Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De brug vanuit het rijk van licht is Jezus Christus

In de naam van de gekruisigde Heiland moge u worden gezegd dat het hemelrijk opengaat voor ieder die Hem erkent als Gods Zoon en Verlosser van de wereld, maar dat dit gesloten blijft voor degene die Hem niet wil erkennen.

U mensen zult moeten weten dat voor Zijn kruisdood de beide werelden die bekend zijn als rijk van het licht en van de duisternis, streng waren gescheiden. Dat er twee totaal verschillende gebieden waren die geen verbinding hadden met elkaar omdat ze volledig tegengesteld waren aan elkaar. Een verklaring hiervoor is te zoeken in het volledig zich van God afkeren van het geschapen geestelijke, dat dan een wereld deed ontstaan in een God vijandige ordening, terwijl het God trouw gebleven geestelijke in de goddelijke ordening verbleef en daardoor ook in een gebied van volkomenheid, van licht en onbelemmerde kracht.

Er kon geen verbinding bestaan tussen deze beide werelden omdat de tegenstelling te groot was, omdat de afstand van God in elk opzicht een negatieve uitwerking moest hebben, er in zekere zin een streven naar tegengestelde polen zou zijn, maar er nooit naar slechts één pool werd gestreefd. Tussen het rijk van het licht en dat van de duisternis ontbrak elke band, wat nog begrijpelijker wordt door de uitleg dat de heersende krachten van beide gebieden volledig tegengesteld tegenover elkaar stonden en geheel tegengestelde doelen nastreefden: hoogste volmaaktheid in vrijheid en licht en kracht, en het knevelen van het geestelijke dat voor hoogste werkzaamheid was bestemd.

Er bestond dus een onoverbrugbare kloof tussen deze beide werelden, die van de kant van de duisternis eeuwig niet ongedaan zou hebben kunnen worden gemaakt, maar wel van de kant van de in goddelijke ordening gebleven geestelijke wereld, wier bewoners het inzicht hadden en bijgevolg ook op de hoogte waren van de enige mogelijkheid een brug te slaan. Er moest zich een wezen uit de geestelijke wereld in de duistere sferen wagen en van daaruit een weg banen die dan kon worden begaan door ieder wezen dat in het lichtrijk wilde komen. Dit uit de hoogte neergedaalde wezen moest de goddelijke ordening tot stand brengen doordat het eerst zelf hiervoor in deze goddelijke ordening leefde en dan de bewoners van de duistere wereld, de mensen op de aarde hiervan in kennis stelde, opdat ook zij, door Zijn voorbeeld aangespoord, een andere levenswandel zouden leiden dan voorheen, dat ze dus in plaats van in tegenovergestelde, in dezelfde richting streefden als de mens Jezus, wiens doel boven was - dat wil zeggen de terugkeer in het rijk dat Hij had verlaten ter wille van de in duisternis levende mensen.

De wil om opwaarts te gaan vindt altijd de juiste weg, maar deze wil ontbrak de mensen. Hij was naar beneden gericht, want het werkzaam zijn van negatieve krachten in het rijk der duisternis heeft steeds succes. En deze krachten jagen alleen het ene doel na, het wezen elk inzicht te ontnemen om het de terugkeer naar God te verhinderen. De wil van het wezen zou de vorst der duisternis en zijn werkzaam zijn een halt toe kunnen roepen, maar hij doet het niet. Hij is zelf zo zwak en aan elke ongunstige invloed zonder verzet blootgesteld.

De lichtwereld was daarvan op de hoogte en er bood zich een oer-geschapen geest aan om zijn wil en zijn liefde tegenover de slechte invloed van de tegenstander van God te stellen. Er streden nu als het ware twee kinderen van God - twee door Hem zelf in het leven geroepen evenbeelden - tegen elkaar, omdat ze niet meer dezelfde wil en dezelfde liefde hadden, daar ze anders niet als tegenstanders tegenover elkaar zouden hebben gestaan. Maar deze strijd moest op zo’n manier gebeuren dat het lichtwezen tevoren het omhulsel aandeed dat het beroofde van de goddelijke kracht. Het moest als mens strijden tegen degene die de schuld had van het mens-zijn van alle gevallen geesten. Was hij sterker dan die ander, dan was er voor de mensen ook hoop om de tegenstander van God te overwinnen en dan was er ook een weg gebaand die terugleidt naar het vaderhuis.

