• Terug

Lichtwezens Geestelijke verzorgers van de mensen

De met Licht omgeven wezens in het geestelijke rijk staan in nauwste verbinding met MIJ en hebben daarom ook dezelfde wil, en ze beschikken over grote kracht om hun wil te verwezenlijken. En dus zijn ze in zekere zin de uitvoerders van Mijn Wil, ze zijn Mijn dienaren, Mijn gevolmachtigden, wier werkzaamheid overeenstemt met Mijn heilsplan van eeuwigheid. En ze zorgen voor ontelbare wezens zowel op aarde als in het hiernamaals.

Voor alles wat leeft, dus een bepaalde graad van geestelijke rijpheid heeft, moet ook zo gezorgd worden dat het zijn doel bereikt, omdat het zonder hulp nooit de goede weg zou gaan. Het moet voortdurend geleid worden en deze leiding en verzorging is het ambt van alle wezens die doorstraald zijn van licht en kracht, van wie de liefde tot MIJ en het onverloste zo diep is dat ze altijd doen wat beantwoordt aan Mijn Wil - het onvolmaakte te verlossen. Ontelbare Lichtwezens zijn in Mijn nabijheid en rusteloos bezig - dus kunnen ook ontelbare mensen op aarde genieten van hun zorg en aan elke afzonderlijke wederwaardigheid, kan aandacht worden geschonken, elk gebeuren kan voor de mens zo gestuurd worden, dat deze rijper kan worden zoals het zijn bestemming is.

Maar de vrijheid van wil tasten ook deze Lichtwezens niet aan, zodat ondanks de grootste en liefdevolste zorg ook een terugzinken in de duisternis niet is uitgesloten, wanneer het wezen zelf zich tegen de wil en de zorg van de lichtwezens verzet, wanneer het dus MIJ Zelf niet erkent en kracht noch licht begeert. Dan wordt ook de zorg van het lichtvolle geestelijke zolang uitgeschakeld, tot het wezen zich vanzelf weer naar MIJ wendt en daardoor de lichtwezens de vrijheid laat zelf op hen in te werken.

Maar geen mens op aarde hoeft de hulp en de liefde van de Lichtwezens te ontberen, geen mens wordt van MIJ uit gering bedeeld of verwaarloosd, maar elk wedervaren beantwoordt aan zijn eigen wil en deze bepaalt de mate van hulp en kracht om verlost te worden. En daar de lichtwezens uitvoerders van Mijn Wil zijn, is dus ook hun leiding dezelfde als de Mijne en evenzo hun zorg.

Daarom kan er altijd van Mijn werkzaamheid en Mijn hulp worden gesproken, want de lichtwezens zijn, als behorend bij MIJ, een deel van MIJ Zelf, ofschoon ze als individu het geluk van de straling door hen vanuit MIJ, met kracht en licht en het geluk van een aanhoudende werkzaamheid voor MIJ gevoelen. Maar deze werkzaamheid bestaat alleen in het uitvoeren van datgene, wat Mijn Liefde en Wijsheid als goed en succesvol voor de afzonderlijke zielen inziet.

En zo kan het hele heelal vol met zielen zijn die hulp nodig hebben, niet een zal de goddelijke zorg hoeven te ontberen, omdat ook het lichtrijk oneindig is en de gelukzaligheid van de zielen die erin vertoeven daarin bestaat, van MIJ taken in ontvangst te nemen en elkaar in de vervulling ervan te overtreffen. Wat van MIJ is geworden door gevormd te zijn tot liefde, heeft ook een rechtstreekse verbinding met MIJ, en Mijn Wil, Mijn Kracht en Mijn Wijsheid vervullen zo'n tot liefde geworden wezen helemaal, zodat het zich eeuwig niet meer van MIJ losmaakt en zich nu in volle liefde tot het geestelijke wendt dat deze gelukzaligheid niet met hem kan delen vanwege zijn onvolmaaktheid en de lichtwezens aanzet om dat te verlossen.

Het staat tegenover de nog niet verloste met dezelfde liefde als IK Zelf, uit Wiens Liefdekracht alles is voortgekomen. Bijgevolg zal het zich ook bekommeren om al Mijn schepselen, hen verzorgen en hun levenssituatie sturen, zodat ieder mens op aarde zijn geestelijke verzorger heeft en deze weer, als geheel met MIJ verbonden, niets anders kan willen en denken dan IK Zelf en derhalve het schepsel zich door MIJ geleid en verzorgd kan voelen en dit ook zo is.

IK sta boven alles en een leger van zalige geesten omringt ME, maar ook het kleinste en nietigste wezen geniet van Mijn zorg, Mijn bescherming, en wordt door MIJ niet vergeten, al is dit de mensen ook onbegrijpelijk, omdat hun kennis en hun kracht slechts beperkt is en zij deze beperking ook bij MIJ veronderstellen, zolang als ze zelf onvolmaakt zijn en zich geen voorstelling kunnen maken van de macht en het licht van het volmaakte.

Amen

Êtres de Lumière, assistants spirituels des hommes

Les êtres entourés de la Lumière émanant du Royaume spirituel sont en étroit contact avec Moi et donc ils ont aussi la même volonté, et disposent d'une grande Force pour exécuter leur volonté. Et ainsi ils sont d’une certaine manière les exécutants de Ma Volonté, ils sont Mes domestiques, Mes plénipotentiaires dont l'activité correspond à Mon Plan de Salut de l'Éternité. Et ils assistent d’innombrables êtres sur la Terre comme dans l'Au-delà. Tout ce qui vit, qui se trouve donc dans un degré déterminé de maturité spirituelle, doit aussi être assisté de sorte qu’il atteigne son but, parce que sans aide il ne parcourrait jamais la voie juste ; il doit toujours être guidé, et cette conduite et cette assistance est la fonction de tous les êtres qui sont irradiés de Lumière et de Force, et dont l'amour pour le spirituel non libéré est si profond qu’ils font ce qui correspond toujours à Ma Volonté, pour libérer l'imparfait. D’innombrables êtres de Lumière sont près de Moi et s’activent infatigablement, de ce fait d’innombrables hommes sur la Terre peuvent jouir de leur assistance, et chaque destin individuel peut être considéré, chaque événement peut être guidé à l'homme de sorte que celui-ci puisse mûrir comme cela est sa destination. Mais ces êtres de Lumière ne touchent pas à la liberté de la volonté, de sorte que, malgré la plus grande et affectueuse assistance une rechute dans l'obscurité n'est pas exclue, lorsque l'être lui-même se rebelle à la volonté et à l’assistance des êtres de Lumière, lorsqu’il ne Me reconnaît pas, et ne désire ni Ma Force ni Ma Lumière. Alors l’assistance du spirituel lumineux est exclue tant que l'homme lui-même ne se tourne pas vers Moi et ne laisse pas la liberté aux êtres de Lumière pour agir sur lui-même. Mais aucun homme sur la Terre ne doit renoncer à l'aide et à l'amour des êtres de Lumière, aucun homme n’est insuffisamment pourvu par Moi ou négligé, mais le destin de chacun correspond à sa volonté, et celle-ci détermine la mesure de l'aide et de la Force pour la Libération. Et vu que les êtres de Lumière sont des exécutants de Ma Volonté, leur conduite est égale à la Mienne et leur assistance comme la Mienne. Donc on peut toujours parler de Mon Action et de Mon Aide, parce que les êtres de Lumière sont comme une Partie de Moi et ils M’appartiennent, bien qu’eux-mêmes en tant qu’êtres individuels aient la fortune de Mon Rayonnement ainsi que Ma Force et Ma Lumière et ils perçoivent le bonheur d'une activité continue pour Moi. Mais cette activité consiste seulement dans l'exécution de ce que Mon Amour et Ma Sagesse reconnaît comme bon et couronné de succès pour les âmes individuelles. Et ainsi même si l'Univers entier était rempli d'âmes ayant besoin d'aide, aucune âme ne sera privée de l’assistance divine, parce que le Royaume de Lumière aussi est infini et la béatitude des âmes qui se trouvent dans ce Royaume de Lumière consiste dans le fait de recevoir de Moi des tâches et de se dépasser dans leur accomplissement. Ce qui est devenu Mien au moyen d’une formation dans l'amour, est aussi en contact direct avec Moi, et Ma Volonté, Ma Force et Ma Sagesse remplissent un tel être devenu amour, de sorte qu’il ne se sépare jamais plus dans l’éternité de Moi et maintenant il se tourne plein d'amour vers le spirituel qui ne peut pas partager avec lui cette béatitude à cause de son imperfection, et les êtres de Lumière sont poussés à le libérer. Ils se trouvent devant le spirituel non libéré avec le même amour que Moi-même, de la Force d'Amour duquel tout est procédée. Par conséquent ils prendront aussi soin de toutes Mes créatures, Je les assisterai et Je guiderai leur situation de vie de sorte que chaque homme sur la Terre ait son assistant spirituel, et celui-ci étant totalement uni avec Moi, ne peut vouloir et penser autrement que comme Moi-même et donc la créature peut M’entendre, et être guidée et assistée par Moi-Même. Je Suis au-dessus de tout, et Mon armée d'esprits bienheureux M'entoure, et même l'être le plus petit, le plus insignifiant, jouit de Ma Providence, de Ma Protection et n’est pas oublié, et même si cela est incompréhensible pour les hommes, parce que leur savoir et leur force sont encore limités et qu’ils pensent que J’ai la même limitation tant qu'eux-mêmes sont imparfaits, et ils ne peuvent se faire aucune idée du Pouvoir et de la Lumière de ce qui est Parfait.

Amen