• Terug

Het in het nauw brengen van de dragers van de waarheid door tegenstanders van GOD GOD's hulp

Om een geestelijke taak te vervullen is een buitengewoon sterke wil nodig, want de tegenstander van GOD zal heel in het bijzonder moeite doen op deze wil in te werken, om de mens ervan af te brengen voor de zuivere waarheid op te komen, wat de taak van een mens is die zich in dienst van GOD heeft gesteld.

Er zullen steeds twee stromingen onder de mensen zijn: aanhangers en verkondigers van de zuivere waarheid en diegenen die de dwaling aanhangen, en steeds zal het licht tegen de duisternis moeten strijden omdat de leugenvorst voortdurend probeert de waarheid krachteloos te maken en de dwaling ervoor in de plaats te zetten. De vorst van de duisternis strijdt tegen GOD, de leugen tegen de waarheid, de duisternis tegen het licht. En deze strijd zal voortduren zolang de aarde bestaat als verblijfplaats om het geestelijke te vormen dat zich bevrijden moet.

Deze strijd zal heel duidelijk dan aan het licht komen, wanneer de waarheid openlijk vanuit den hogen naar de aarde gestuurd wordt. Dan wendt de tegenstander van GOD alle mogelijke middelen aan om haar te verdringen, en hij verschijnt dan ook in de vorm van een lichtende gestalte om arglistig binnen te sluipen en zich te vestigen waar hem te weinig weerstand wordt geboden. En op de eerste plaats probeert hij hen die de waarheid verkondigen onschadelijk te maken, doordat hij elke gelegenheid benut hun wil te breken, doordat hij probeert ze te beïnvloeden om hun arbeid voor GOD op te geven en in de vreugden van de wereld daar vervanging voor te zoeken. Gelukt het hem niet d.m.v. de wereld een dienaar van GOD te bekoren, dan treedt hij krachtiger op, doordat hij alle geestelijke successen, behaald bij de medemensen, probeert te ondergraven, doordat hij op de laatstgenoemden inwerkt en hen beïnvloedt zich vijandig op te stellen en bijgevolg de verbreiders van het licht hun missie op aarde op elke manier verzwaart.

En er is een sterke wil voor nodig ondanks deze tegenwerking, de taak op aarde te verwezenlijken, er is een buitengewoon sterk geloof en een toegewijde liefde tot GOD voor nodig, om voor HEM een trouwe knecht op aarde te blijven, de tegenstander te onderkennen en te verafschuwen en de arbeid t.b.v. de medemensen met volharding en ijver uit te voeren en tenslotte tegenover hem als overwinnaar te staan, wanneer de laatste strijd doorstaan zal zijn.

Maar GOD laat geen van Zijn dienaren en arbeiders op aarde zonder kracht, HIJ helpt hem altijd als hij zwak dreigt te worden, als zijn wil aan te heftige gemoedsbewegingen wordt blootgesteld door het voortdurende inwerken van de vijand van de waarheid. Dan openbaart HIJ Zich Zelf eveneens en voor HEM moet de tegenstander wijken.

De waarheid zal ook steeds de dwaling verdringen, wanneer tenminste de mensen zelf er zich niet tegen verweren en aan de dwaling boven de waarheid de voorkeur geven. Dan krijgen zij van GOD hun zin en HIJ geeft hun wat ze zelf begeren. Dan behaalt de tegenstander van GOD wel de overwinning, maar hij zal zich daarover niet verheugen, hij verkrijgt alleen dat voor zich wat hem al lang toebehoort, niet echter wat op GOD aanstuurt en daarom ook door GOD wordt vastgepakt en eeuwig niet meer verloren kan gaan.

Wie echter op aarde verdediger van de waarheid is, diens wil zal altijd versterking ondervinden door het sturen van Licht uit den hogen. En zijn wil zal niet meer zodanig verzwakt kunnen worden dat hij de waarheid opoffert of er niet voor opkomt, want hij heeft zelf plezier in zijn werk en verricht vol ijver de arbeid die GOD Zelf hem heeft opgedragen en die HIJ daarom ook zegent. Zijn Zegen betekent echter voortdurende hulp, toevoer van kracht en onophoudelijke toezending van Zijn Woord, dat als voortdurende bron van kracht zijn ziel ook de rijpheid zal bezorgen die hem helemaal bevrijdt uit de macht der duisternis en hem aan elke beïnvloeding van duistere machten onttrekt. En hij zal vol zijn van kracht en opkomen voor GOD en de eeuwige waarheid, hij zal op aarde een bekwaam arbeider zijn in de wijngaard des HEREN.

Amen

L’oppressione dei portatori della Verità attraverso l’avversario di Dio - L’Aiuto di Dio

Adempiere un compito spirituale richiede una volontà oltremodo forte, perché l’avversario di Dio si sforzerà di agire molto particolarmente su questa volontà, per distogliere l’uomo dal fatto di adoperarsi per la pura Verità, cosa che è il compito di un uomo, che si è messo al servizio di Dio. Ci saranno sempre due correnti fra gli uomini, seguaci e rappresentanti della pura Verità e qeulli che seguono l’errore, e la Luce dovrà sempre combattere contro la tenebra, perché il principe della menzogna cerca sempre di minare la Verità e di mettere l’errore al suo posto. Il principe della tenebra combatte contro Dio, la menzogna contro la Verità, la tenebra contro la Luce. E Questa lotta durerà finché esiste la Terra come stazione di formazione dello spirituale che si deve redimere. Questa lotta si manifesterà particolarmente chiara, quando la Verità viene guidata con evidenza dall’Alto sulla Terra, Allora l’avversario di Dio impiega tutti i mezzi immaginabili per respingerla ed allora verrà anche come figura di luce, per insinuarsi con astuzia e per consolidarsi là dove gli viene prestata troppa poca resistenza. E per prima cosa cerca di rendere innocui i portatori della Verità sfruttando ogni occasione di spezzare la loro volontà, cercando di influenzarli, di rinunciare al lavoro per Dio e di cercare di trovare per questo la sostituzione nelle gioie del mondo. Se gli riesce di stimolare un servitore di Dio attraverso il mondo, allora procede più aspramente, mentre cerca di minare tutti i successi spirituali sui prossimi, mentre agisce su questi ultimi per influenzarli a disposizioni avverse e così rende difficile in ogni modo la loro missione sulla Terra nella diffusione della Luce. Per questo ora ci vuole una forte volontà, per eseguire il compito sulla Terra malgrado l’agire contrario, ci vuole una fede oltremodo forte ed una dedizione nell’amore per Dio, per rimanerGli un fedele servo sulla Terra, per riconoscere e detestare l’avversario e per eseguire il lavoro sui prossimi con perseveranza e fervore e per stargli di fronte infine come vincitore, quando sarà sostenuta l’ultima lotta. Ma Dio non lascia senza Forza nessuno dei Suoi servitori ed operai sulla Terra, lo aiuta in ogni tempo, quando minaccia di diventare debole, quando la sua volontà è esposta a forti scuotimenti attraverso un costante influire del nemico della Verità. Allora Egli Stesso Si manifesta pure ed a Lui l’avversario deve cedere. La Verità respingerà anche sempre l’errore, quando gli uomini stessi non si difendono e preferiscono l’errore alla Verità. Allora Dio lascia loro la volontà e dà loro ciò che loro stessi desiderano. Allora l’avversario di Dio riporterà bensì la vittoria, ma non ne gioirà a lungo, conquista per sé solamente ciò che gli appartiene già da tempo, ma non ciò che tende verso Dio e perciò viene anche afferrato da Dio e non può mai più in eterno andare perduto. Ma chi è il rappresentante della Verità sulla Terra, la cui volontà sperimenterà sempre una fortificazione attraverso l’apporto della Luce dall’Alto. La sua volontà non potrà più essere indebolita nella misura, che rinunci alla Verità oppure non si adoperi per questa, perché egli stesso trova piacere nel suo servizio e compie con pieno fervore un lavoro che Dio Stesso gli ha incaricato e che Egli perciò benedice anche. La Sua Benedizione però significa costante Aiuto, Apporto di Forza e contino apporto della Sua Parola, che riporterà anche la maturità alla sua anima come costante Fonte di forza, che lo libera dal potere dell’oscurità e lo sottrae ad ogni influenza di potenze oscure. Sarà colmo di Forza e si adopererà per Dio e l’eterna Verità, sarà un diligente operaio sulla Terra nella Vigna del Signore

Amen