De ziel van de mens Jezus, wiens lichaam wel aards was, bracht iets mee van boven en straalde het op de aarde af: goddelijke liefdeskracht. De liefde wordt geen wezen ontnomen. Ze kan te allen tijde ontstoken worden, maar ze kan ook verstikt worden door eigen willen. En deze liefde is de brug naar het rijk van het licht, want de liefde is naar boven gericht, naar God die de eeuwige Liefde zelf is. De liefde zoekt altijd de pool van de liefde en is nu nooit aan God vijandig werkzaam.

De liefde bewoog een lichtwezen om naar de aarde af te dalen en de liefde bleef met de eeuwige Liefde in verbinding. En de brug was geslagen tussen het rijk van het licht en dat der duisternis door Jezus Christus. Hij is echter niet zichtbaar voor de wezens op de duistere aarde die geen gebruik maken van Zijn leiding, die zich niet bij Hem aansluiten in het geloof de juiste Leider naar het rijk van het licht te hebben gevonden. Die Zijn liefde niet beantwoorden, die in Hem niet de Meester onderkennen Die Zijn tegenstander heeft bedwongen en die zich daarvoor dankbaar aan Hem onderwerpen. Die in Hem niet degene zien die Heer is over leven en dood, over licht en duisternis, die Hem niet erkennen als Gods Zoon en Verlosser van de wereld.

De kloof tussen het lichtrijk en het rijk der duisternis blijft onherroepelijk bestaan voor ieder die de weg niet gaat die Jezus Christus voor hem heeft geopend en die alleen naar de Vader leidt. Want deze staat nog helemaal onder de invloed van de tegenstander van God en zal niet eerder vrij van hem worden dan dat hij bereid is de wet van de eeuwige ordening te aanvaarden, tot hij zijn weerstand opgeeft en zich door Jezus Christus zal laten verlossen Die alleen de weg is naar de Vader Wiens oneindige liefde een weg vond die uit de duisternis naar het licht voert.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Le Pont vers le Royaume de la Lumière Est Jésus Christ

Au Nom du Sauveur crucifié il vous est dit que le Royaume des Cieux s'ouvre à chacun qui Le reconnaît comme Fils de Dieu et Rédempteur du monde, mais qu'il reste fermé pour celui qui ne veut pas Le reconnaître. Vous les hommes vous devez savoir qu'avant Sa mort sur la Croix les deux mondes étaient sévèrement séparés, qu’ils étaient connus comme étant le Règne de la Lumière et celui de l'obscurité, et c’étaient deux régions totalement séparées qui n'avaient aucun contact mutuel, parce qu'elles étaient en complet antagonisme réciproque. Une explication pour ce fait est à rechercher dans le total éloignement du spirituel de Dieu qui a fait ensuite se lever un monde dans l'Ordre contraire à Dieu, tandis que le spirituel qui était resté dans l'Ordre divin est aussi dans une région de perfection, de Lumière et de Force sans obstacles. Il ne pouvait y avoir aucun contact entre ces deux mondes, parce que le contraste était trop grand, parce que la distance de Dieu devait avoir un effet négatif qui était d’une certaine manière une tendance vers des pôles opposés, mais qui n'aurait jamais tendu vers un pôle. Toute liaison entre le Règne de la Lumière et celui de l'obscurité manquait, et la chose devient encore plus compréhensible grâce à l'explication comme quoi les Forces dominantes des deux régions étaient totalement en opposition réciproque et poursuivaient des buts complètement contraires : la plus sublime perfection dans la Liberté, dans la Lumière et dans la Force, et un bâillonnement du spirituel destiné à l’action la plus sublime.

Il existait donc un gouffre infranchissable entre ces deux mondes, qui dans l’éternité n'auraient pas pu être suspendu du coté de l'obscurité, mais probablement de la part du monde spirituel qui était resté dans l'Ordre divin, et dont les habitants étaient dans la connaissance et par conséquent ils connaissaient aussi l'unique possibilité d'édifier un Pont. Un Être du monde spirituel devait oser descendre dans les sphères obscures et là, emprunter une voie qui, ensuite, pouvait être parcourue par chaque être qui voulait atteindre le Royaume de la Lumière. Cet Être descendu d'en haut devait rétablir l’Ordre divin, en vivant lui-même en premier dans cet Ordre divin et ensuite il donnait connaissance aux habitants de ce monde obscur de la voie qui devait conduire à un autre chemin de vie que celui suivi jusqu'à présent, en le suivant lui-même à titre d’exemple, et donc ils devaient tendre dans la même direction que l'Homme Jésus, dont le But était en haut, c'est-à-dire au retour dans le Royaume qu'Il avait laissé pour les hommes qui vivaient dans l'obscurité. La volonté pour arriver en haut trouve toujours la voie juste, mais cette volonté manquait aux hommes, elle était tournée vers le bas, parce que l’action des forces négatives est toujours un succès dans le règne de l'obscurité, et ces forces poursuivent seulement l'unique but qui est d'enlever à l'être toute connaissance, pour l'entraver dans le retour à Dieu. La volonté de l'être pourrait arrêter le prince de l'obscurité et son action, mais il ne le fait pas. Lui-même est faible et il est donc exposé sans résistance à chaque influence désavantageuse.

Donc le monde de la Lumière savait cela, et un Esprit créé primordialement s’est offert pour opposer Sa Volonté et Son Amour contre la mauvaise influence de l'adversaire de Dieu. Maintenant se combattait pour ainsi dire deux fils de Dieu, deux Images appelés à la vie par Lui-Même, parce qu’ils n’étaient plus de la même volonté et du même amour, autrement ils ne se seraient pas fait face en tant qu’adversaire. Mais cette lutte devait se dérouler de sorte que l'Être de Lumière revête d'abord l'enveloppe qui Le privait de la Force divine. Il devait lutter en tant qu’Homme contre celui qui était coupable de l'existence comme homme de tous les esprits tombés. S'il Était plus fort que celui-ci, alors son pouvoir était cassé, alors il existait un espoir pour les hommes de vaincre l'adversaire de Dieu, et alors il était créé une voie qui reconduisait à la Maison du Père. L'Âme de l'Homme Jésus, dont le Corps était certes terrestre, a porté quelque chose d'en haut et il le rayonnait sur la Terre : la Force divine de l'Amour. L'amour n'est enlevé à aucun être, il peut être allumé à tout instant, mais il peut aussi être étouffé à travers sa volonté. Et cet amour est le pont vers le Règne de la Lumière, parce que l'amour est tourné en haut, vers Dieu, qui Est l'éternel Amour Même. L'Amour cherche toujours le pôle d'amour et il n'est maintenant jamais actif contre Dieu. C’est l'Amour qui a incité un Être de Lumière à descendre sur la Terre, et l'Amour est resté en contact avec l'éternel Amour. Et ainsi le Pont entre le Règne de la Lumière et celui de l'obscurité avait été établi par Jésus Christ. Mais il ne peut pas être vu des êtres obscurs sur la Terre, qui ne font aucun emploi de Son exemple, qui ne le suivent pas dans la foi d'avoir trouvé la voie juste vers le Règne de la Lumière, qui ne répondent pas à Son Amour, qui ne reconnaissent pas en Lui le Maitre qui a vaincu Son adversaire et ils ne se soumettent pas à Lui reconnaissants pour ce qu’Il a fait, qui ne voient pas en Lui Celui Qui Est le Seigneur sur la vie et sur la mort, sur la Lumière et sur l'obscurité, qui ne Le reconnaissent pas comme Fils de Dieu et Rédempteur du monde. Le gouffre entre le Règne de la Lumière et le règne de l'obscurité reste irrévocablement existant pour chacun qui ne parcourt pas la voie que Jésus Christ a ouvert et qui est la seule qui mène au Père, parce que celui-ci est encore complètement sous l'influence de l'adversaire de Dieu et il ne s'en libérera pas tant qu’il n'est pas de bonne volonté pour entrer dans la Loi de l'Ordre éternel, tant qu’il ne renonce pas à sa résistance et ne se laisse pas libérer par Jésus Christ qui Seul a la voie vers le Père, dont l'infini Amour a trouvé la voie qui mène hors de l'obscurité dans la Lumière.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet