De mens kan leven en toch geestelijk dood zijn, zoals hij echter omgekeerd ook kan sterven en toch het eeuwige leven binnengaan, alleen dat dit een geestelijk leven is, terwijl het eerste het lichaam betreft, waarbij de ziel in een toestand zonder licht is en bijgevolg ook zonder kracht, dus een toestand van dood haar lot is, zelfs wanneer ze midden in een vreugdevolle omgeving leeft. Want het aardse leven is slechts een schijnleven, dat niet blijft bestaan, maar de mens die geestelijk dood is, is ook zonder inzicht en stelt daarom het schijnleven boven het eigenlijke leven, het leven van de geest in de eeuwigheid. Maar wat bent u mensen eigenlijk in wezen? U bent iets geestelijks, alleen door een materieel omhulsel omsloten. En zodra dit omhulsel dat vergankelijk is, wegvalt, is het geestelijke in u vrij, ongeacht in welke toestand de ziel het lichaam verlaat.
Ze is vrij van haar uiterlijke vorm, maar niet iedere ziel is vrij om te willen en in staat voort te brengen. Het willen en het kunnen scheppen vanuit zichzelf echter, is haar gelukzaligheid. Het is de toestand die in het allereerste begin haar bestemming was en die verloren is gegaan. Maar willen en kunnen scheppen heeft dezelfde betekenis als leven - onafgebroken bezig kunnen zijn naar haar wil.
Ook op aarde betekent “leven” een bezig kunnen zijn, niet gehinderd door lichamelijke zwakheden en gebreken. Want een leven op aarde dat samengaat met het laatste, wordt niet als volledig beschouwd en geldt als gebrek, zolang de mens niet het juiste weten heeft over zijn taak op aarde. Maar op aarde verschaft ook de niet werkzame mens zich meestal compensatie door het vervullen van aardse begeerten en helpt zich zo over zijn toestand van zwakheid of over bewust passief zijn - ledigheid - heen.
Hij berooft zichzelf van de ene dag na de andere, die hem werd gegeven voor de positieve ontwikkeling van zijn ziel. In het geestelijke rijk daarentegen moet de ziel elk verdovend middel ontberen. Ze moet terneergedrukt de situatie van haar stilzitten ervaren, die haar tot kwelling moet worden, opdat ze haar tracht te ontvluchten. Haar krachteloosheid hindert haar bij een eigenmachtige verandering van haar toestand. Ze is in elk opzicht arm en moet gebrek lijden tot haar hulp wordt gebracht in haar nood door het gebed van mensen die op aarde nauwe banden met haar hebben. Want waar liefde haar in de eeuwigheid zo’n gebed nazendt, daar ontvangt de ziel als in een flits een glimpje aan inzicht. Benut ze dit, dan zal spoedig het licht om haar heen sterker worden en de ontzettende kwellingen van het zonder licht te zijn nemen af. Maar het verlangen naar leven ontwaakt nu in haar en zet haar aan tot werkzaamheid. Maar werkzaamheid in het hiernamaals is: werken in liefde, zoals ook op aarde de ziel het eeuwige leven kan verwerven alleen door een leven in liefde dat haar ziel pas het ware leven geeft. En zo hoeft de dood nooit meer een mens angst aan te jagen, die zijn best doet op aarde in liefde te leven. Want hij zal niet sterven, maar leven in eeuwigheid. Maar voor de anderen die alleen het aardse leven waarderen, zal de dood zijn prikkel behouden. Want na hun sterven bevinden ze zich werkelijk in een dode toestand. Ze zijn echter niet geheel uitgewist, maar het bewustzijn van hun bestaan hangt hun buitengewoon aan en vaak zo, dat ze alleen aan zichzelf denken en op de nood van zielen rondom hen geen acht slaan. En dan zijn ze in het grootste gevaar, eeuwigheden lang in de dode toestand te moeten blijven. Want alleen de liefde kan leven geven, omdat de wet van de liefde moet worden nagekomen op aarde evenals in het hiernamaals, omdat er zonder de liefde geen leven is en de mens nooit gelukzalig kan worden. Leven en dood kunnen dus dicht naast elkaar bestaan. Het sterven van een mens hoeft niet zijn dood te betekenen, zoals ook het leven van een mens op aarde alleen dan leven kan worden genoemd, wanneer de geest onophoudelijk werkzaam is. Wanneer de mens zich een geestelijk doel stelt en dit ijverig naleeft, wanneer hij werkzaam is in liefde, zoals zijn geest het hem te doen geeft. Want deze zal niet sterven maar leven in eeuwigheid.
Amen
VertalerEl hombre puede vivir, y, sin embargo, estar mentalmente muerto, como también puede al revés morir y, sin embargo, entrar en la vida eterna, solo que esta es una vida mental, mientras que la primera se refiere solo a la vida corporal, en la que el alma está en un estado de falta de luz, y, en consecuencia, también sin fuerza, por lo que un estado de muerte es su destino, incluso si vive en un ambiente alegre.
Porque la vida terrenal es sola una vida de apariencia que no es duradera, pero el hombre, que está mentalmente muerto, tampoco dispone de reconocimiento y, por lo tanto, pone la vida de apariencia por delante de la vida real, la vida de la mente en la eternidad.
¿Pero qué sois vosotros los hombres en el fondo de la razón? Vosotros sois algo mental, solamente envuelto en una envoltura material y tan pronto como cae esta envoltura, la cual es transitoria, lo mental dentro de vosotros está libre, sin importar en qué estado el alma abandona el cuerpo.... Ella queda libre de su forma externa, pero no cada alma es libre y es capaz para querer y crear. Pero el deseo y la capacidad de poder hacer las cosas por si mismos es su felicidad, es el estado que originalmente era su destino y que se ha perdido. Pero el deseo y poder crear son sinónimos equivalentes de vida.... Poder estar activo continuamente según su voluntad....
También en la tierra, “vida” significa poder actuar libremente a pesar de debilidades y enfermedades físicas, ya que una vida terrenal que está acompañada por estas últimas no se valora completamente y se considera una deficiencia mientras que el hombre no tenga el conocimiento correcto de su tarea terrenal. Sin embargo, en la tierra, el hombre mentalmente inactivo generalmente logra un equilibrio a través del cumplimiento de los deseos terrenales y, por lo tanto, se ayuda a sí mismo a superar su estado de debilidad o por inactividad consciente.... ociosidad.... robándose a sí mismo un día tras otro, que le fue dado para el desarrollo ascendente de su alma. En el reino mental, por otro lado, el alma tiene que prescindir de cualquier narcótico, para que lo deprime su estado de inactividad, para que sea una tortura para el alma, para que busque de escapar de este estado.
Su falta de fuerza le impide un cambio...............de su condición, el alma es pobre en todos los aspectos y tiene que sufrir hasta que le traigan ayuda en su angustia por la oración de personas en la tierra cercanas al alma. Pues donde el amor envía tal oración a la eternidad llego un destello de reconocimiento al alma. Si lo usa, la luz a su alrededor se vuelve más fuerte y los horribles dolores por falta de luz se calman. Pero el deseo de vida ahora despierta en el alma y lo estimula a la actividad, pero en el más allá, actividad es acción en el amor, así como en la tierra el alma solo puede ganarse la vida eterna solo a través de una vida de amor que primero le da a su alma la vida correcta.
Y así la muerte no necesita asustar a un hombre que buscar caminar en la tierra con amor, porque no morirá, sino que vivirá para la eternidad. Pero para los demás que solamente valoran la vida terrenal, la muerte seguirá siendo un aguijón, ya que se encuentran realmente en el estado de muerte después de su fallecimiento, solo que no están extinguidos por completo, sino que la conciencia de su existencia se aferra a ellos de manera excepcional y frecuentemente de tal manera que solo piensen en sí mismos y no presten atención a la angustia a las almas que les rodean.
Y luego corren el mayor peligro de tener que permanecer en el estado de la muerte durante eternidades, porque la vida puede ser dada solo por el amor, porque la ley del amor debe cumplirse tanto en la tierra como en el más allá, porque sin amor no hay vida y el hombre nunca puede ser feliz.
Por lo tanto, la vida y la muerte pueden estar muy cerca del uno al otro y la muerte de una persona no significa necesariamente su muerte, así como la vida de una persona en la tierra solo puede llamarse vida, si la mente está continuamente activa, si el ser humano se pone una meta mental y la persigue ansiosamente; cuando actúa con amor, como su mente lo llama a hacer, pues este no va a morir, sino que vivirá eternamente.... Amen
Vertaler