De wonden die Ik u moet toebrengen als Ik u niet aan de eeuwige dood wil prijsgeven, zijn waarlijk niet een uiting van toorn of van liefdeloosheid. Ze zijn ook geen teken van rechtvaardige straffen voor uw misstappen. Het zijn alleen geneesmiddelen om ziekten, waaraan u zelf schuld bent, weer van u weg te nemen. Zij zijn nodig om uw ziel weer gezond te laten worden. Door eigen schuld bent u uit de ordening getreden, daar anders geluk en zaligheid uw lot zouden zijn. Geloof Me, dat Ik u veel liever gelukzaligheden zou bereiden, dat u het Mij zelf echter onmogelijk maakt zodra u mijn ordening verlaat. Dat Ik echter alles probeer om u weer naar de goddelijke ordening terug te leiden om u weer onbegrensd gelukkig te kunnen maken.
Hoe meer nood en kommer, ellende en ziekte op aarde te zien is, des te ernstiger zijn de overtredingen tegen mijn ordening. En aan deze nood kunt u mensen zelf zien op welk laag niveau u bent aanbeland. Want Ik zou waarlijk liever de mensen in zaligheid weten dan ongemotiveerd zware plagen over hen te laten komen om mijn eeuwige ordening te herstellen. En al meent iemand ook dat hij niet zo'n grote zondaar is dat een zo groot ongeluk dat hem getroffen heeft nodig zou zijn, toch kent u mensen de verbanden niet en u kent ook niet in volle omvang de gevolgen van een ongeluk. En u weet niet voor wie het noodlot van een enkeling eveneens tot uitrijpen dient. U weet ook niet wat u vóór uw belichaming als mens vrijwillig hebt aangeboden op u te nemen. Ik echter weet alles en Ik leg u waarlijk geen grotere last op dan u kunt dragen.
Bovendien bied Ik Mij zelf als kruisdrager aan wanneer u denkt dat uw kruis te zwaar is. Maar u doet helaas niet vaak een beroep op mijn hulp en daarom klaagt u over de last en moppert vaak dat ze voor u te zwaar is. Liefde bewoog u, uzelf aan te bieden tot het dragen van de last van een kruis. In het aardse leven weet u echter niet waarom u lijden moet - u die gelooft Mij toe te behoren door uw wil. Ik wil echter dat u ook zonder de oorzaak te weten stil en zonder klagen uw weg gaat, dat u toegewijd uw kruis op u neemt. Ik wil dat u zich altijd voor mijn wil buigt in het besef dat Hij, aan wie u zich overgeeft, een God van liefde is en dat alles wat van Hem komt u tot zegen zal strekken.
Verzet u daarom niet tegen uw lot, wat het ook brengen mag. Als u Mij wilt toebehoren, klaag en mopper dan niet maar wees er steeds zeker van dat het u tot heil dient, dat het altijd alleen hulp betekent en het herstel van mijn ordening van eeuwigheid. Wees er zeker van dat u het eenmaal zult inzien en Mij er dan dankbaar voor bent dat Ik u deze weg op aarde liet gaan. Deze weg met zijn lasten, met zijn beproevingen, maar ook met mijn liefde, die de reden is van alles wat u overkomt, daar ze altijd alleen wil dat u zalig wordt.
Amen
VertalerLas heridas que os debo infligir si no quiero que incurráis en la muerte eterna verdaderamente no son una expresión de Ira o de falta de Amor, y tampoco son señales de castigos justos por vuestras faltas... No son sino remedios para quitar enfermedades de las que vosotros mismos sois los culpables y responsables para quitároslas; pues son necesarias para que vuestra alma recobre la salud.
Por vuestra propia culpa salisteis del Orden, porque de lo contrario vuestra suerte no sería sino mera bienaventuranza. Creedme que con mucho más gusto os preparo bienaventuranzas... pero creedme también que vosotros mismos me lo hacéis imposible si salís de mi Orden. Yo intento todo para volver a llevaros al Orden divino, para que de nuevo os pueda deleitar ilimitadamente...
Cuanto más penuria, pesar, miseria y enfermedad se manifiestan en la Tierra, tanto más graves son las infracciones contra mi Orden. Tan sólo de la misma miseria vosotros los hombres podéis deducir a qué nivel bajo habéis llegado; porque me gustaría verdaderamente más ver a los hombres bienaventurados en vez de tener que hacerles llegar innecesariamente desgracias penosas para restablecer mi Orden eterno. Aunque el individuo opine que no es un pecador tan grande como la desgracia que le ha tocado, vosotros los hombres no conocéis los contextos ni el efecto de una desgracia en todo su contorno. Porque si a un individuo ha tocado la mala suerte, tampoco sabéis a quién esta sirve para su maduración, ni sabéis con qué antes de vuestra encarnación como hombre vosotros mismos estabais dispuestos a cargaros voluntariamente21... Pero Yo sé de todo y, verdaderamente, no os cargo con un fardo mayor de lo que podéis soportar... Además, cuando la cruz os pesa demasiado, Yo mismo me ofrezco como portador de ella.
Por desgracia, frecuentemente no os servís de mi Ayuda, y por eso os quejáis de la carga y refunfuñáis que es demasiado pesada para vosotros. Es el Amor que os había inducido a ofreceros a portar un fardo de cruz... pero en la vida terrenal no sabéis por qué debéis sufrir - los que, gracias a vuestra voluntad, creéis formar parte de los Míos... Pero Yo quiero que vosotros también sin saber la causa andéis tranquilos y fielmente vuestro camino, y que con devoción os carguéis con vuestra cruz... Yo quiero que siempre os dobleguéis bajo mi Voluntad, conscientes de que Aquel al que os sometéis es un Dios del Amor, y que todo que viene de Él redundará en vuestro beneficio.
Por eso no os rebeléis contra vuestro destino, pase lo que pase. Si queréis pertenecer a Mí, entonces no os quejéis y no protestéis, sino siempre sed seguros de que sólo es para vuestro bien... que siempre se trata de Ayuda y del restablecimiento de mi Orden desde eternidades... y sed seguros de que un día venidero lo reconoceréis y me estaréis agradecidos de que os haya facilitado ir este camino - aun con todos sus fastidios y golpes del destino, pero también con mi Amor que es el motivo para todo que os concierne... pues mi Amor no quiere sino que lleguéis a ser bienaventurados.
Amén.
Vertaler