Geef ons de vrede van de ziel. Dat moet uw voortdurend gebed zijn. Want deze vrede bevat alles: geloof, liefde, kracht en licht. Alleen het ware geloof kan u de vrede geven en alleen in de liefde vindt u haar, omdat beide gescheiden niet dat zijn wat ze moeten zijn. Als u echter de vrede in u hebt, hebt u ook het inzicht en staat u dus in het licht. En vanuit deze zekerheid bent u ook vervuld van kracht. Bij wie nu de innerlijke vrede ontbreekt, diens ziel is onbewust niet tevreden met datgene wat ze bezit. Toch voelt ze het verlangen naar een toestand van licht die ze nog mist. Zo'n ziel, wanneer ze nog zwak in de liefde is, zoekt naar een compensatie voor het haar ontbrekende licht. En ze laat zich gemakkelijk verblinden door bedrieglijk licht. Ze zoekt de vrede en verschaft zich deze nog onterecht, omdat ze nog niet heeft voldaan aan de grondvoorwaarde: het veranderen van zichzelf tot liefde. Ze kan weliswaar ook een vrede vinden waarin ze zich gelukkig voelt, maar het is meer een verdoving, door het verstand van de mens tot stand gebracht, maar niet de goddelijke vrede die de ziel zich zelf als kind van de Vader zal laten voelen.
Het gevoel van het geborgen zijn in de armen van de Vader, wekt een vrede op die het mooiste is waar op aarde naar kan worden gestreefd. Zodra de juiste verhouding van een mens tot God, tot zijn Schepper en Vader van eeuwigheid, tot stand is gebracht, is ook zijn aards bestaan vredig, ondanks gebeurtenissen die van buiten dreigend op de mens afkomen. Want de juiste verhouding garandeert ook een juist geloof in de hulp van de Vader. En dit vaste vertrouwen is al een teken van de vrede die de ziel gelukkig maakt. Deze mensen zijn zich bewust van de aanwezigheid van God en dus blijven ze onaangetast door alles wat er op hen afkomt, zelfs wanneer ze daardoor gedwongen zijn op aarde door te zetten of te strijden tegen hun vijanden. De mens zal de vrede van de ziel niet verliezen. Hij wordt bijgestaan door goddelijke krachten die hem vasthouden en ondersteunen als het lijkt alsof hij lichamelijk zou moeten bezwijken. De vrede van de ziel kan de wereld hem niet meer afnemen, want die is het gevolg van de innige verbondenheid met God door gebed en door werken van liefde, die hem ook het herkennen van de waarheid heeft gebracht. Daarom vreest een mens die wetend is, geen gevaar meer, omdat hij dit herkent en het met de juiste wapens het hoofd kan bieden. Want steeds weet hij: hij strijdt niet alleen, maar met God Die voortdurend bij hem aanwezig is.
Amen
VertalerGib uns den Frieden der Seele.... Das sei euer ständiges Gebet, denn dieser Friede birgt alles in sich, Glaube, Liebe, Kraft und Licht. Nur der rechte Glaube kann euch den Frieden geben, und nur in der Liebe findet ihr ihn, weil beide getrennt nicht das sind, was sie sein sollen. So ihr aber den Frieden in euch habt, steht ihr auch im Erkennen, also im Licht, und aus dieser Gewißheit heraus seid ihr auch krafterfüllt. Wem nun der innere Frieden mangelt, dessen Seele ist unbewußt nicht zufrieden mit dem, was sie besitzet, dennoch spürt sie das Verlangen nach einem Zustand des Lichtes, den sie noch vermißt. Eine solche Seele sucht sich, wenn sie noch schwach in der Liebe ist, einen Ausgleich für das ihr mangelnde Licht, und sie läßt sich leicht von Truglicht blenden. Sie sucht den Frieden und verschafft sich ihn noch unberechtigt, weil sie die Grundbedingung noch nicht erfüllt hat.... das Wandeln ihrer selbst zur Liebe. Sie kann wohl auch einen Frieden finden, in dem sie sich glücklich fühlt, doch es ist mehr eine Betäubung, vom Verstand des Menschen hergestellt, nicht aber der göttliche Frieden, der die Seele sich selbst als Kind des Vaters fühlen lässet. Das Gefühl des Geborgenseins in den Armen des Vaters löst einen Frieden aus, der das Schönste ist, was auf Erden erstrebt werden kann. Sowie das rechte Verhältnis eines Menschen zu Gott, zu seinem Schöpfer und Vater von Ewigkeit, hergestellt ist, ist auch sein Erdenleben ein friedvolles trotz Ereignissen, die von außen bedrohlich an den Menschen herantreten. Denn das rechte Verhältnis garantiert auch einen rechten Glauben an die Hilfe des Vaters, und diese feste Zuversicht ist schon ein Zeichen des Friedens, der die Seele beglückt. Diesen Menschen ist die Gegenwart Gottes bewußt, und also bleiben sie von allem unberührt, was an sie herantritt, selbst wenn sie dadurch gezwungen sind, sich irdisch durchzusetzen oder zu kämpfen wider ihre Feinde. Den Frieden der Seele wird der Mensch nicht verlieren. Ihm stehen göttliche Kräfte zur Seite, die ihn halten und stützen, so es irdisch erscheint, daß er erliegen müßte. Den Frieden der Seele kann die Welt ihm nicht mehr nehmen, denn er ist die Folge der innigen Gottverbundenheit durch Gebet und Liebeswirken, die ihm auch das Erkennen der Wahrheit gebracht hat, und darum ein Mensch, der wissend ist, keine Gefahr mehr fürchtet, weil er sie erkennt und ihr mit den rechten Waffen begegnen kann. Denn immer weiß er, er kämpft nicht allein, sondern mit Gott, Der ihm ständig gegenwärtig ist....
Amen
Vertaler