• Terug

De nood van de ongelovigen bij het binnengaan in het hiernamaals

U allen moet mee helpen aan de verlossing van de dwalende zielen. Een ieder die in MIJ gelooft, dus ook aan een leven van de ziel na de dood, zal ook proberen dit geloof op zijn medemensen over te dragen. En dan doet hij ook een werk van barmhartige naastenliefde, want hij redt zulke zielen van de dood.

Als u wist hoeveel makkelijker het lot van die zielen is die maar een vonkje van geloof in zich dragen bij het verlaten van deze aarde, dan zou u alles doen om dat vonkje in u te doen ontbranden. En hoe groter die vonk is, des te helderder is het in uw ziel bij het ingaan in het rijk hierna. Wie echter zelf reeds gelooft, mag niet ophouden voor hij zijn medemensen voor dat geloof gewonnen heeft. Hij moet met alle ijver arbeiden en zal zich daarvoor een groot loon verwerven, want de zielen die hij gewonnen heeft zullen hem er duizendvoudig voor bedanken.

De geestelijke nood te lenigen is waarlijk een arbeiden in liefde, en de gevolgen werken door tot in alle eeuwigheid. En in geestelijke nood bevinden zich alle mensen die het aan geloof ontbreekt. Die niet overtuigd zijn van een WEZEN dat bovenmate volmaakt is, die niet geloven verantwoording voor een rechterstoel te moeten afleggen aan het einde van hun aardse leven. Die er in de wereld op los leven en niet denken aan hun opdracht om de ziel ten goede te ontwikkelen. Die hun zondenschuld, die oorzaak is van dit leven op aarde, niet hebben verminderd maar vergroot, omdat zij het slachtoffer werden van Mijn tegenstander, die hen voor eeuwig verderven wil.

Deze mensen verkeren in grote moeilijkheden, maar de liefde van de medemensen kan hen helpen. Neem deel aan het Verlossingswerk van CHRISTUS en tracht uw medemensen te onderrichten, daar u zelf de grote Liefde en Barmhartigheid kent van HEM, DIE u geschapen heeft. Stel MIJ aan hen niet voor als een straffende GOD maar als een liefdevolle VADER, DIE Zijn kinderen terug roept in het VADERhuis, dat zij vrijwillig hebben verlaten. En help ze weer tot geloven te komen, dan verwerft u zich een groot loon. Want dan verricht u een werk in Mijn wijngaard dat IK niet onbeloond laat. Want daardoor win IK Mijn kinderen weer terug naar wie IK verlang en wier liefde IK ononderbroken tracht te winnen. Help MIJ deze kinderen voor MIJ te winnen, opdat IK ze voor eeuwig met Mijn Liefde gelukkig kan maken.

Amen

Not der Glaubenslosen beim Eintritt in das Jenseits....

Ihr alle sollet mithelfen an der Erlösung der irrenden Seelen. Jeder, der an Mich glaubet und also auch an ein Leben der Seele nach dem Tode, der soll seinen Mitmenschen auch diesen Glauben zu vermitteln suchen, dann tut er ein Werk barmherziger Nächstenliebe, denn er rettet solche Seelen vor dem Tode. Wüßtet ihr, um wie vieles leichter das Los der Seelen ist, die nur einen Funken Glauben in sich tragen bei ihrem Abscheiden von dieser Erde, dann würdet ihr alles tun, um diesen Funken in euch zu entzünden, und je größer er ist, desto heller ist es in ihm beim Eintritt in das jenseitige Reich. Wer selbst glaubt, soll keine Ruhe geben, bevor er nicht den Mitmenschen für den Glauben gewonnen hat. Er soll arbeiten in allem Eifer und wird sich dadurch einen großen Lohn erwerben, denn die Seelen danken es ihm tausendfach, die er gewonnen hat. Die geistige Not zu lindern ist wahrlich ein Wirken in Liebe, gehen doch die Auswirkungen bis in die Ewigkeit. Und in geistiger Not sind alle Menschen, denen es am Glauben mangelt, die nicht überzeugt sind von einem Wesen, Das überaus vollkommen ist, die nicht an eine Verantwortung vor einem Richter glauben am Ende ihres Erdenlebens, die in der Welt dahinleben ungeachtet ihrer Aufgabe, die Seele aufwärtszuentwickeln, und die ihre Sündenschuld, die Anlaß ihres Erdenlebens ist, nicht verringert haben, sondern noch erhöht, weil sie Meinem Gegner zum Opfer fielen, der sie verderben will auf ewig. Diese Menschen sind in arger Not, doch die Liebe der Mitmenschen kann ihnen helfen. Beteiligt euch am Erlösungswerk Christi, und suchet eure Mitmenschen aufzuklären, da ihr selbst im Wissen stehet um die große Liebe und Barmherzigkeit Dessen, Der euch erschaffen hat. Stellet Mich ihnen nicht hin als strafenden Gott, sondern als liebevollen Vater, Der Seine Kinder zurückrufet in das Vaterhaus, das sie freiwillig verlassen haben. Und helfet ihnen, wieder zum Glauben zu gelangen, dann erwerbet ihr euch großen Lohn, denn ihr leistet eine Arbeit in Meinem Weinberg, die Ich wahrlich nicht unentlohnt lasse, gewinne Ich doch dadurch Meine Kinder zurück, nach denen Ich Mich sehne und um deren Liebe Ich ununterbrochen werbe. Helfet Mir, diese Kinder zu gewinnen, auf daß Ich sie ewig mit Meiner Liebe beglücken kann....

Amen