• Terug

Gebed in geest en in waarheid - Vereiste tot het werkzaam zijn van de Geest

U zult de stem van de geest in u alleen kunnen vernemen nadat u uw hart opent door innig gebed. En dit gebed moet in geest en in waarheid tot Mij zijn gericht, daar Ik anders mijn oor zal sluiten en u tevergeefs zult wachten op goddelijke verlichting. Dit is een wet die vervuld moet worden, wat echter niet altijd vervuld werd, waar de verlichting van de geest vereist was om in de zuivere waarheid te worden onderricht.

Wie als leraar en leider verantwoordelijk is voor de zielen van hen die hij onderrichten zal, die moet eerst zelf in de waarheid vaststaan en door innige verbinding met Mij het doen toekomen van de waarheid mogelijk maken. Hij moet weten dat Ik en de Waarheid één zijn, dat dus de waarheid niet kan worden ontvangen zonder Mij en dat de verbinding met Mij tevoren tot stand moet worden gebracht, daar anders ook de verbinding met de waarheid niet kan worden bereikt. De verbinding met Mij is echter afhankelijk van de vrije wil van de mens en deze moet zich daarom uit zichzelf tot Mij wenden, wat door innig gebed gebeurt, door gebed in geest en in waarheid.

Wie zo zal bidden, die zal ook mijn stem vernemen, diens gedachten zullen zo geleid worden dat ze zich in de waarheid ophouden, hoewel mijn woord voor hem niet klinkend waarneembaar is vanwege een gebrekkige zielenrijpheid. Want dit stelt een bepaalde graad van rijpheid voorop, die niet door alle om de waarheid vragende mensen bereikt wordt. En daarom kunnen ook mensen die verstandelijk te werk gaan, in de waarheid vaststaan als ze tevoren de innigste verbinding met Mij tot stand hebben gebracht, echter moet ook hun levenswijze overeenstemmen met mijn wil. Er moet door hen een leven in liefde worden geleid, omdat anders mijn werkzaam zijn door de geest bij hen onmogelijk is. Want Ik, de Liefde en de Waarheid zijn één.

Steeds weer moet u mensen dit begrijpelijk worden gemaakt, dat u aan de vruchten de geest van de mensen zult herkennen en dus nooit een juist denken zult kunnen toekennen aan degene die niet naar mijn wil leeft. En zo zult u steeds een maatstaf hebben als u de verwezenlijkingen van een mens op hun geloofwaardigheid zult willen onderzoeken. Wie in de liefde leeft, Mij erkent en de waarheid zoekt, die zal ook in de waarheid vaststaan en zijn denken zal juist zijn, want diens geest zal Ik verlichten, opdat door hem de waarheid zal worden verspreid.

Amen

Previa condición para el obrar del Espíritu: la oración en el espíritu y en la Verdad

Vosotros podéis percibir la voz del Espíritu sólo, después de abrir vuestro corazón mediante una íntima oración. Y esta oración tiene que estar dirigida a Mí en el espíritu y en la Verdad, de lo contrario cierro Yo Mi oído y aguardáis inútilmente a la iluminación divina. Esto es una ley que tiene que ser cumplida, pero que no siempre fue cumplida, donde se requería la iluminación del espíritu para ser instruído en la pura Verdad.

Quien como maestro y director es responsable para las almas de los que él instruye, tiene que estar primero él mismo en la Verdad y hacer posible la transmisión de la Verdad por medio de la íntima comunicación Conmigo, él tiene que saber, de que Yo y la Verdad son una sola cosa, de que, de ese modo, no puede ser recibida sin Mí y que tiene que ser establecida anteriormente la unión Conmigo, de lo contrario tampoco puede ser lograda la comunicación con la Verdad. Mas la unión Conmigo es dependiente de la voluntad libre del hombre, y por lo tanto éste tiene que dirigirse a Mí Mismo, lo cual sucede por la oración íntima, por la oración en el espíritu y en la Verdad.

Quien ora así, percibirá también Mi Voz, sus pensamientos estarán de ese modo guiados a que se muevan en la Verdad, aunque Mi Palabra no sea en forma de sonido perceptible para él a causa de la escasez de madurez del alma. Pues ésta supone un cierto grado de madurez por adelantado, el cual no ha sido alcanzado por todos los hombres que piden por la Verdad.

Y por eso pueden también, hombres, que proceden intelectualmente, estar en la Verdad, si anteriormente han establecido la íntima unión Conmigo, no obstante, también su conducta tiene que corresponder a Mi Voluntad, tiene que ser llevada por él una vida en el amor, porque si no Mi obrar en él es imposible. Pues Yo, el Amor y la Verdad son uno.

Cada vez de nuevo se os tiene que aclarar, a vosotros, hombres esto, de que en los frutos del Espíritu reconoceréis a los hombres y jamás podéis conceder una forma recta de pensar, al que no vive según Mi Voluntad, y así tendréis siempre un criterio, si queréis examinar los argumentos y declaraciones de un hombre en su crédito. Quien vive en el amor, Me reconoce a Mí y busca la Verdad, ese estará también en la Verdad, y su forma de pensar será justa, pues a su espíritu lo ilumino Yo, para que a través de él encuentre difusión la Verdad.

Amén