord te streven naar het licht, terwijl ze niet door bewijzen daartoe gedwongen mogen worden. Want het zou altijd een bewijs zijn als haar een lichtziel nadert, die zij herkent als iemand met wie ze op aarde verbonden is geweest. En zo is dus de vreugde van het weerzien ook weer een genadegeschenk dat hoort bij het rijpe geestelijke, dat daar onuitsprekelijk gelukkig over is en nu van zijn kant alles doet om de nog onrijpe zielen evenzo te helpen dit geluk te bereiken. Deze zielen spannen zich op de meest liefdevolle wijze voor hen in en laten niet na hen voortdurend aan te sporen, maar altijd voor hen nog onherkenbaar omdat zij hen in gelijke omhulling en in hetzelfde kleed naderen. Het verlangen naar zielen waar ze nauwe banden mee hadden trekt dezen ook aan en kan nog een enorme impuls zijn. En is het moment van herkenning aangebroken, dan zijn de zielen oneindig dankbaar en gelukkig. Dan pas herkennen zij de zorg die naar hen is uitgegaan, en zij nemen nu op dezelfde manier de zorg op zich voor de zielen die nog in het duister smachten. Ze helpen ook hen weer opwaarts te gaan, want iedere ziel verlangt naar hen met wie ze eens verbonden was op aarde.

Er is een weerzien, maar het tijdstip dat dit mogelijk is, bepaalt u zelf. Hebt u nu op aarde al dit zekere inzicht bereikt, dan zult u ook alles doen om die graad al minstens op aarde te bereiken die u het binnengaan in de lichtsferen toestaat. U zult dan worden ontvangen door hen van wie u houdt en die in staat zijn u direct te herkennen, of u zult - zonder door hen herkend te worden - zich met hen in verbinding kunt stellen, om dan reeds voor deze zielen met uw verlossingsarbeid te kunnen beginnen. Zorg er in ieder geval voor dat u niet geheel zonder inzicht van de aarde heengaat. Zorg ervoor dat u reeds de weg tot God in Jezus Christus gevonden heeft, dat u verlost door Hem het geestelijke rijk kunt binnengaan. Dan zal dat binnengaan alleen al u zaligheden schenken, die bestaan uit de vreugden van het weerzien. Soms zult u echter lang moeten wachten, als u zelf die rijpheid niet bereikt op aarde. Want alles kan alleen in het kader van de wettelijke orde plaatsvinden en de vrijheid van uw wil moet ook in het geestelijke rijk geëerbiedigd worden, opdat u eens zalig zult worden.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Wiedersehen im Jenseits....

Es gibt ein Wiedersehen im geistigen Reich, davon könnet ihr Menschen überzeugt sein.... Doch ob euch ein Wiedersehen mit euren Lieben schon vergönnt ist gleich nach eurem Abscheiden von dieser Erde, das ist von dem Reifegrad abhängig, in dem sowohl eure Seelen als auch die Seelen eurer Lieben stehen, denn wo dieser noch nicht so hoch ist, daß ein geistiges Schauen möglich ist, muß er erst erreicht werden, was auch noch lange Zeiten dauern kann. Erst in einem bestimmten Reifegrad ist die Seele fähig, die Eindrücke in sich aufzunehmen. Sie muß also selbst im Licht stehen, um erkennen zu können, wer sich ihr naht, wenngleich eine Seele in niedrigem Reifegrad sich auch von Wesen umgeben weiß, die sie aber nicht erkennen kann, solange ihr das geistige Sehvermögen fehlt. Die Seligkeit der Wesen besteht aber nun darin, sich mitteilen zu können denen, die ihnen nahestanden auf Erden.... Und darum werden die Seelen, die schon im Licht stehen als Folge ihrer Reife, immer den Ihrigen sich nahen, und zwar, um sich entweder mit gleich-geistig-reifen Wesen auszutauschen oder um den noch schwachen Seelen zu helfen, auch zur Höhe zu gelangen.... Es werden also die reiferen Seelen die Fähigkeit haben, die Seelen zu erkennen, doch nicht umgekehrt.... weil die schwachen Seelen angeregt werden sollen, zu streben, doch nicht durch Beweise dazu gezwungen werden.... Denn immer wäre es ein Beweis, wenn sich ihnen eine Lichtseele nähert, die sie erkennt als mit ihr auf Erden verbunden gewesen.... Und so ist also das Gnadengeschenk der Wiedersehensfreude auch wieder Anteil des reifen Geistigen, das unsagbar glücklich darüber ist und nun seinerseits alles tut, um den noch unreifen Seelen gleichfalls zu diesem Glück zu verhelfen.... Diese bemühen sich in liebevollster Weise um jene und lassen nicht nach, sie anzuspornen.... doch immer jenen noch unkenntlich, weil sie in gleicher Umhüllung, in gleichem Gewande, sich ihnen nahen. Das Verlangen nach ihnen nahegestandenen Seelen zieht diese auch heran und kann noch ein ungeheurer Auftrieb sein, und ist der Moment des Erkennens gekommen, dann sind die Seelen unendlich dankbar und beglückt.... Und dann erkennen sie erst die Fürsorge, die ihnen gegolten hat, und sie nehmen sich in gleicher Weise der noch im Dunkeln schmachtenden Seelen an.... sie verhelfen auch ihnen wieder zur Höhe, denn eine jede Seele verlangt nach denen, die ihr einmal nahestanden auf Erden. Es gibt ein Wiedersehen, doch die Zeit, da es möglich ist, bestimmet ihr selbst.... Habt ihr nun diese sichere Erkenntnis auf Erden schon gewonnen, so werdet ihr auch alles tun, um den Grad wenigstens auf Erden zu erreichen, der euch das Eingehen in die Lichtsphären gestattet, und ihr werdet von denen empfangen werden, die ihr liebet und euch sofort erkennen können, oder aber unerkannt von ihnen in Verbindung treten können mit ihnen, um nun schon an diesen Seelen eure Erlösungsarbeit beginnen zu können.... Sorget nur dafür, daß ihr nicht völlig erkenntnislos hinübergehet.... sorget dafür, daß ihr schon zu Gott in Jesus Christus gefunden habt, daß ihr.... als erlöst durch Ihn.... eingehen könnet in das geistige Reich.... Dann wird dieser Eingang euch schon Seligkeiten schenken, die in den Freuden eines Wiedersehens bestehen.... Lange aber werdet ihr mitunter warten müssen, wenn ihr selbst nicht die Reife erlanget auf Erden.... denn alles kann nur im Rahmen der Gesetzmäßigkeit vor sich gehen, und die Freiheit eures Willens muß geachtet werden auch im geistigen Reich, auf daß ihr einmal selig werdet....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde