• Terug

Recht - Rechtvaardigheid - Rassen - Volkeren

De aarde omvat de meest verschillende volkeren en rassen die ook in hun graad van ontwikkeling meestal verschillend zijn. Maar van God uit is geen volk het recht gegeven een onder hem staand volk te onderdrukken of het van zijn rechten te beroven. Wel moeten ze opvoedkundig invloed uitoefenen, als ze op een hogere geestelijke trede staan. Ze moeten de zwakke volkeren bijstaan tegen de sterkere onderdrukkers. En nooit moet een behoren bij een bepaald volk hen ervan weerhouden, hun menselijke plichten jegens de medemensen te vervullen.

Want steeds moeten ze zich voor ogen houden dat alle mensen Gods schepselen zijn en dat het de mens nooit toekomt, bepaalde medemensen uit de gemeenschap der volkeren te stoten of hen in het nauw te brengen en in armoede te storten. Want daar moeten ze zich eens voor verantwoorden. En ze zullen geoordeeld worden zoals ze zelf hun oordeel hebben geveld. Wie hard en liefdeloos was tegen zijn medemensen, ongeacht tot welke stam deze behoren, die zal ook alleen maar hardheid en liefdeloosheid oogsten. Hij zal geen erbarmen aantreffen en een mild oordeel mag hij nooit verwachten, want hem geschiedt naar zijn gezindheid, naar zijn wil en zijn daden.

En daarom moet de mens zichzelf steeds rekenschap geven of hij rechtvaardig is in zijn denken en handelen. Maar de rechtvaardigheid eist gelijke rechten voor allen, zonder onderscheid. Zodra de eigenliefde sterk is, verzwakt het gevoel van rechtvaardigheid. Dan eist de mens gewetenloos voor zichzelf op, wat van de naaste is. En als dit denken hele volkeren beheerst, zal er nooit vrede zijn op aarde. Want de sterke zal het zwakke onderdrukken, of gelijke sterken zullen elkaar wederzijds leed en ellende berokkenen en aan de nood zal geen einde komen. Geen liefdeloze handeling wordt gerechtvaardigd door de bedenking dat tegenover andere rassen of volkeren andere wetten gelden, dat die niet de menselijke consideratie te eisen hebben, die een mens van dezelfde stam wordt toegekend.

Voor God zijn alle mensen gelijk. Voor God geldt steeds dezelfde wet: bemin je naaste als jezelf. En een naaste is ieder mens, zonder er rekening mee te houden bij welk volk hij hoort. En zolang het denken van hele volkeren gegrepen is door de misvatting, andere rechten te hebben dan andere volkeren, zal ook de ongerechtigheid de overhand nemen. Er zal een toestand van voortdurende strijd onder de mensen zijn. Vijandelijkheden zullen steeds weer nieuw voedsel vinden. Er zullen steeds slechtere gedachten en daden worden geboren. Want aan het goddelijke gebod van de naastenliefde wordt geen aandacht geschonken. En dit leidt tot handelingen die zondig zijn.

Steeds moet bij zichzelf en bij het eigen verlangen de maatstaf worden gelegd: wat de mens voor zichzelf wil, moet hij ook de medemens niet onthouden, daar anders de onrechtvaardigheid steeds zal toenemen en daaruit een toestand die ook het denken van de mensen verwart. Ze zullen het vermogen verliezen, te oordelen wat recht en onrecht is, omdat ze zelf zich ervan ontdoen, omdat ze zelf niet juist en rechtvaardig willen denken.

Amen

Recht - Gerechtigkeit - Rassen.... Völker....

Die Erde umfaßt die verschiedensten Völker und Rassen, die auch in ihrem Entwicklungsgrad zumeist verschieden sind. Doch keinem Volk ist von Gott aus das Recht gegeben, ein unter ihm stehendes Volk zu bedrücken oder seiner Rechte zu berauben. Wohl sollen sie erzieherisch einwirken, so sie auf einer höheren Geistesstufe stehen, sie sollen den schwachen Völkern beistehen gegen stärkere Unterdrücker, und niemals soll eine bestimmte Volkszugehörigkeit sie abhalten, ihre menschlichen Pflichten gegen den Mitmenschen zu erfüllen. Denn immer sollen sie sich vor Augen halten, daß alle Menschen Gottes Geschöpfe sind und daß es dem Menschen niemals zusteht, gewisse Mitmenschen auszustoßen aus der Gemeinschaft der Völker oder sie zu bedrängen und in Not zu stürzen. Denn dafür müssen sie sich dereinst verantworten, und sie werden gerichtet werden, wie sie selbst ihr Urteil gefällt haben.... wer hart und lieblos war gegen seine Mitmenschen, ganz gleich welchen Stammes diese seien (sind), der wird auch nur Härte und Lieblosigkeit ernten, er wird kein Erbarmen finden, und ein mildes Urteil darf er niemals erwarten, denn ihm geschieht nach seiner Gesinnung, nach seinem Willen und seinen Taten.... Und darum soll sich der Mensch stets Rechenschaft ablegen, ob er gerecht ist in seinem Denken und Handeln. Die Gerechtigkeit aber fordert gleiches Recht für alle ohne Unterschied. Sowie die Ichliebe stark ist, läßt das Gerechtigkeitsgefühl nach, dann nimmt der Mensch für sich skrupellos in Anspruch, was des Nächsten ist. Und so dieses Denken ganze Völker beherrscht, wird nimmermehr Friede sein auf Erden, denn der Starke wird das Schwache unterdrücken, oder Gleich-Starke werden sich gegenseitig Leid und Elend zufügen, und die Not wird kein Ende nehmen. Keine lieblose Handlung wird gerechtfertigt durch den Einwand, daß anderen Rassen oder Völkern gegenüber andere Gesetze gelten, daß jene nicht die menschliche Rücksichtnahme zu beanspruchen haben, die einem Menschen gleichen Stammes zugesprochen wird. Vor Gott sind alle Menschen gleich, vor Gott gilt stets und ständig das gleiche Gesetz.... liebe deinen Nächsten wie dich selbst.... und Nächster ist ein jeder Mensch ohne Berücksichtigung seiner Volkszugehörigkeit. Und solange das Denken ganzer Völker in dem Irrtum gefangen ist, andere Rechte zu haben als jener, wird auch die Ungerechtigkeit überhandnehmen; es wird ein ständiger Streitzustand sein unter den Menschen, es werden Feindseligkeiten immer wieder neue Nahrung finden, es werden immer schlimmere Gedanken und Taten geboren werden, denn das göttliche Gebot der Nächstenliebe bleibt unbeachtet, und dies wirket sich aus in Handlungen, die sündhaft sind. Immer muß der Maßstab angelegt werden an sich selbst und am eigenen Verlangen; was der Mensch selbst will für sich, das soll er auch dem Mitmenschen nicht entziehen, ansonsten die Ungerechtigkeit stets zunehmen wird und daraus ein Zustand, der auch das Denken der Menschen verwirrt.... Sie werden das Urteilsvermögen verlieren, was Recht und was Unrecht ist, weil sie selbst sich dessen entäußern, weil sie selbst nicht recht und gerecht denken wollen....

Amen