De mensen lezen het woord, maar de zin bevatten ze niet en zo ontstaan onjuiste leerstellingen door onjuiste uitleg van de kant van hen die Mij dienen willen, zodra ze zich tevoren met elke vraag niet heel innig met Mij verbinden en daarover uitsluitsel wensen, en als ze dit krijgen het zonder weerstand aannemen. De mensen houden star vast aan mijn woord dat Ik de mensen verlost heb van de zonde door mijn kruisdood.
Maar ze dringen niet door in het wezen van het woord ze dringen niet door in de betekenis van het verlossingswerk. Dus begrijpen ze ook niet in hoeverre de mens zelf werkzaam moet zijn om bij de schare te horen die door mijn bloed van de zondenschuld verlost is. Voor alle mensen ben Ik gestorven zodra ze mijn verlossingswerk willen aannemen.
Ik heb geen beperking gesteld, maar de mensen stellen grenzen waar mijn verlossingswerk niet wordt erkend. En dezen sluiten zichzelf buiten de kring van diegenen voor wie Ik aan het kruis gestorven ben. En dus kan de zonde alleen vergeven zijn aan hen die zich laten verlossen door hun geloof in Mij en mijn dood aan het kruis, terwijl de anderen die Mij en mijn verlossingswerk afwijzen, de zonden niet vergeven zijn, omdat ze zich door mijn bloed niet schoon laten wassen en omdat ze niet tot diegenen willen behoren voor wie Ik gestorven ben. Wederom is de vrije wil van de mens doorslaggevend en deze vrije wil eerbiedig Ik. Zou de mensen de zondenschuld zijn vergeven ook zonder het geloof aan Mij en mijn werk van liefde, dan werd de mens tegen zijn wil in, verplaatst in een vrije toestand.
Maar dit is tegen mijn ordening, want dan worden zowel mijn rechtvaardigheid als mijn liefde uitgeschakeld, want dan gebruikt de mens deze toestand noch om zich met Mij te verenigen, noch heeft hij ooit berouw van zijn zonde.
Mijn woord is waarheid en nooit is daar een onwaarheid in te vinden, dat Ik voor alle mensen gestorven ben, dat Ik alle mensen verlost heb van hun zonden.
Maar hun vrije wil moet zelf beslissen of ze zich willen laten verlossen, of ze mijn werk van liefde willen aannemen, want de wil bepaal Ik niet.
Daarom kan de hele mensheid vrij zijn van zondenschuld, zodra ze maar in mijn verlossingswerk gelooft, zoals ze echter ook in diepste duisternis en in de ban van haar zonden is en blijft, als ze Mij afwijst als Verlosser van de mensheid. En daarom gaat het grootste deel van de mensheid nu voort in de zonde. De mensen zijn zonder vergeving omdat ze Mij niet meer erkennen en daarom is mijn verlossingswerk zonder uitwerking voor hen. De "vergeving van de zonde" mag daarom niet verkeerd begrepen worden. Ze mag niet worden toegepast op diegenen die zich volledig van Mij afzijdig houden, doch niet Ik dring hen van Mij weg, integendeel, ze verwijderen zichzelf van Mij. Ze ontvluchten Mij, die Mij zelf aan hen aanbied en steeds weer hun zielen tracht te winnen. Ik stel hun een genadegeschenk ter beschikking dat hen vrij maakt van de zonde en hun schuld, maar als ze het afwijzen, blijft het voor hen zonder effect. Hun schuld is hun niet vergeven, want ze horen bij diegenen die tegen Mij voor mijn tegenstander strijden en die daarom nog door hem gebonden zijn, tot ze zich door Mij laten verlossen.
En daarom is het onjuist, mijn verlossingswerk zo voor te stellen, als zouden alle mensen profiteren van datgene wat hun vrije wil wel kan verwerven, maar wat deze vrije wil evenzo kan verspelen door afwijzen of totaal ongeloof. Alleen hij die mijn genadegeschenk aanneemt, wordt bevrijd van zijn zonden, want voor hem heb Ik de schuld gedragen, voor hem heb Ik geleden en de kruisdood op Me genomen. Ik stierf wel voor allen, maar allen namen Mij niet aan.
Ik nam de schuld van allen op mijn schouders, maar niet allen voelen zich schuldig en leggen daarom hun last niet op Mij. En dus zullen ze hun schuld ook niet kunnen voldoen, want ze is te groot om daar alleen mee klaar te komen, omdat ze er nu ook nog de schuld aan toevoegen mijn liefde af te wijzen. Maar hoe kunnen dezen de vergeving van hun schuld verwachten? Hoe kunnen de mensen geloven dat ze zonder eigen toedoen, zonder zelf te willen, vrij worden van alle schuld?
Onbegrijpelijk groot is de genade voor u mensen, dat mijn liefde zich voor u heeft geofferd, dat mijn bloed u heeft schoongewassen van alle zonden. Maar u moet deze liefde van Mij ook in ontvangst willen nemen, u zult ze niet mogen afwijzen, daar ze anders bij u niet werkzaam kan worden, daar u anders verder met uw zonden belast blijft tot u uw wil verandert en Mij erkent als de goddelijke Verlosser die voor u aan het kruis is gestorven om u te verlossen.
Amen
VertalerEs lesen die Menschen das Wort, doch den Sinn fassen sie nicht, und so entstehen irrige Lehren durch irrige Auslegungen von seiten derer, die Mir dienen wollen, sowie sie sich nicht in jeder Frage zuvor Mir innigst verbinden und Aufschluß darüber begehren und, so sie diesen bekommen, ohne Widerstand annehmen. Die Menschen halten starr fest an Meinem Wort, daß Ich die Menschen erlöst habe durch Meinen Kreuzestod von der Sünde.... Doch sie dringen nicht in das Wesen des Wortes ein, sie dringen nicht ein in die Bedeutung des Erlösungswerkes. Also verstehen sie auch nicht, inwiefern der Mensch selbst tätig sein muß, um in die Schar derer zu gehören, die Mein Blut von der Sündenschuld erlöst hat. Für alle Menschen bin Ich gestorben.... sowie sie Mein Erlösungswerk annehmen wollen.... Ich habe keine Begrenzung gemacht, die Menschen aber setzen Grenzen, wo Mein Erlösungswerk nicht anerkannt wird. Und diese schließen sich selbst aus dem Kreise derer aus, für die Ich am Kreuz gestorben bin. Und also kann nur denen die Sünde vergeben sein, die sich erlösen lassen durch ihren Glauben an Mich und Meinen Tod am Kreuze, während den anderen, die Mich und Mein Erlösungswerk ablehnen, die Sünden nicht vergeben sind, weil sie sich nicht von Meinem Blut reinwaschen lassen und weil sie nicht zu jenen gehören wollen, für die Ich gestorben bin. Wieder ist der freie Wille des Menschen entscheidend, und diesen freien Willen achte Ich. Würde den Menschen die Sündenschuld vergeben sein auch ohne den Glauben an Mich und Mein Liebeswerk, dann würde der Mensch wider seinen Willen in einen freien Zustand versetzt.... Dies aber ist wider Meine Ordnung, denn dann schaltet sowohl Meine Gerechtigkeit wie Meine Liebe aus, denn der Mensch nützet dann diesen Zustand weder zum Anschluß an Mich, noch bereut er jemals seine Sünde.... Mein Wort ist Wahrheit, und niemals ist darin eine Unwahrheit zu finden, daß Ich für alle Menschen gestorben bin, daß Ich alle Menschen erlöst habe von ihren Sünden.... Doch ihr freier Wille muß selbst bestimmen, ob sie sich erlösen lassen wollen, ob sie Mein Liebeswerk annehmen wollen, denn den Willen bestimme Ich nicht.... Darum kann die ganze Menschheit frei sein von Sündenschuld, sowie sie nur an Mein Erlösungswerk glaubt, wie sie aber auch in tiefster Finsternis und im Banne ihrer Sünden ist und bleibt, so sie Mich ablehnt als Erlöser der Menschheit. Und darum wandelt der größte Teil der Menschheit nun in der Sünde, er ist ohne Vergebung, weil er Mich nicht mehr anerkennt und somit Mein Erlösungswerk wirkungslos geworden ist für sie. Die "Vergebung der Sünde" darf daher nicht mißverstanden werden, sie darf nicht bezogen werden auf jene, die Mir völlig abseits stehen, doch nicht Ich dränge sie von Mir, sondern sie selbst entfernen sich von Mir, sie fliehen Mich, Der Ich Mich ihnen antrage und immer wieder um ihre Seelen werbe. Ich stelle ihnen ein Gnadengeschenk zur Verfügung, das sie frei macht von der Sünde und ihrer Schuld; so sie es aber abweisen, bleibt es an ihnen wirkungslos, ihre Schuld ist ihnen nicht vergeben, denn sie gehören denen an, die gegen Mich für Meinen Gegner kämpfen und die darum von ihm noch gebunden sind, bis sie sich von Mir erlösen lassen.... Und es ist darum irrig, Mein Erlösungswerk so hinzustellen, als seien alle Menschen Nutznießer dessen, was wohl ihr freier Wille sich aneignen kann, was aber ebenso dieser Wille sich verscherzen kann durch Abweisen oder völlige Glaubenslosigkeit. Nur der Mein Gnadengeschenk annimmt, der wird auch seiner Sünden ledig, denn für ihn habe Ich die Schuld getragen, für ihn habe Ich gelitten und den Kreuzestod auf Mich genommen. Ich starb wohl für alle, aber alle nehmen Mich nicht an.... Ich nahm die Schuld aller auf Meine Schultern, aber nicht alle fühlen sich schuldig und bürden Mir darum ihre Last nicht auf. Und also werden sie ihre Schuld auch nicht abtragen können, denn sie ist zu gewaltig, als daß sie allein damit fertig werden, weil sie nun auch noch die Schuld hinzufügen, Meine Liebe zurückzuweisen. Wie aber können diese die Vergebung ihrer Sünden erhoffen? Wie können die Menschen glauben, daß sie ohne eigenes Zutun, ohne eigenen Willen, aller Schuld ledig werden?.... Unfaßbar groß ist die Gnade für euch Menschen, daß Meine Liebe sich für euch geopfert hat, daß Mein Blut euch reingewaschen hat von aller Sünde. Ihr aber müsset diese Meine Liebe auch entgegennehmen wollen, ihr dürfet sie nicht abweisen, ansonsten sie nicht an euch wirksam werden kann, ansonsten Ich die Sündenschuld nicht tilgen kann, ansonsten ihr weiter mit euren Sünden behaftet bleibt, bis ihr euren Willen wandelt und Mich als den göttlichen Erlöser anerkennt, Der am Kreuz für euch gestorben ist, um euch zu erlösen....
Amen
Vertaler