Er worstelen talloze zielen in het hiernamaals om hogerop te komen, en deze zielen bevinden zich in uiterste nood. Hun krachteloosheid maakt hun het omhoog gaan onmogelijk, en het besef van hun krachteloosheid kwelt hen oneindig omdat zij niet weten hoe zij deze kunnen opheffen. Juist het gebrek aan kennis is hun ongeluk, want volgens de wet van eeuwigheid kan hun alleen dat gegeven worden waar hun wil in toestemt, en naar die wil wordt hun gegeven. Willen zij licht dan ontvangen zij het ook, maar als zij de weldaad van het licht niet ervaren hebben, voelen zij ook geen verlangen naar het licht.
Hun ellendige toestand bestaat daarin dat zij onophoudelijke lijden en de wil, hun toestand van lijden te veranderen, kunnen zij niet opbrengen, als zij tenminste hun wil niet gebruiken om op te staan tegen GOD en hun lot - en vreselijk te keer gaan in hun omgeving.
Deze zielen zijn reeds in een helse toestand omdat zij door de krachten der hel voortdurend worden opgezweept, en daardoor is er voor hun verandering en streven omhoog nog een ondenkbaar lange tijd nodig.
Maar ook de in gehele onverschilligheid verzonken zielen kunnen eveneens een eindeloos lange tijd hun ellendig lot moeten verdragen, als er voor hen nergens hulp vandaan komt, daar zij vanwege de zwakheid van hun wil zich niet zelf kunnen helpen.
En deze hulp kunnen hun alleen die wezens brengen wier liefde hen uit de duisternis zou willen verlossen. Mensen op aarde of ook wezens in het hiernamaals die reeds in het licht staan of ook al een hogere graad van inzicht bezitten, die hen in staat stelt hulp te bieden.
Ontelbare zielen nu zijn in deze nood over wie de mensen zich zouden moeten ontfermen, maar juist van de kant van de mensen is er voor deze zielen weinig hulp - omdat de mensen niet meer geloven aan een voortleven van de ziel na de dood.
De mensen zou een groot arbeidsveld ter beschikking staan op geestelijk gebied, als zij zich over de noodlijdende zielen in het hiernamaals zouden willen ontfermen en hen wilden helpen uit de diepte omhoog te komen. En de hulp van de zielen in het hiernamaals zou de mensen zelf weer ten goede komen, als zij zich in lichamelijke of geestelijke nood bevonden.
Maar de mensen dragen zeer weinig bij aan dit verlossingswerk en laten daardoor ook hun geliefden in het hiernamaals, over wie zij zich toch in het bijzonder moesten ontfermen - in grote nood.
Daarom wordt het met bijzondere vreugde begroet, wanneer op de aarde mensen samenkomen die deze wil om te verlossen in zich dragen en een licht willen ontsteken voor veel zielen in de duisternis. Daarom nemen ook de lichtwezens deel aan het verlossingswerk in zoverre, dat zij eveneens vertoeven waar aan de ongelukkige zielen in het hiernamaals liefdevol gedacht wordt. En hun hulpverlening is duidelijk te zien doordat zij zich beschermend voor de mensen op aarde stellen, als het opdringen van duistere geesten het werk van verlossing in gevaar dreigt te brengen.
Zowel de zielen in het hiernamaals alsook de mensen op de aarde hebben hun beschermgeesten die, naargelang de wil van hen, ingrijpen, als er gevaar dreigt. En waar de mensen verlossend werkzaam willen zijn, zal altijd de vijand loeren en hij zal verwarring proberen te stichten waar opheldering zal worden geboden aan hen die in duisternis gaan.
Maar hij zal het niet kunnen verhinderen dat de stralen van het licht, die van de liefdewil om te verlossen uitgaan de zielen van de duisternis beroeren, die ze als een weldaad ondergaan en elkaar daar zullen ontmoeten waar mensen samen zijn die hen willen helpen - en deze wil zal gezegend zijn. Want de ziel die eenmaal binnen het bereik van een lichtstraal van liefde is gekomen, valt nimmermeer in de diepte terug. Zij zoekt het licht en zal het ook vinden, omdat iedere ziel gegeven wordt wat zij begeert.
