Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Ceremonies en uiterlijkheden werken belemmerend

Het is alleen maar een geestelijke ontwikkelingsgang wanneer de ziel van de mens zich met haar geest verenigt. En daarom hoeft dit proces op geen enkele manier uiterlijk gekenmerkt te worden door gebaren of ceremoniële handelingen. Zodra de ziel de aaneensluiting zoekt met het geestelijke rijk, zodra ze zich verbindt met God in het gebed of ze tracht met de lichtwezens in contact te treden door gedachten die ze in het geestelijke rijk zendt, maakt ze zich los uit de aardse omgeving. Ze schenkt het lichaam geen aandacht meer en maakt zich dus vrij van al het aardse, omdat dit belemmerend werkt bij een innige verbinding. En zo moet ook elke uiterlijke handeling, elke ceremonie als een belemmering worden beschouwd die afbreuk doet aan de innige verbinding met God of de geestelijke wereld. Want zodra ze zuiver mechanisch wordt verricht, is ze zonder enige waarde en onnodig. Is echter de gedachte van de mens erbij, dan verliest de geestelijke verbinding aan diepte. De wil mag daarbij goed zijn, maar de mens zelf vermindert de toevoer van kracht die voor hem uit deze verbinding voortvloeit. Iets geestelijks verdraagt geen aardse remmingen, dat wil zeggen: de geestelijke uitwerkingen zijn daarmee in overeenstemming. De mens hoeft nooit naar buiten toe kenbaar te maken dat hij de geestelijke verbinding tot stand brengt. Het is voldoende dat de medemens op de hoogte is van zijn streven en hem tracht na te volgen, weer op zodanige wijze, dat hij zich in alle stilte naar binnen keert en met God of de geestelijke wezens samenspraak houdt. Want hij moet weten dat de geestelijke wereld alleen in geestelijke handelingen genoegen schept. Dat zelfs de lichamelijke ceremonie van het op de knieën vallen, voor de geestelijke wereld zonder betekenis is, omdat niet het teken van de deemoed voor God, veeleer de deemoed zelf Zijn welgevallen heeft en de mens ook Zijn genade oplevert. Maar God heeft geen uiterlijk bewijs nodig. Veeleer ziet Hij in het hart en heel vaak laten de uiterlijke handelingen het innerlijke leven ontbreken. De mensen zelf nemen echter vaak genoegen met deze ceremonies en hebben deze alleen maar voor de medemensen voltrokken, wat de ziel geen enkel voordeel oplevert. En daarom moet de mens steeds zijn best doen zich totaal los te maken van aardse gebruiken en vormen. Hij moet elke vrije minuut benutten om het innige contact met de geestelijke wereld tot stand te brengen. Hij moet de aardse wereld buiten beschouwing laten en er niets van meenemen naar de overkant. Integendeel, alleen de ziel moet in het geestelijke rijk zweven, opdat haar door deze vereniging te allen tijde goddelijke genadegave kan toestromen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Cerimonie ed esteriorità sono d’ostacolo

E’ un procedimento soltanto spirituale quando l’anima dell’uomo si unisce con il suo spirito e perciò questo procedimento non deve necessariamente essere contrassegnato in nessun modo attraverso atteggiamenti o azioni cerimoniali. Appena l’anima cerca il collegamento con il Regno spirituale, appena si unisce nella preghiera con Dio oppure cerca di entrare in contatto con gli esseri di Luce attraverso pensieri che manda nel Regno spirituale, si stacca dall’ambiente terreno, non dà più nessuna considerazione al corpo e quindi si libera da tutto il terreno, perché questo è d’ostacolo in un collegamento interiore. E così dev’essere considerata anche ogni azione esteriore, ogni cerimonia come impedimento che pregiudica il collegamento interiore con Dio o con il mondo spirituale, perché appena viene eseguita solo esteriormente, è senza valore ed inutile, ma se è presente il pensiero dell’uomo, allora il collegamento spirituale perde in profondità. La volontà potrà essere buona, ma l’uomo stesso diminuisce l’apporto di Forza che sorge da questo collegamento. Lo spirituale non sopporta impedimenti terreni, cioè di conseguenza sono gli effetti. L’uomo non deve mai far riconoscere esteriormente che stabilisce il collegamento spirituale; è sufficiente che il prossimo sappia del suo tendere e cerchi di nuovo di seguirlo nel modo che entri in sé in tutto silenzio e tenga il dialogo con Dio o con il mondo spirituale. Perché deve sapere che il mondo spirituale trova piacere solo nelle azioni spirituali, che persino la cerimonia corporea dell’inginocchiarsi è insignificante per il mondo spirituale, perché non il segno dell’umiltà davanti a Dio, ma l’umiltà stessa trova il Suo Compiacimento e procura all’uomo anche la Sua Grazia. Ma Dio non ha bisogno di nessuna dimostrazione esteriore, ma guarda nel cuore e le azioni esteriori fanno spesso mancare la vita interiore; ma gli uomini stessi si accontentano sovente di queste cerimonie e li eseguono semplicemente per i prossimi, che all’anima non procura nessun vantaggio spirituale. E perciò l’uomo si deve sempre sforzare di staccarsi totalmente da usi e formule terreni, deve utilizzare ogni minuto libero a stabilire il contatto interiore con il mondo spirituale e deve lasciare fuori il mondo terreno e non portare con sé nulla di questo, ma solo l’anima deve fluttuare nel Regno spirituale, affinché attraverso quest’unificazione le possa affluire in ogni tempo il divino Dono di Grazia.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich