Op de mensheid drukte een overvolle maat van zonde toen JEZUS CHRISTUS naar de aarde kwam om hen te verlossen. Dit is alleen voor diegenen begrijpelijk die op de hoogte zijn van de beweegreden van het aardse leven als mens en van de zin en het doel van de schepping, want dezen weten dat de mens ter wille van de zonde, de gang door de schepping heeft afgelegd en zich nu, in het laatste stadium, van deze zonde moet bevrijden om weer definitief naar GOD terug te keren, van WIE hij in het allereerste begin is uitgegaan.
Maar de zonde kluistert de mens op aarde, de zonde verspert hem de weg naar GOD, ze maakt dat de kloof tussen de mensen en GOD niet is te overbruggen en dus doet de zonde het doel van het aardse leven teniet, ze stoot de mens weer in de diepste diepte terug, waaruit hij zich door de gang door de scheppingen al omhoog had geworsteld.
Vóór de geboorte van CHRISTUS was de mensheid beladen met zondenschuld, want ze herkende GOD niet meer, ze was in duistere geestelijke nacht, ze was gespeend van elke liefde en zonder enig streven naar volmaaktheid, ze was ontzettend ver van GOD af en daarom in het grootste gevaar in de afgrond weg te zinken, d.w.z. zonder inzicht en zonder liefde de weg te gaan die omlaag voert, in de eeuwige verdoemenis. Dit verwijderd zijn van GOD kwam tot uiting in een levenswandel die geheel in strijd was met de goddelijke geboden, het was een levenswandel die indruiste tegen de goddelijke ordening, het was een leven in de meest duidelijkste vorm van eigenliefde, en zo'n leven was vol van zonde en geheel gericht tegen de Wil van GOD. En zo'n leven kon de mens nooit meer de vrijwording opleveren en een gelukzalig leven na de dood, integendeel was het gevolg ervan een geestelijke dood, een staat in het hiernamaals van uiterste kwelling waar eeuwig geen einde aan kwam, omdat de Gerechtigheid van GOD voor elke zonde genoegdoening moest eisen en de zondenschuld van de mensen al onmetelijk groot was geworden zodat het voor de mensen een hopeloze zaak was, ooit in de nabijheid van GOD te komen.
Maar het verwijderd zijn van GOD betekent voor de wezens krachteloosheid, onmacht, duisternis en uiteindelijk verharding van hun substantie; voor het wezen betekent het geestelijk dood zijn, een staat die veruit erger is dan het niet-zijn, het totaal opgelost zijn. Maar het vergaan van het wezen is onmogelijk, dus zijn ook de kwellingen van deze wezens, die totaal niet zijn voor te stellen, ondraaglijk en nooit eindigend.
En dit wekte medelijden op bij de eeuwige GODHEID en Ze kwam de zondige mensheid te hulp, doordat de eeuwige LIEFDE Zich in een mens belichaamde, Die nu in Zijn alles omvattende Liefde de zonden der mensheid op Zich nam, DIE dus de mensen daarvan bevrijdde, doordat HIJ boete deed voor de zondenschuld, doordat HIJ GOD een offer aanbood als verzoening. DIE Zich Zelf, d.w.z. Zijn leven gaf om hun de vrijheid weer terug te geven, om voor hen het rijk GOD's toegankelijk te maken, dat alleen maar betreden kon worden in volledige zuiverheid, zonder zonde. Dus verloste HIJ de mensheid van de zondenschuld, HIJ nam alle schuld op Zich, HIJ leed er onuitsprekelijk onder en offerde Zijn lijden en sterven aan het kruis op aan de eeuwige GODHEID om HAAR genoegdoening te geven, om een rechtvaardige vereffening voor de mensen tot stand te brengen, opdat ze weer dichter bij GOD konden komen.
En GOD nam het offer van de mens JEZUS aan. Hij vergaf de mensen de zondenschuld terwille van JEZUS CHRISTUS en de poorten van het hemelrijk werden geopend voor allen die Zijn genadegeschenk aannamen. HIJ verloste de mensheid van de zonde en haar schuld. HIJ bood hun de laatste mogelijkheid het doel van hun aardse leven te bereiken.
