De lichamelijke dood is niet het einde van de ziel. Dit inzicht, het geloof daaraan, ontbreekt de mensen en daarom benutten ze dit aardse leven niet volgens Mijn Wil. Zij scheppen in zekere zin alleen orde voor hun lichaam maar niet voor hun ziel. Zij handelen onverantwoord ten aanzien van hun ziel omdat zij van haar bestaan en haar onsterflijkheid niet overtuigd zijn.
Daarom moet hun eerst de onsterflijkheid van de ziel voorgehouden worden, wanneer uw pogingen hen tot een andere levenswandel te brengen succes wil hebben. En het geloof daaraan vraagt ook een eigen nadenken, en hiervoor is hun eigen wil vereist en kan niet door dwang bereikt worden. De onsterflijkheid van de ziel zal ook de betekenis en het doel van het leven op aarde begrijpelijk maken en dan eerst is er de mogelijkheid dat de mens verandert, dat hij het leven van de ziel als belangrijker inziet dan het leven van het lichaam.
Er zijn twee grote gevaren waarin de mensheid verkeert, nml. het ongeloof aan de ziel en haar onsterflijkheid - en de dwaalleren die ook hen die aan de onsterflijkheid van de ziel geloven in een geestelijke vooruitgang belemmeren, omdat die hem een vals beeld van de eeuwige GODHEID geven en omdat de mensen dan meestal dit ene verzuimen: de innige verbinding met MIJ tot stand te brengen, of in gedachten of door het ware gebed. Alleen dit is een waarborg voor geestelijke vooruitgang, omdat IKZelf dan werkzaam kan worden.
Daarom geldt als het belangrijkste werk van Mijn dienaren op aarde, het uitroeien van dwaalleren en het wekken van een geloof in een voortleven nà de dood. En de mensen zullen naar Mijn dienaren moeten luisteren, willen zij nog succes hebben in de korte tijd op aarde die hun nog overblijft vóór het einde. Zij zullen alleen daar opheldering vol van waarheid kunnen verkrijgen waar het van de hemel uit wordt aangeboden. Zij zouden zowel over het leven van de ziel nà de dood, als ook over de leer van CHRISTUS direct of ook indirect door MIJ kunnen worden onderwezen. Dan echter kan ook hun geloof een overtuigd geloof worden dat tegen alle tegenwerpingen zal standhouden, dat geestelijke vooruitgang verzekert en de ziel een eeuwig leven in zaligheid oplevert. Maar in het andere geval is het lot van de ziel onzalig omdat ze nooit ofte nimmer ophoudt te bestaan, echter eeuwig in een staat is die zij voor zich zelf heeft geschapen door haar eigen wil, door haar ongeloof en een levenswandel die tegenovergesteld was aan Mijn Wil. Wie vast aan de onsterflijkheid van de ziel gelooft zal ook eerder met de arbeid aan zijn ziel beginnen. Maar lauw en traag of geheel niet bij machte en onverschillig daartoe blijft de mens die gelooft dat zijn leven met de dood is geëindigd.
U Mijn dienaren kunt er niet ernstig genoeg op wijzen dat de ziel voortleeft, ofschoon u het de mensen niet bewijzen kunt. Maar door ernstig daarover na te denken kan de mens ook in zichzelf tot de overtuiging komen dat u de waarheid spreekt, omdat IK hen Zelf help een juist inzicht te verkrijgen wanneer zij dat ernstig willen - en u niet zonder aan te horen afwijzen.
Het aardse leven krijgt een geheel andere betekenis voor de gelovige, want hij bekijkt het dan niet meer als doel op zich maar alleen als middel tot het doel. Hij beschouwt dan zijn levenswandel en probeert die dan afhankelijk van zijn wilskracht te verbeteren. En zodra hem de zuivere waarheid toekomt, wordt ook zijn geloof versterkt, terwijl dwaalleren hem alleen maar ontwrichten en de mens in de duisternis laten afglijden.
En daarom moet de waarheid verbreid worden om de zielen het leven te brengen, want dwaling en leugen zijn de dood van de ziel in het geestelijke rijk; die echter voor de ziel zelf geen vergaan betekent maar een volledige krachteloosheid, en daarom een toestand van uiterste ellende is, die IK voor iedere ziel zou willen voorkomen. Daarom zal IK haar ook steeds weer Mijn boden toezenden, die haar hulp moeten brengen voor het te laat is.
Amen
VertalerThe death of the body is not the end of the soul. People fail to realise and believe this and therefore do not evaluate earthly life in accordance with My Will. They more or less only care for the needs of their body but not for their soul.... they behave irresponsibly towards their soul because they are not certain of its existence and of its immortality. For that reason they have to be taught about the immortality of soul first if your efforts to modify their way of life should be successful. But a belief in this also requires their own reflection which requires their own will and which cannot be compelled. The immortality of soul makes the meaning and purpose of earthly life understandable, and only then is it possible for the human being to change himself, to regard the life of the soul more important than the life of the body.
Humanity is confronted by two major dangers.... disbelief in the soul and its immortality, and misguided teachings. The latter are a hindrance to spiritual ascent even to those who believe in the immortality of soul, because they portray a wrong image of the eternal Deity and because people usually neglect to implement one thing.... to establish a sincere relationship with Me either mentally or by means of the right kind of prayer.... Only this will guarantee their spiritual ascent because then I will be able to become effective Myself. Thus My servants’ most important work on earth relates to the eradication of misguided teachings and the awakening of faith in a continuation of life after death.... And people will have to listen to My servants if they want to be successful during the brief time on earth which remains to them before the end. They will only be able to obtain completely truthful explanations where such are sent down from heaven; they can only be taught about the soul’s life after death and the teaching of Christ by Myself either directly or indirectly, but then their faith can become a convinced one that will stand firm against all contentions, which ensures spiritual ascent and brings the soul everlasting life in blissful happiness. Otherwise the fate of the soul is unhappiness, because it will never cease to exist and yet it is in a state in eternity which it has voluntarily created for itself due to its disbelief and an earthly life in opposition to My Will.
Anyone who firmly believes in the immortality of the soul will start the work of improving his soul much sooner, but the person who believes that his life will end with the death of his body remains indifferent and lethargic or totally incapable and unwilling. You, My servants, cannot describe to them the soul’s continuation of life seriously enough, even though you cannot prove it to them. Yet with serious thought the human being can come to the inner conviction that you spoke the truth because I Myself will help them to recognise the truth providing they genuinely want it and do not refuse to listen to you. Earthly life takes on an entirely different meaning for the believer; he no longer perceives it as an end in itself but only as a means to an end and reproaches his own way of life which he subsequently tries to improve, depending on his strength of will. And as soon as he is presented with the pure truth his faith will be strengthened while misguided teachings will only destroy him and let him relapse into darkness.... Thus the truth must be spread to bring life to the souls, because misconceptions and lies are the soul’s death in the spiritual kingdom but not it’s passing away, it merely means complete weakness and is therefore a state of severe distress which I would like to avert from the soul by sending My messengers to bring help before it is too late....
Amen
Vertaler