• Terug

"Waar twee of drie verzameld zijn in mijn naam ...."

Waar twee of drie verzameld zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden. Mijn aanwezigheid trekt u zelf naar u toe als u Mij aanroept in uw hart. Als u om mijnentwil samenkomt, als u Mij tot het onderwerp van uw gesprekken maakt. Ik ben in uw midden en meng Me in uw gesprekken, want Ik vervul u met kracht en leid uw gedachten in goede banen. Daarom zult u steeds zeker kunnen zijn van mijn aanwezigheid en ook dat Ik alles verdrijf wat u vanaf duistere zijde in het nauw zou willen brengen. Want waar mijn licht straalt, daar vlucht het duistere geestelijke dat u schade wil berokkenen. Dan bent u ontoegankelijk voor zijn kwade invloed en staat u open voor de lichtstralen vanuit het geestelijke rijk. Dan zult u ook mijn woord vernemen zoals het van Mij uitgaat, en zijn kracht en werking voelen.

Ik zelf vertoef in uw midden en deel mijn genadegaven uit, ieder bedenkend naar behoefte. En uw ziel zal jubelen omdat Ik zelf haar voedsel geef. Dan eet u allen aan de tafel des Heren. Ik deel uit en u ontvangt. Brood en wijn, mijn vlees en mijn bloed. U bent mijn gasten die Ik voor het avondmaal heb uitgenodigd en die gewillig aan mijn uitnodiging gevolg hebben gegeven, en daarom uitermate rijk door Mij bedacht zullen worden met hemelse gaven, met mijn woord dat kostelijke verkwikking is voor uw ziel. Wanneer Ik bij u tegenwoordig ben zult u nooit gebrek hoeven te lijden, want uw Vader zorgt waarlijk bovenmate rijk voor Zijn kinderen die Hem liefhebben en Hem gehoorzaam willen zijn. Komt u nu in mijn naam bijeen, dan dringt u ook als kinderen naar Mij toe, naar uw Vader, en mijn hart verheugt zich over uw liefde en komt naar u toe om u ook mijn liefde voor u kenbaar te maken.

Elke roep vanuit een liefdevol hart, elk verlangen naar Mij vervul Ik. Want Ik wil met u spreken en Ik wil dat u naar Mij luistert. Ik ben steeds bij u als u Mij toegang verleent tot de kring terwijl u wacht. Waar mijn naam valt, uitgesproken met de mond of ook in het hart, daar is de plaats waar Ik Me graag ophoud, ofschoon u niet in staat zult zijn Mij met lichamelijke ogen te zien. Elke gedachte van u trekt Me aan, dus hoeft u ook niet te twijfelen aan mijn aanwezigheid. En waar de mensen samenkomen om met elkaar te spreken over mijn rijk, daar is ook de mogelijkheid gegeven Mij zelf te uiten. Want hun harten hebben totaal geen weerstand tegenover mijn goddelijke kracht en deze kracht maakt bij hen de tongen los. Ze spreken, gedreven door mijn geest. Hun gedachten zullen op het juiste gericht zijn, omdat ze nooit in dwaling kunnen verkeren waar Ik zelf werkzaam ben. Mijn werkzaam zijn is zeker als een mens Mij in liefde is toegedaan. Op geestelijke gesprekken zal altijd mijn zegen rusten, want ze zijn voor Mij toch het bewijs dat mijn kinderen ernaar verlangen in de waarheid te staan, dat ze Mij liefhebben en dat hun denken naar Mij uitgaat.

Waar twee of drie verzameld zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden. Deze woorden van Mij zult u serieus moeten nemen, want ze zijn een belofte mijnerzijds die u te allen tijde troost en kracht kan geven, zodat u nooit alleen bent als u aan Mij denkt. En vol vertrouwen zult u dan ook elke hulp van Mij kunnen verwachten, want als Ik bij u ben zie en hoor Ik ook uw leed. Ik ken elk verzoek van uw hart en vervul het naar uw geloof. Ik vertoef in uw midden. Hoe sterker dit geloof aan mijn aanwezigheid is, des te sterker zal ook uw geloof aan mijn hulp zijn als u in nood bent. Maar Ik wil ook dat u Mij zult vragen en zo uw geloof aan mijn tegenwoordigheid bewijst. En daarom zegen Ik degenen die zich openstellen en naar mijn antwoord luisteren, die bereid zijn mijn stem te vernemen als Ik tot hen spreken wil. Want Ik spreek steeds door de mond van uw medemensen, het zij in woord of weerwoord, of ook in het rechtstreeks toespreken van degene die binnen in zich luistert naar mijn stem.

