Om zich te kunnen vervolmaken moet de mens door zware innerlijke strijd gaan, omdat hij daarin zijn weerstandsvermogen moet beproeven. De geestelijke rijpheid kan alleen worden verworven door een juist gebruikte wil. En daarom moet deze steeds weer beproefd worden en dit stelt strijd van de ziel voorop. Er moeten verzoekingen op de mens afkomen, die alleen dit ene doel hebben overwonnen te worden, opdat de geest steeds vrijer zal worden.
Het opgeven van de eigen lichamelijke wensen moet worden bereikt en alleen de ziel moet tot ontplooiing komen en daarom moet de wil sterk zijn. En een altijddurend strijden tegen zichzelf is een noodzakelijkheid die het rijp worden van de ziel vereist. Het is geen gemakkelijke opgave, maar de verwezenlijking, de zege over zichzelf, is een beloning, een resultaat dat alle moeiten en overwinningen waard is, want de vrije geestelijke toestand maakt zo gelukkig, dat de mens waarlijk niets heeft opgegeven. Integendeel, hij is alleen maar de ontvangende, want wat hij prijsgeeft is zonder blijvende waarde, maar de vrijheid van geest blijft eeuwig bij hem.
Deze gevechten kunnen de mens niet bespaard blijven. Want alleen door voortdurend worstelen, loutert en staalt de ziel zich en dan pas is ze geschikt voor de vrije geestelijke toestand die een volledig overwinnen van de materie, van de aardse wensen en begeerten vooropstelt. En daarom moet steeds weer de verzoeking op de mens afkomen, opdat hij zijn weerstandsvermogen zal bewijzen, opdat hij serieus aan zichzelf zal werken en de wil actief laat worden.
Elke geestelijke vooruitgang bestaat in een zelfoverwinning, zij het in het opgeven van de eigen wensen tegenover God of tegenover de naaste, als de mens ter wille van deze zijn verlangen overwint en een offer brengt. Hij moet steeds zijn ik achterstellen. Hij moet opwaarts streven. Hij moet naar geestelijk goed streven en van elke aardse vreugde afzien. Dan streeft hij bewust naar de vervolmaking van zijn ziel. Dan zal het hem steeds lichter vallen stand te houden tegen elke verzoeking. De wensen en begeerten zullen steeds zwakker worden, hoe meer hij overwinnaar over zichzelf is geworden. En de geest in hem wordt vrijer en vrijer, want niets houdt hem meer tegen en hij kan ongehinderd opwaarts streven.
De verzoekingen van allerlei aard zijn rotsen en hindernissen die overwonnen moeten worden, wil de juiste weg kunnen worden vervolgd die naar het doel leidt. En veelvuldige verlokkingen door de wereld zullen de mens nog aanleiding geven zijn wil te beproeven. Er zullen steeds weer innerlijke gevechten van de ziel moeten worden doorstaan, wil het aardse leven een voortdurende vooruitgang opleveren, wil de ziel rijp kunnen worden door eigen weerstand. Zonder strijd kan het doel niet worden bereikt. Steeds moet de mens bereid zijn om zijn tegenstander te weerstaan, die in alle verzoekingen door de wereld hem steeds weer naderbij komt en probeert hem ten val te brengen. Voortdurend moet de mens op zijn hoede zijn, opdat hij niet bezwijkt. En daarom moet hij strijden zonder ophouden, tot hij zichzelf heeft overwonnen.
Amen
VertalerPara poder aperfeiçoar-se, o ser humano tem de passar por difíceis batalhas interiores, porque tem de testar a sua força de resistência nelas. A maturidade espiritual só pode ser alcançada pela vontade corretamente aplicada e, portanto, tem de ser posta à prova vezes sem conta, o que requer lutas anímicas; o ser humano tem de ser confrontado com tentações que só têm o único propósito de ser vencidas, para que o espírito se torne cada vez mais livre. O abandono dos próprios desejos corporais deve ser alcançado, e somente a alma chegará ao desenvolvimento, e portanto a vontade deve ser forte, e uma luta perpétua contra si mesmo é uma necessidade que requer o amadurecimento da alma. Não é uma tarefa fácil, mas o cumprimento, a vitória sobre si mesmo, é uma recompensa, um sucesso, que vale todo o esforço e superação, pois o estado espiritual livre é tão feliz que o ser humano não desistiu verdadeiramente de nada, mas é apenas o receptor, pois o que ele desiste não tem valor duradouro, mas a liberdade do espírito permanece com ele eternamente. As pessoas não podem ser poupadas a essas lutas, pois só através de luta constante é que a alma se purifica e o próprio aço, e só então é adequado para o estado espiritual livre, que pressupõe uma completa superação da matéria, dos desejos e anseios terrenos. E, portanto, a tentação deve sempre aproximar-se do ser humano para que ele prove seu poder de resistência, para que ele trabalhe seriamente sobre si mesmo e deixe sua vontade se tornar ativa.... Todo progresso espiritual consiste em autoconquista, seja no abandono dos próprios desejos para com Deus ou para com o próximo, se o ser humano supera o seu desejo em favor deste último e faz um sacrifício. Deve sempre pôr o seu ego de lado, deve esforçar-se para cima, deve esforçar-se pelo bem espiritual e renunciar a todo o prazer terreno, então lutará conscientemente pela perfeição da sua alma, então tornar-se-á cada vez mais fácil para ele resistir a toda a tentação; os seus desejos e anseios tornar-se-ão cada vez mais fracos, quanto mais ele se tiver tornado vitorioso sobre si mesmo. E o espírito nele se tornará cada vez mais livre, pois nada mais o prenderá, e ele poderá lutar sem obstáculos para cima. Tentações de todo tipo são penhascos e obstáculos que devem ser superados para que o caminho certo que leva ao objetivo seja continuado. E o mundo ainda proporcionará ao ser humano múltiplos incentivos para testar a sua vontade, uma e outra vez as batalhas interiores da alma terão de ser travadas para que a vida terrena resulte em progresso constante, para que a alma possa amadurecer através da sua própria resistência. O objetivo não pode ser alcançado sem uma luta, o ser humano deve estar sempre pronto para enfrentar o seu adversário que, em todas as tentações do mundo, se aproxima dele uma e outra vez e procura derrubá-lo. O homem deve estar constantemente atento para não sucumbir, e por isso deve lutar sem parar até ter derrotado a si mesmo...._>Amém
Vertaler