Zijn overgrote Liefde trachtte voor de mensen alle hindernissen uit de weg te ruimen die hun de toegang tot het eeuwige vaderland versperden, maar de grootste hindernis was de zonde, want die beroofde de mens van zijn kracht en zijn wil. En het gevolg van de zonde was, dat de mensen krachteloos en willoos op de grond lagen en uit zichzelf niet konden opstaan, omdat de last van de zonde hen terneerdrukte.
En daarom nam JEZUS CHRISTUS deze last van hen af, HIJ nam haar op Zijn eigen schouders en droeg ze naar het kruis, om nu door Zijn dood te boeten voor de zondenschuld van de mensen. De mensheid, die door JEZUS CHRISTUS vrij was geworden, kon nu Zijn offer aannemen, maar ook afwijzen.
Het Verlossingswerk is volbracht, en wel voor alle mensen, maar tegen hun wil zal GOD hun de genaden van het Verlossingswerk nooit opdringen. Maar ze raken de genaden kwijt als ze er geen verlangen naar hebben verlost te worden. Dan drukt de zonde nog met z'n hele gewicht op deze mensen en dan worden ze onherroepelijk in de afgrond omlaag getrokken, want dan stoten ze de Liefde GOD's af en dan moeten ze nog eeuwigheden smachten in hun onwetendheid; hun zondenschuld kan niet verminderd worden, ja ze zullen bij deze zondenschuld nog veel aardse zonden opstapelen, die GOD hun pas dan kan vergeven, wanneer ze Zijn genadegeschenk aannemen, wanneer ze dus met overtuiging kunnen geloven, dat de oneindige Liefde van GOD Zich over hun zonden heeft ontfermd en hun een Verlosser zond.
Het geloof daarin zal bewerkstelligen, dat de mensen berouw hebben over hun zondenschuld, dat ze HEM om vergeving vragen en zich aan Zijn genade en Barmhartigheid overgeven en dat dan dus de genaden van het Verlossingswerk bij hen werkzaam worden. De mens zal toenemen in sterkte van wil en kracht en zich nu kunnen bevrijden uit de macht van de tegenstander van GOD. En alleen die mens kan van vergeving der zonde kunnen spreken die bewust onder het kruis van CHRISTUS zijn toevlucht zoekt, HEM zijn schuld bekent en HEM om erbarming vraagt. Zijn gebed zal worden verhoord, zijn schuld zal hem vergeven zijn.
Amen
VertalerUma medida amontoada de pecados que pesou sobre a humanidade quando Jesus Cristo desceu à terra para redimi-la.... Isso só é compreensível para aqueles que conhecem a razão da vida terrena como ser humano e o sentido e o propósito da criação, pois sabem que o ser humano percorreu o caminho através da criação por causa do pecado e agora deve libertar-se dele na última etapa, a fim de finalmente retornar novamente a Deus, de Quem ele originou originalmente. Mas o pecado amarra o homem na terra, o pecado bloqueia seu caminho para Deus, torna o abismo entre o homem e Deus intransponível, e assim o pecado destrói o propósito da vida terrena, empurra o homem de volta às profundezas mais profundas das quais ele já havia se erguido através de sua caminhada pela criação. Antes da descida de Cristo, a humanidade estava cheia de pecado porque já não reconhecia Deus, estava na noite espiritual escura, estava desprovida de todo amor e sem qualquer esforço de perfeição, estava longe de Deus e, portanto, em maior perigo de afundar-se no abismo, ou seja, de tomar o caminho que leva para baixo, para a condenação eterna, sem conhecimento e sem amor. Esta distância de Deus manifestava-se num modo de vida que contradizia completamente os mandamentos divinos, era um modo de vida que contradizia a ordem divina, era uma vida de amor próprio óbvio, e tal vida era cheia de pecado e completamente contrária à vontade de Deus. E tal vida nunca poderia resultar na libertação das pessoas e uma vida feliz após a morte, mas a morte espiritual era a consequência, um estado de tormento extremo no além que nunca terminaria porque a justiça de Deus tinha que exigir a expiação de cada pecado e a culpa do povo pelo pecado já tinha aumentado imensamente para que não houvesse esperança de que os seres se aproximassem de Deus. Porque o ser, no entanto, distância de Deus significa impotência, impotência, escuridão e finalmente um endurecimento da sua substância..... significa morte espiritual para o ser, um estado que é muito pior que o não-ser.... ser extinto.... Mas o falecimento da vontade é impossível, assim também os tormentos desses seres são insuportáveis para além de todas as concepções e sem fim.... E a Deidade eterna teve piedade disso e veio em auxílio da humanidade pecadora naquele amor eterno encarnado em um ser humano que, em Seu amor universal, agora tomou sobre Si os pecados da humanidade, que assim libertou as pessoas deles, arrependendo-se da culpa do pecado, oferecendo um sacrifício a Deus como expiação.... Quem se deu a si mesmo, isto é, a sua vida, para restaurar a liberdade àqueles, para tornar o reino de Deus acessível a eles, o qual só poderia ser inserido em completa pureza, sem pecado.... Assim Ele redimiu a humanidade da culpa do pecado, Ele tomou sobre Si toda a culpa, Ele sofreu de forma indescritível e sacrificou Seu sofrimento e morte na cruz à Deidade eterna, a fim de dar-lhe satisfação, a fim de criar uma compensação justa para as pessoas, a fim de que elas pudessem se aproximar de Deus novamente. E Deus aceitou o sacrifício do homem Jesus.... Ele perdoou a culpa do povo pelo pecado em nome de Jesus Cristo, e as portas do Reino dos Céus se abriram a todos que aceitaram o Seu dom de graça.... Ele redimiu a humanidade do pecado e da sua culpa.... Ele ofereceu-lhes a última oportunidade de alcançarem o seu propósito de vida terrestre.... (4.10.1944) Seu maior que grande amor procurou remover todos os obstáculos do caminho do povo que bloqueavam seu acesso ao lar eterno; mas o maior obstáculo era o pecado, pois este roubava ao ser humano sua força e vontade. Esta era a consequência do pecado, que as pessoas se deitavam no chão sem força e vontade e eram incapazes de se levantar por sua própria vontade porque o fardo do pecado as pressionava para baixo. E é por isso que Jesus Cristo lhes tirou esta carga, Ele a colocou sobre Si mesmo e a carregou até a cruz, a fim de expiar a culpa do povo pelo pecado através de Sua morte. A humanidade, que se tinha tornado livre através de Jesus Cristo, podia agora aceitar o Seu sacrifício, mas também desdenhá-lo.... O ato de Salvação foi realizado para todas as pessoas, mas Deus nunca irá forçar as bênçãos do ato de Salvação sobre elas contra a sua vontade. Mas eles vão perdê-los se não tiverem vontade de ser redimidos.... Então o pecado ainda pesará sobre essas pessoas, e então elas serão inevitavelmente arrastadas para o abismo, pois então elas rejeitarão o amor de Deus, e então elas ainda terão que definhar por eternidades em sua ignorância, sua culpa de pecado não pode ser diminuída, De fato, eles ainda acumularão muitos pecados terrenos sobre esta culpa de pecado, que Deus só pode perdoar quando eles aceitam o Seu dom da graça, assim quando eles podem crer com convicção que o amor infinito de Deus teve misericórdia de seus pecados e enviou-lhes um Redentor. A fé nisto fará com que as pessoas se arrependam de sua culpa de pecado, apelem a Ele por perdão e se entreguem à Sua graça e misericórdia, e assim as graças do ato de Salvação terão efeito nele. Ele aumentará em força de vontade e poder e agora será capaz de se libertar do poder do adversário de Deus. E só a pessoa poderá falar do perdão dos pecados quem conscientemente se refugiar sob a cruz de Cristo, confessar-lhe a sua culpa e apelar à sua misericórdia... 12 A sua oração será ouvida, a sua culpa será perdoada...._>Amém
Vertaler