Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het woeden van satan in de eindtijd De afval van het geloof

Het getal der ongelovigen zal in de eindtijd groter worden en de kleine schaar der gelovigen dreigen te bedelven. Met de afval van het geloof treedt ook het woeden van satan meer en meer aan het daglicht, de mensen verliezen het laatste verantwoordelijkheidsgevoel tegenover een rechtvaardige Rechter, omdat zij niet meer in HEM geloven. Juist daarom openbaart HIJ Zich zo duidelijk om het geloof der zijnen te versterken, opdat zij niet wankelen bij het zien van de goddeloosheid der ongelovigen en hun werelds welslagen.

HIJ wil echter ook dezen nog de mogelijkheid geven zich te bezinnen en ontfermt Zich daarom over de zijnen zo in 't oog lopend, dat ook een ongelovig mens GOD's Kracht herkennen kan zodat hij het geloof dat hij verloren had kan terugwinnen als hij zich daartoe slechts een heel klein beetje voor inzet. Want GOD zal tekenen en wonderen doen door Zijn werktuigen op aarde.

Schijnbaar zullen Zijn dienaren op aarde het buitengewone volbrengen, maar het is GODZelf DIE Zich door hen te kennen geeft. HIJ openbaart Zich en vertoeft zelfs zichtbaar onder de zijnen ten teken dat het einde nabij is. Maar HIJ wordt alleen door hen herkend die HEM uit ganser harte liefhebben en Zijn geboden onderhouden. Alleen door hen die zich zelf tot liefde gevormd hebben en bijzonder actief zijn in hun werk voor Zijn rijk. In dezen zal ook een ongewone kracht te constateren zijn omdat GODZelf in hun harten Zijn intrek kan nemen, en daarom vervult Zijn Liefdekracht hen.

De ongelovigen kunnen zich van deze Kracht overtuigen. Zij zullen moeten toegeven dat een Hogere Macht aan het werk is indien zij slechts willens zijn na te denken over de ongewone verschijnselen welke de laatste tijd vóór het einde, met zich mee zal brengen. Maar de meesten zijn al te werelds ingesteld en letten er daarom niet op. Ja zij verachten en vervolgen de gelovigen en brengen ze daardoor in zware nood en verdrukking, waarin alleen de duidelijke hulp van GOD hen steunt en stand laat houden.

Want het werken van GOD onder de zijnen zal zo duidelijk zijn dat zij zich vast aaneensluiten, en aan alle aanvallen van de wereld weerstand bieden. En vaster dan ooit zal hun geloof zijn waardoor zij zich geheel aan GOD's leiding overgeven, zodat zij noch aardse nood - noch de dood vrezen, en daarom ook alles gemakkelijker verdragen wat in de tijd van het einde op hen af zal stormen.

Bij wie GODZelf Zich eenmaal heeft geopenbaard daar heeft GOD's tegenstander geen aanvalsdoel meer, want zijn geloof is niet meer aan het wankelen te brengen. GOD zal de zijnen nabij zijn zoals HIJ het beloofd heeft. HIJ zal hun troost en kracht geven, HIJ zal ze onderrichten en Zijn spoedige komst om de zijnen weg te nemen in het vooruitzicht stellen. HIJ zal hen tot vergrote liefdadigheid aansporen, want Zijn geestelijke tegenwoordigheid zal de mensen met liefde tot HEM en tot de medemensen vervullen en zodoende ook met kracht.

In de eindtijd is het duidelijke werkzaam zijn van GOD noodzakelijk, want ook dat draagt bij tot de scheiding der geesten. De nog lauwe en besluitelozen kunnen dan beslissen tot welk kamp zij behoren willen, want daartoe wordt hun nog een laatste stoot gegeven. Zij kunnen zich overtuigen van de kracht van het geloof die ook de grootste aardse nood meester zal worden en zodoende hun houding tot GOD veranderen, d.w.z. de juiste instelling tot HEM tot stand brengen.

Waar GOD Zich duidelijk openbaart zal vrede zijn en hoop, ondanks alle ellende. En omdat het lot van de gelovigen buitengewoon zwaar zal zijn, zal deze vrede en hoop de ongelovigen versteld doen staan. Wie dan acht slaat op Zijn Woord, wie Zijn dienaren op aarde gehoor schenkt, diens wil zal veranderen. Want iedere gewillige ziel zal GOD in Zijn Liefde en erbarmen aannemen en HIJ helpt haar en redt ze van de eeuwige duisternis. HIJ zal hun nog zwakke geloof doen herleven en hun de kracht geven om vol te houden tot het einde, tot HIJ zal komen in de wolken om de schaar van Zijn gelovigen tot Zich te nemen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Wüten des Satans in der Endzeit.... Abfall vom Glauben....

Die Zahl der Ungläubigen wird in der Endzeit anwachsen und die kleine Schar der Gläubigen fast zu erdrücken drohen. Und mit dem Abfall vom Glauben tritt auch das Wüten des Satans mehr und mehr in Erscheinung, denn die Menschen verlieren das letzte Verantwortungsgefühl einem gerechten Richter gegenüber, weil sie nicht an Ihn glauben. Und daher tritt Gott offensichtlich in Erscheinung, um erstmalig den Glauben der Seinen zu stärken, auf daß sie nicht wankend werden angesichts der Gottlosigkeit der Ungläubigen und ihrer weltlichen Erfolge. Er will aber auch diesen noch die Möglichkeit geben, sich zu besinnen, und nimmt sich daher der Seinen so augenfällig an, daß auch ein Ungläubiger die Kraft Gottes erkennen kann, daß er den Glauben zurückgewinnen kann, den er verloren hat, so er nur den kleinsten Willen dazu aufbringt. Gott wird Zeichen und Wunder tun durch Seine Werkzeuge auf Erden.... Scheinbar also werden Seine Diener auf Erden Außergewöhnliches vollbringen, doch Gott Selbst äußert Sich durch diese, Er gibt Sich kund, und Er weilet sogar sichtbar unter den Seinen zum Zeichen, daß das Ende nahe ist, doch erkannt nur von denen, die Ihn lieben aus ganzem Herzen und Seine Gebote halten.... die selbst zur Liebe sich geformt haben auf Erden und überaus rührig sind in ihrer Tätigkeit für Sein Reich. Und diesen wird auch eine außergewöhnliche Kraft innewohnen, weil Gott Selbst in ihren Herzen Wohnung nehmen kann und Seine Liebekraft sie erfüllt. Die Ungläubigen werden sich überzeugen können von dieser Kraft, sie werden zugeben müssen, daß eine höhere Macht am Werk ist, sofern sie nur willens sind, nachzudenken über die außergewöhnlichen Erscheinungen, welche die letzte Zeit vor dem Ende mit sich bringen wird. Doch sie sind allzu weltlich eingestellt und achten nicht auf jene, sie verachten die Gläubigen und verfolgen sie und bringen sie dadurch in schwere Nöte und Drangsal, aus denen nur die offensichtliche Hilfe Gottes sie stützet und ausharren läßt. Denn das Wirken Gottes unter den Seinen wird so offensichtlich sein, daß sie sich fest zusammenschließen und allen Anstürmen der Welt Widerstand leisten; fester denn je werden sie im Glauben sein und sich gänzlich Gott und Seiner Führung übergeben, daß sie weder irdische Not noch den Tod fürchten und daher auch alles leichter ertragen, was in der Zeit des Endes auf sie einstürmen wird. Wo Gott Selbst einmal in Erscheinung getreten ist, dort hat der Gegner Gottes kein Angriffsziel mehr, denn deren Glauben ist nicht mehr zu erschüttern. Und Gott wird den Seinen nahe sein, wie Er es verheißen hat.... Er wird ihnen Trost und Kraft geben, Er wird sie belehren und Sein baldiges Kommen in Aussicht stellen, Er wird sie zu vermehrter Liebetätigkeit antreiben, denn Seine Gegenwart, ob weltlich oder geistig, wird die Menschen mit Liebe erfüllen zu Ihm und zu den Mitmenschen und also auch mit Kraft.... In der Zeit des Endes aber ist das offensichtliche Wirken Gottes notwendig, denn auch dieses trägt zur Scheidung der Geister bei. Die noch Lauen und Unschlüssigen können sich entscheiden, welchem Lager sie angehören wollen, denn dazu wird ihnen noch ein letzter Anstoß gegeben. Sie können von der Kraft des Glaubens sich überzeugen, die auch der größten irdischen Not Herr werden wird, und ihre Einstellung zu Gott ändern, d.h. die rechte Einstellung zu Ihm herstellen. Wo Gott offensichtlich in Erscheinung tritt, dort wird Friede sein und Hoffnung trotz aller Trübsal, und da das Los der Gläubigen ein außerordentlich schweres ist, wird ersteres die Ungläubigen stutzen lassen. Und wer Seines Wortes achtet, wer Seinen Dienern auf Erden Gehör schenkt, dessen Willen wird sich wandeln, und jede willige Seele ergreift dann Gott in Seiner Liebe und Erbarmung, und Er hilft ihr und errettet sie von ewiger Finsternis.... Er wird ihren noch schwachen Glauben beleben und ihnen die Kraft geben, auszuhalten bis zum Ende, bis Er kommen wird in den Wolken und die Schar Seiner Gläubigen zu Sich nimmt....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde