De bestuurder van het heelal kent geen hindernissen. Aan Hem is alles onderdanig. Naar Zijn wil moet al het geschapene zich voegen, elk geschapen wezen, zij het van geestelijke aard of gekluisterd in de vorm. Alleen Zijn wil regeert, ofschoon Hij de mens vrijheid van wil verleent, die echter Zijn macht en Zijn wil nooit in twijfel trekt, want Hij alleen is de Heer over hemel en aarde, over de gelukzalige wereld der geesten en ook over het rijk der duisternis. Deze Heer nu te onderkennen zou voor de mensen niet moeilijk mogen zijn, want alles wat de mens omringt, is een bewijs van Hem en Zijn wil. Want al is de mens ook de wilsvrijheid gegeven, toch is hij niet in staat tegen de wil van God in te gaan. Hij is ook niet in staat Gods wil naar zijn hand te zetten. Maar hij is ook niet in staat uit zichzelf dat te laten ontstaan wat zijn oog ziet en zijn geestelijke vermogens gewaar worden. Hij kan God erkennen en als hij Hem dus niet erkent, liegt hij tegen zichzelf en door deze leugen gaat hij in tegen de Geest Die hem geschapen heeft. En hij spreekt als het ware over zichzelf het oordeel uit van verbanning uit de nabijheid van God, wanneer deze God niet ook de Liefde zou zijn van eeuwigheid.
Gods kracht en macht kunnen niet worden geloochend. En dat ze zich openbaren door de schepping is een bewijs van Zijn liefde voor Zijn schepselen. Want Hij wil dat ze Hem kunnen onderkennen. Hij wil dat ze in Hem geloven en geeft zich zelf aan hen te onderkennen doordat Hij blijk geeft van Zijn macht en kracht. Want Hij verlangt naar de liefde van Zijn schepselen die Hij alleen kan winnen wanneer Hij zich ook als de God van de liefde openbaart. En Zijn scheppingen zijn daarom duidelijk herkenbaar als ontstaan voor Zijn schepselen. De kracht die Hem werkzaam zal laten worden voor het ontstaan van nieuwe scheppingen, is Liefde. Dus moeten ook de scheppingen beantwoorden aan een doel dat liefde zal laten herkennen. Zijn scheppingen moeten ertoe dienen geluk en zaligheid teweeg te brengen of te bezorgen.
Wie van de liefde deze wil om vorm te geven zien wil en kan, zal zelf ontbranden in liefde voor zijn Schepper van eeuwigheid. Want waar een bewijs van liefde wordt gegeven, daar wordt ook liefde gewekt. Zijn macht en kracht te bewijzen is niet alleen het doel van Zijn schepping, maar daarin moet duidelijk Zijn liefde zichtbaar worden, die Hem aanleiding gaf tot elke schepping. Maar voordat de liefde van een Wezen kan worden ingezien, moet eerst het Wezen zelf worden onderkend. Er moet kunnen worden geloofd dat dit Wezen een niet te overtreffen Macht is, dat het hoogst volmaakt is. En dit kan worden geloofd omdat deze Macht zichzelf bewijst door elke schepping. Maar alleen het geloof aan Zijn macht en kracht is voor God niet voldoende. Hij wil als Liefde worden herkend, om welke reden al Zijn scheppingen ook een uitstraling van Gods liefde bewijzen, doordat ze een nuttige en heilzame bestemming hebben, dat ze dienen om hen die van God verwijderd zijn, terug te voeren.
Dit laatste doel is echter alleen voor diegenen duidelijk, die God al als hoogst volmaakt Wezen, als Liefde hebben onderkend. Maar ieder denkend mens moet de hem omgevende scheppingen bekijken met vragende gedachten, opdat hem antwoord kan worden gegeven: dat God zelf zich openbaart door de schepping, dat Zijn wil overal naar voren treedt, dat geen wezen deze wil kan bepalen, dus de macht en kracht alleen bij Hem liggen, maar dat Zijn macht en kracht alleen vorm krijgen door Zijn liefde die over alles heen straalt, die zich bekend maakt omdat ze wederliefde wil vinden, omdat ze voor eeuwig alleen maar gelukkig wil maken. De liefde van God kan eeuwig niet ontkend worden, net als de almachtige wil van de Bestuurder van alle werelden, aan welke niets weerstand kan bieden, Die onderkend moet worden en kan worden, waar de wil daartoe aanwezig is.
Amen
VertalerLe Conducteur du Cosmos ne connaît aucune entrave, tout Lui est subordonné, chaque créature, chaque être créé, qu’il soit du genre spirituel ou terrestre, doit s'adapter à Sa Volonté. Seulement Sa Volonté gouverne, bien qu’Il ait concédé à l'homme la liberté de la volonté, chose qui cependant ne met jamais en doute Sa Puissance et Sa Volonté, parce que Lui Seul Est le Seigneur sur le Ciel et sur la Terre, sur le monde des esprits bienheureux et même sur le règne des ténèbres. Reconnaître maintenant ce Seigneur, ne devrait pas être difficile pour les hommes, parce que tout ce qui entoure l'homme Le désigne ainsi que Sa Volonté. Parce que même si à l'homme il est donné la liberté de la volonté, il n'est pas de toute façon en mesure d'aller contre la Volonté de Dieu, de se rendre ductile la Volonté de Dieu ; mais il n'est même pas en mesure de faire se lever tout seul quelque chose que son regard voit et que son sens perçoit ; il peut reconnaître Dieu, et si donc il ne Le reconnaît pas, il est menteur contre lui-même, et à travers ce mensonge il s'oppose contre l'Esprit qui l'a créé. Et lui-même émet un jugement qui le bannirait de la Proximité de Dieu si ce Dieu n’était pas aussi le Dieu de l'Amour de l'Éternité. La Force et la Puissance de Dieu ne peuvent pas être niées, et elles se manifestent à travers la Création, elles sont une preuve de Son Amour pour Ses créatures. Parce qu'Il veut qu'elles puissent Le reconnaître, Il veut qu'elles croient en Lui et Lui-Même veut se donner à reconnaître en rendant évident Sa Puissance et Sa Force, parce qu'il désire l'amour de Ses créatures que maintenant Il a conquis, lorsqu’il se révèle Lui-même comme Dieu de l'Amour. Et donc Ses Créations sont clairement reconnaissables comme sort pour Ses créatures. La Force qu'Il fait devenir active pour faire se lever toujours de nouvelles Créations est l'Amour, donc les Créations doivent aussi correspondre à un but qui fait reconnaître l'Amour, Ses Créations doivent servir à créer le bonheur et la béatitude ou bien aider à les atteindre. Celui qui veut et peut voir cette Volonté de former de l'Amour brûlera lui-même d'amour pour son Créateur de l'Éternité, parce que là où est apportée une preuve de l'Amour, là est aussi réveillé l'amour. Ce n'est pas uniquement le but de Ses Créations de montrer Sa Puissance et Sa Force, mais dans cela on doit reconnaitre l’Amour qui l'a poussé à chaque Création. Mais avant que puisse être reconnu l'Amour d'un Être, Lui-Même doit d'abord être reconnu, Il doit pouvoir être cru que la Puissance de cet Être est indépassable, qu'Il Se trouve dans la plus sublime Perfection ; et cela peut être cru, parce que cette Puissance Le montre Lui-Même à travers chaque Création. Mais à Dieu il ne suffit pas seulement de la fois dans Sa Puissance et dans Sa Force, Il veut Être reconnu comme Amour, c’est pourquoi toutes Ses Créations montrent un Rayonnement d'Amour de Dieu, en ayant une destination utile et salvatrice qui sert pour le Retour à Dieu du spirituel encore loin de Lui. Ce dernier but cependant est visible seulement par ceux qui ont déjà reconnu Dieu comme l'Être le plus extrêmement parfait, comme Amour ; mais chaque homme pensant doit observer les Créations qui l'entourent avec des pensées interrogatives, pour qu'il puisse lui être donné la Réponse comme quoi Dieu Lui-Même se révèle à travers la Création, que Sa Volonté se manifeste partout, qu'aucun être ne peut déterminer cette Volonté, donc la Puissance et la Force est uniquement en Lui, mais Sa Puissance et Sa Force prennent Forme seulement à travers Son Amour qui irradie tout, donc Il Se fait reconnaître, parce qu’Il veut trouver l'amour en retour, parce qu'Il voudrait seulement rendre heureux éternellement. L'Amour de Dieu ne peut pas être éternellement nié comme aussi la miraculeuse Volonté du Conducteur de tous les mondes, auquel rien ne peut résister, qui doit et peut Être reconnu, là où pour cela il existe la volonté.
Amen
Vertaler