• Terug

Ernstige waarschuwing de wereld niet aan te hangen

Steeds weer vermaan IK u zich van de wereld los te maken. Maar voortdurend ketent u, mensen uzelf meer aan haar, steeds meer jaagt u aardse goederen na, steeds meer zwelgt u in levensgenot en altijd verder verwijderd is voor u het geestelijke rijk, dat nooit tegelijk met de aardse wereld in bezit kan worden genomen.

En dat is uw ondergang, dat u zich uitlevert aan die heer die uw ziel omlaag trekt, dat u steeds meer in zijn vangnetten terechtkomt die verguld zijn, en daarom door u niet als datgene herkend worden - wat ze zijn.

Uw verlangen naar levensgenot brengt u de dood, want dit verlangen legt Mijn tegenstander u in het hart, hij zet u aan tot 'n toenemend verlangen u aan het wereldlijk genot over te geven, hij wakkert al uw lichamelijke begeerten aan, dat ze vervulling zoeken en ook vinden in de zonde. Alle goede gedachten worden door hem verjaagd, de eigenliefde wordt tot hoogste gloed aangeblazen. De mensen zijn nog maar alleen aan hem gebonden, want zij vragen er niet meer naar of ze naar Mijn Wil leven, naar Mijn welgevallen.

Zij zijn een prooi van de wereld, dus ook van hem die heer is van deze wereld. Dichte duisternis ligt over de aarde uitgespreid omdat geen geestelijke straal binnen kan komen en in deze duisternis heeft Mijn tegenstander gemakkelijk spel, ontelbare zielen laten zich door hem vangen en hij bereidt dezen een lot dat zij in hun blindheid niet inzien. Hij geeft hun wel alles wat zij voor hun aards leven begeren, maar ontzettend is het lot na de dood van het lichaam, want dan neemt hij ze geheel in bezit en zijn ze krachteloos en kunnen zich niet uit zijn macht vrijmaken. En de korte tijd van het leven op aarde in welzijn, moeten zij betalen met een ontzettend lot in de eeuwigheid.

Maar of het de mensen nog zo ernstig wordt voorgesteld, of ze nog zo dringend vermaand en gewaarschuwd worden voor de vijand van hun ziel, zij luisteren daar niet naar, maar richten hun blik onafgewend naar de wereld - die hen lokt met haar glans. En de zonde neemt hand over hand toe, want wat de mens niet vanzelf toevalt, dat zoekt hij op een onrechtmatige manier te verkrijgen. Niets is meer heilig voor hem wat zijn lichaam streelt, eigendom noch leven van de naaste.

Bij zo'n gezindheid kan onmogelijk licht doorbreken in zijn hart. Hij bevindt zich in de dichtste duisternis en voelt zich daarbij wel. Het is een tijd van verdorvenheid - een tijd van zonde, waarin Mijn tegenstander zijn triomfen viert, waarin Mijn Lichtboden weinig invloed krijgen en alleen de krachten uit de hel succes hebben.

Mijn tegenstander houdt verschrikkelijk huis - en de tijd loopt op z'n eind. Meer dan ooit is de arbeid in de wijngaard nodig, opdat die mensen nog gered worden die niet helemaal aan zijn invloed onderhevig zijn, wier zielen nog niet zijn slachtoffer zijn geworden.

Amen

Sérieux avertissements

Je vous exhorte toujours de nouveau à vous détacher du monde. Mais vous les hommes vous vous enchaînez toujours davantage au monde, toujours davantage vous poursuivez des biens terrestres, toujours davantage vous vous empiffrez dans les jouissances de la vie et le Règne spirituel est toujours plus loin de vous, or il ne peut jamais être pris en possession en même temps que le monde terrestre. Et cela est votre ruine, car vous vous livrez au seigneur qui tire vos âmes vers le bas, vous arrivez toujours plus dans ses réseaux qui sont dorés et donc ils ne sont pas reconnus par vous pour ce qu’ils sont. Votre désir ardent de jouissance de la vie apporte la mort – parce que ce désir ardent vous est mis dans le cœur par Mon adversaire, il vous pousse toujours à une plus grande avidité à vous donner aux jouissances mondaines. Il excite tous vos désirs corporels pour qu'ils trouvent leur assouvissement et ils les trouvent aussi dans le péché. Toutes les bonnes pensées sont chassées par lui, l'amour propre est excité à sa plus grande ardeur, les hommes sont seulement adonnés à lui, parce qu'ils ne se demandent plus s'ils vivent selon Ma Volonté, selon Ma complaisance. Ils se sont donnés au monde et aussi à celui qui est le seigneur de ce monde. Sur la Terre flotte une épaisse obscurité, parce qu'aucun Rayon spirituel ne trouve accès et dans cette obscurité Mon adversaire a jeu facile, il capture d’innombrables âmes et prépare à celles-ci un sort qu'elles ne reconnaissent pas dans leur cécité. Il leur donne tout ce qu’elles désirent pour leur vie terrestre, mais horrible sera leur sort après la mort de leur corps parce qu'alors il se les approprie totalement et elles sont sans force et elles ne peuvent plus se libérer de son pouvoir et elles doivent payer le bref temps de vie terrestre dans le bien-être avec une sort terrifiant dans l'Éternité. Bien qu’il soit présenté sérieusement aux hommes, bien qu’ils soient mis en garde sur l'urgence et avertis sur l'ennemi de leur âme, ils n'écoutent pas, mais tournent leurs regards fixement sur le monde qui les allèche avec sa splendeur. Et le péché s’accroit, parce que ce que l'homme n'obtient pas tout seul, il cherche à le conquérir par des voies injustes. Pour lui rien n’est sacré, ni les biens ni la vie du prochain, seulement si cela sert à son corps. Il est dans une telle prédisposition d'esprit qu’il est impossible pour la Lumière d’entrer dans son cœur, il se trouve dans la plus épaisse obscurité et il se sent bien. C’est un temps de corruption, un temps de péché, dans lequel Mon adversaire célèbre son triomphe, dans lequel Mes messagers de Lumière conquièrent peu d'influence et dans lequel seulement les forces du bas réussissent. Mon adversaire obtient une riche récolte - et le temps va vers sa fin. Le travail dans la Vigne est nécessaire plus que jamais, pour que puisse encore être sauvés ces hommes qui ne sont pas encore entièrement adonnés à son influence, dont les âmes ne sont pas encore devenues ses victimes.

Amen