Ik wil Me aan u mensen openbaren en ben daartoe steeds bereid, maar niet altijd vind Ik mensen die ook bereid zijn naar Mij te luisteren. Aan hen geef Ik in overvloed woorden van liefde en wijsheid, woorden van raad en vertroosting zoals Ik het heb beloofd. Want als Ik in uw midden ben, wil Ik Me niet verborgen houden. En daar u niet in staat bent Mij te zien, zult u Mij moeten horen. En zalig zij die geloven en in mijn naam samenkomen, want Ik zal ze zegenen. En ze zullen mijn zegen voelen als kracht die zich uit in het verlangen naar boven, naar Mij en naar het eeuwige leven.

Amen

"Onde dois ou três estão reunidos em Meu Nome...."

Onde dois ou três estão reunidos em Meu nome, lá estou eu no meio deles.... Vós próprios atrais a Minha presença se Me invocais no vosso coração, se vos reunis por Minha causa, se Me fazeis o tema das vossas conversas. Estou no vosso meio e intervenho nas vossas conversas Mim mesmo, pois encho-vos de força e guio correctamente os vossos pensamentos. Portanto, podeis estar sempre certos da Minha presença e também de que dissiparei tudo o que gostaria de vos oprimir do lado escuro, pois onde a Minha luz ilumina o elemento espiritual escuro que vos quer prejudicar, fugirão. Então estará inacessível à sua má influência e aberto à radiação da luz do reino espiritual. Então também ouvirá a Minha Palavra enquanto emana de Mim e sentirá a sua força e efeito. Eu próprio habito no meio de vós e distribuo os Meus dons de graça, considerando cada um de acordo com a necessidade, e a vossa alma alegrar-se-á porque Eu próprio lhe dou alimento.... depois jantam todos à mesa do Senhor.... Eu distribuo e você recebe, pão e vinho.... A minha carne e o meu sangue.... vós sois os Meus convidados que convidei para a Ceia do Senhor e que aceitaram de bom grado o Meu convite e, por isso, são abundantemente oferecidos por Mim com presentes do céu, com a Minha Palavra, que é um delicioso refresco para a vossa alma. Se Eu estou presente para vós, nunca precisareis de passar fome, pois o vosso Pai fornece verdadeiramente abundantemente para os Seus filhos que O amam e querem ser-lhe obedientes. Se agora vos reunis em Meu nome, então pressionais para Mim, vosso Pai, como filhos, e o Meu coração alegra-se com o vosso amor e vem até vós a fim de também anunciar o Meu amor por vós. Realizo cada apelo de um coração amoroso, cada desejo por Mim, (7.2.1951) pois quero falar-vos e quero que Me ouçam. Estou sempre contigo se Me concederes a entrada no círculo onde vives. Onde o Meu nome cai, falado com a boca ou também no coração, há o lugar onde eu gosto de ficar, mesmo que não me possam ver com os olhos do corpo. Cada pensamento seu atrai-me, por isso não precisa de duvidar da Minha presença. E onde as pessoas se reúnem para conversar sobre o Meu reino há também a oportunidade de se exprimirem, pois os seus corações não têm qualquer resistência à Minha força divina e esta força afrouxa as suas línguas.... eles falam, movidos pelo Meu espírito.... os seus pensamentos serão correctamente dirigidos porque nunca poderão nunca estar em erro onde eu próprio estou a trabalhar. O meu trabalho é certo se uma pessoa é dedicada a Mim com amor. A minha bênção descansará sempre em conversas espirituais, afinal, elas são a prova para Mim de que os Meus filhos desejam saber a verdade, que Me amam e que os seus pensamentos se aplicam a Mim. Onde dois ou três estão reunidos em Meu nome, lá estou eu no meio deles.... Deve levar estas Palavras de Mim a sério, pois são uma promessa Minha que lhe pode dar conforto e força em qualquer altura.... de que nunca ficará sozinho se se lembrar de Mim. E então podeis esperar com confiança todo o tipo de ajuda de Mim, pois se Estou convosco, também vejo e ouço o vosso sofrimento, sei de cada pedido do vosso coração e cumpro-o de acordo com a vossa fé. Eu moro no meio de ti.... Quanto mais forte for esta fé na Minha presença, mais forte será a vossa fé na Minha ajuda quando precisarem. Mas também quero que Me perguntem e assim provem a vossa fé na Minha presença. E por isso abençoo aqueles que se abrem e escutam a Minha resposta.... que estão dispostos a ouvir a Minha voz se eu quiser falar convosco. Pois eu falo sempre pela boca dos vossos semelhantes, seja na fala e contra-fala ou também na morada directa daquele que escuta interiormente a Minha voz. Quero revelar-Me a vós, humanos, e estou sempre disposto a fazê-lo, mas nem sempre encontro pessoas que também estejam dispostas a ouvir-Me. Dar-lhes-ei palavras de amor e sabedoria em abundância, palavras de conselho e conforto, como prometi, pois se Eu estiver no meio de vós não me manterei escondido, e como não Me podeis ver, Ouvir-me-eis. E abençoados são aqueles que acreditam e se reúnem em Meu nome, pois Eu os abençoarei e eles sentirão a Minha bênção como força que se expressa no desejo pelo acima, por Mim e pela vida eterna...._>Ámen