Kom bij Mij aan tafel, dan zullen jullie ook spijs en drank ontvangen als voedsel voor jullie ziel Waaraan hebben jullie meer behoefte dan dat, wat jullie ziel kracht geeft? Waaraan kunnen jullie gebrek hebben, wanneer voor jullie ziel gezorgd is wanneer jullie allereerst streven naar dat wat jullie tot heil strekt Dan vervullen jullie geheel en al het doel van jullie leven op aarde, en het lichaam zal ook hebben, waar het behoefte aan heeft, zolang het de ziel tot verblijfplaats moet dienen. En Ik weet waarachtig, hoelang jullie ziel haar omhulsel nodig heeft, hoelang jullie als mens op aarde moeten leven, om de ziel de nodige rijpheid te verschaffen. En zolang zal ook het lichaam blijven bestaan.
Als jullie dus van Mij iets verlangen, dan alleen voor jullie ziel, en jullie zullen rijkelijk ontvangen, jullie ziel zal geen gebrek behoeven te lijden, en het lichaam zal ook in overvloed hebben, omdat jullie eerst je best doen, om Mijn wil te vervullen, Mijn woord tot jullie te nemen, Mij aan te horen, en jullie dus gasten zijn bereid om te ontvangen aan tafel bij de Heer. Ik wil jullie voortdurend het voedsel voor jullie ziel aanreiken, Ik wil, dat jullie je voeden met het brood van de hemel, dat jullie Mijn woord tot jullie nemen, dat jullie de kracht geeft op te klimmen in den Hogen. En Ik wil dat jullie je te vaker met Mij in verbinding stellen, dat jullie steeds bereid zijn naar Mij te luisteren, wanneer Ik tot jullie spreek.
Ik nodig jullie voortdurend uit Mijn gasten te zijn, die Ik wil laven met brood en wijn, met Mijn lichaam en Mijn bloed met alles, wat de ziel nodig heeft, om toe te nemen in licht en kracht En waarachtig niemand zal honger en gebrek hoeven lijden, die bij Mij aan tafel gaat, die tot Mij bidt om gaven van liefde, die hij bovenal nodig heeft op zijn aardse levensweg. En daarom stuur Ik steeds mijn knechten, om de mensen van de straat binnen te roepen in Mijn gastvrije huis Ik laat allen roepen, dat ze tot Mij komen en Mijn gasten willen zijn. Maar Mijn huis ligt afgelegen van de brede weg, en daarom moeten ze deze weg verlaten, wanneer ze Mij bereiken willen, maar ze zullen er nooit spijt van hebben, want ze vinden nooit op hun brede weg de kostelijke verkwikking, die hen aan Mijn tafel aangeboden wordt. En steeds meer zullen zij ernaar verlangen, des te vaker ze Mijn gasten zijn geweest.
Maar ze moeten vrijwillig tot Mij komen, want hoewel Ik ook de boodschappers naar hen uitzend, toch zal ik niemand dwingen, naar Mijn gastmaal te komen. Maar wie aan Mijn oproep geen gevolg geven, zullen met lege handen vertrekken, want de wereld kan hun nimmer meer bieden, wat Mijn liefde hun wil aanreiken Mijn woord, dat kracht en licht en leven is en hen tot de zaligheid leidt.
Amen
VertalerTretet an Meinen Tisch, so werdet ihr auch Speise und Trank erhalten als Nahrung für eure Seele.... Wessen bedürftet ihr mehr als das, was der Seele zur Kräftigung dienet? Was kann euch mangeln, wenn eure Seele versorgt ist.... wenn ihr zuerst danach trachtet, was ihr zum Heil gereicht.... Dann erfüllet ihr ganz und gar euren Erdenlebenszweck, und der Körper wird auch haben, wessen er bedarf, solange er der Seele Aufenthalt sein soll. Und Ich weiß es wahrlich, wie lange eure Seele ihrer Hülle bedarf, wie lange ihr als Mensch auf Erden leben müsset, um der Seele die nötige Reife zu verschaffen. Und solange auch wird der Körper erhalten. So ihr also von Mir etwas begehret, dann nur für eure Seele, und ihr werdet reichlich empfangen, eure Seele wird nicht zu darben brauchen, und der Körper wird auch in Fülle haben, weil ihr zuerst bemüht seid, Meinen Willen zu erfüllen, Mein Wort entgegenzunehmen, Mich anzuhören, und ihr also empfangsbereite Gäste seid am Tisch des Herrn. Ich will euch ständig die Nahrung eurer Seele darreichen, Ich will, daß ihr euch mit dem Brot des Himmels nähret, daß ihr Mein Wort entgegennehmet, das eurer Seele die Kraft vermittelt zum Aufstieg zur Höhe.
Und Ich will, daß ihr Mich des öfteren darum angehet, daß ihr immer bereit seid, Mich anzuhören, wenn Ich zu euch rede.... Ich lade euch ständig ein, Meine Gäste zu sein, die Ich laben will mit Brot und Wein, mit Meinem Fleisch und Meinem Blut.... mit allem, was die Seele braucht, um zuzunehmen an Licht und Kraft.... Und es soll wahrlich keiner zu hungern und darben brauchen, der an Meinen Tisch tritt, der Mich bittet um Gaben der Liebe, die er überaus nötig hat auf seinem Erdenlebensweg. Und darum sende Ich stets Meine Knechte aus, um die Menschen von der Straße hereinzurufen in Mein gastfreundliches Haus.... Alle lasse Ich rufen, daß sie zu Mir kommen und Meine Gäste sein wollen. Mein Haus aber liegt abseits der breiten Straße, und darum müssen sie diese verlassen, wenn sie zu Mir gelangen wollen, aber sie werden es niemals bereuen, denn sie finden niemals auf ihrem breiten Wege die köstliche Erquickung, die ihnen an Meinem Tisch angeboten wird. Und stets mehr werden sie danach Verlangen tragen, je öfter sie Meine Gäste gewesen sind. Doch freiwillig müssen sie zu Mir kommen, denn wenngleich Ich auch die Boten nach ihnen aussende, so werde Ich doch keinen zwingen, zu Meinem Gastmahl zu kommen, doch leer werden ausgehen, die Meinem Ruf nicht Folge leisten, denn die Welt kann ihnen nimmermehr bieten, was Meine Liebe ihnen darreichen will.... Mein Wort, das Kraft und Licht und Leben ist und sie führet zur Seligkeit....
Amen
Vertaler