Amen
VertalerNebrojene se duše u onostranom naprežu uspeti [[iz ponora/bezdana]], i te duše trpe najgoru patnju, jer njihov nedostatak snage čini njihov uspon nemogućim, a njihova realizacija [[vlastite]] slabosti je za njih neizmjerno bolna pošto ne znaju kako poboljšati njihovu situaciju. Sam ovaj nedostatak znanja je njihova nesreća/bijeda, pošto im se zbog zakona vječnosti može dati jedino ono što žele, i oni primaju u skladu sa njihovom voljom. Ako žele svjetlo, oni će ga primiti, ipak bez da su doživjeli dobrobit svjetla oni niti ne žude za njime. Njihova agonija počiva u činjenici da su oni u neprestanom stanju patnje i više nisu sposobni prikupiti volju da bi ga promijenili. Ako ne koriste svoju volju da bi revoltirali protiv Boga i njihove sudbine, oni pak nastavljaju užasno bijesniti u njihovom okruženju. Ove su duše već u paklenom stanju, budući su neprestano podbadane od strane paklenih sila i za njihovu promjenu i težnju za usponom je i dalje potrebno nevjerojatno dugo vrijeme. Također bi i letargične/indiferentne duše jednako morale trpjeti njihovu bolnu sudbinu jedno izuzetno dugo vrijeme ukoliko ne prime pomoć sa strane, pošto su one zbog njihove slabe volje nesposobne sebi samima pomoći.
A ta im pomoć jedino može biti pružena od strane bića čija ih ljubav želi osloboditi iz tame.... od strane ljudi na Zemlji ili bića u onostranom koja su ili već prosvjetljena ili posjeduju tek nešto viši stupanj znanja koji im omogućava pomoći. Tako bezbrojne duše proživljavaju ovakvu nevolju i ljudi bi se nad njima trebali sažaliti.... ali posebice će ljudi rijetko pomoći tim dušama, pošto ljudi više ne vjeruju u nastavak dušinog života nakon smrti.. Ljudi bi mogli imati ogromnu sferu aktivnosti na duhovnom nivou da su potpomagali patničke duše u onostranom te su im pomogli uspeti se iz ponora, a pomaganje ovim dušama u onostranom bi zauzvrat opet imalo učinak na ljude kada trpe fizičku i psihološku nevolju.... Ipak ljudi vrlo rijetko sudjeluju u ovom iskupiteljskom radu, oni čak ostavljaju njihove voljene u onostranom u velikoj patnji, o kojima bi se posebice trebali brinuti.... To je razlog zašto je pozdravljeno sa velikom radošću kada se na Zemlji okupe ljudi koji imaju volju vršiti iskupiteljski rad i žele zapaliti svjetlo mnogim dušama u tami.
Iz ovog razloga svjetlosna bića isto tako igraju iskupljujuću ulogu utoliko što se ona također pojavljuju tamo gdje su se [[ljudi]] sa ljubavlju ispunjenim mislima prisjetili nesretnih duša u onostranom, i njihova je pomoć očigledna pošto oni zaštitnički okružuju ljude na Zemlji kada gomila mračnih duhovnih bića prijeti dovesti u opasnost iskupiteljski rad. Duše u onostranom baš kao i ljudi na Zemlji imaju njihove anđele čuvare koji će, zavisno o volji prijašnjih, intervenirati kada prijeti opasnost. A neprijatelj će uvijek vrebati tamo gdje ljudi žele vršiti iskupiteljski rad i pokušat će zbuniti one koji bi trebali ponuditi prosvjetljenje dušama u tami. Pa ipak on neće biti sposoban spriječiti da zrake svjetla, koje izbijaju iz iskupljujuće ljubavi, dodirnu duše u tami, koje osjećaju njihovu dobrobit i borave/pojavljuju se gdjegod se ljudi okupljaju sa voljom da bi im pomogli, i ovaj će rad biti blagoslovljen.... Jer jednom kada je duša bila dotaknuta zrakom svjetla i ljubavi, ona više nikad neće sići [[u ponor/bezdan]], ona će tražiti svjetlo i također ga pronaći, jer svaka će duša primiti ono za čim žudi.
AMEN
Vertaler