Leven en sterven, ontstaan en vergaan, dat is de eeuwige kringloop volgens Gods wijze plan. Pas de geestelijk verlichte mens wordt dit grote geheim duidelijk, dat in deze eeuwige kringloop zijn oplossing vindt. Wat is, moet vergaan om weer te ontstaan. En steeds weer worden de dingen nieuw gevormd, omdat een eeuwig bestaan in de materiële wereld niet mogelijk is. En wat is, moet vergaan, omdat het nog onvolkomen is. En het moet weer opnieuw ontstaan om volmaakter te worden. Want alleen het uiterlijke omhulsel valt uiteen. Maar wat het omhulsel bevat is iets geestelijks, dat wil zeggen iets onvergankelijks, dat het omhulsel ontvlucht om een nieuw omhulsel te bewonen. En dit geestelijke moet volmaakt worden.
Dit ligt aan al het ontstaan en vergaan ten grondslag. En daarom kan niets in de materiële wereld onveranderd blijven, want deze bevat niets volmaakts, daar ze toch alleen ontstaan is om het onvolmaakte de mogelijkheid te bieden volkomen te worden. Heeft het geestelijke de graad van volmaaktheid bereikt, dan kan het de materiële wereld, de aarde, verlaten en binnengaan in het geestelijke rijk. Ontstaan en vergaan is dus noodzakelijk voor de positieve ontwikkeling van het geestelijke en daarom moet al het vergaan verwelkomd worden en al het worden en ontstaan de mensen gelukkig maken.
Het vergaan van welke vorm dan ook betekent een overwinnen hiervan voor het daarin zich bevattende geestelijke, en overwinnen is een zege.
Is de mens tot dit inzicht gekomen, dan maakt hem niets meer bang. Dan ziet hij ook de dood alleen als brug naar het geestelijke rijk. Want nu verlaat het geestelijke, de ziel, haar laatste omhulsel om onbezorgd het geestelijke rijk binnen te kunnen gaan. Maar één ding moet vooraf zijn gegaan: een bewust streven naar de rijpheid van de ziel gedurende het aardse bestaan. Zodra de blik van de mens omhoog is gericht, zodra hij op de hoogte is van de zin en het doel van de belichaming op aarde, streeft hij bewust opwaarts. Hij wil volmaakt worden zodra hij God heeft erkend en zijn herkomst en zijn doel weet. En voor hem betekent de dood een overwinnen van de laatste vorm op aarde, die de ziel nu definitief ontvlucht en bijgevolg ook de materiële wereld. Het omhulsel vergaat, maar het geestelijke ontwaakt tot een nieuw leven, tot een leven dat eeuwig duurt. Maar de mensen kunnen ook een leven leiden, zonder zich bewust te zijn van het doel ervan, en dit uit eigen schuld, zodra ze de materie al te zeer waarderen en daardoor elke geestelijke gedachte in zich verstikken, die hun bewust zou maken van hun eigenlijke taak op aarde. Dan gebruiken ze hun laatste uiterlijke vorm niet meer met het doel de ziel rijp te laten worden. En dan is de dood het einde van hun ontwikkelingsgang op aarde. En de positieve ontwikkeling in alle andere scheppingen ondervindt in deze laatste fase van het aardse leven stagnatie, de ontwikkeling komt tot stilstand.
En dan is het binnengaan in het geestelijke rijk geen ontwaken tot eeuwig leven, maar een toestand van de dood. Een toestand van levenloosheid is het huidige lot van de ziel. Aan het ontstaan en vergaan op aarde is voor dit geestelijke een einde gekomen. Het is alle stadia doorgegaan in een gestadige positieve ontwikkeling, doch in het stadium als mens heeft het gefaald. Het heeft zelf de ontwikkeling onderbroken, omdat dit stadium het de vrije wil had opgeleverd en de mens de vrije wil misbruikte. En het binnengaan in het geestelijke rijk moet voor hem dan begrijpelijkerwijs grote kwellingen en ontgoocheling betekenen, want alleen het volmaakte heeft recht op de eeuwige gelukzaligheid.
Amen
VertalerVida e morte, tornando-se e passando.... este é o ciclo eterno de acordo com o sábio plano de Deus. Somente ao ser humano espiritualmente iluminado se torna claro o grande mistério, que encontra a sua solução neste ciclo eterno. O que é, deve passar para se tornar novamente, e novamente e novamente as coisas se formam de novo, porque uma existência eterna no mundo material não é possível. E o que deve passar, porque ainda é imperfeito, e deve surgir de novo para se tornar mais perfeito. Pois apenas a casca exterior se decompõe, mas o que a casca contém é espiritual, ou seja, imperecível, que escapa da casca para dar vida a uma nova casca. E esta espiritualidade deve tornar-se perfeita.... Esta é a base de todo o devir e morrer. E é por isso que nada no mundo material pode permanecer inalterado, pois não contém nada perfeito em si mesmo, já que só surgiu para oferecer ao imperfeito a oportunidade de se tornar perfeito. Quando o espiritual tiver alcançado o grau de perfeição, pode deixar o mundo material, a Terra, e entrar no reino espiritual. Por isso, o tornar-se e o morrer é necessário para o desenvolvimento superior do espírito, e é por isso que todo o morrer deve ser bem-vindo e todo o tornar-se e o nascer deve fazer as pessoas felizes.... O falecimento de cada forma significa uma superação para o espiritual que nele está abrigado, e a superação é a vitória..... Se o ser humano chegou a essa realização, então nada mais o assustará, então ele também só verá a morte como uma ponte para o reino espiritual. Por agora a alma espiritual deixa sua última concha para poder entrar despreocupadamente no reino espiritual. Mas uma coisa deve tê-lo precedido.... uma luta consciente pela maturidade espiritual durante a vida terrena. Assim que o olhar do ser humano é dirigido para cima, assim que ele conhece o significado e a finalidade da encarnação na Terra, ele se esforça conscientemente para cima. Ele quer tornar-se perfeito assim que tiver reconhecido Deus e souber do seu fim e da sua meta. E para ele a morte significa vencer a última forma na Terra, da qual a alma agora finalmente escapa e consequentemente também o mundo material. A concha passa, mas o despertar espiritual para uma nova vida, para uma vida que dura para sempre.... (17.11.1942) Mas as pessoas também podem viver uma vida inconsciente de propósito, e isto por sua própria culpa.... assim que valorizam demais a matéria e assim sufocam cada pensamento espiritual dentro de si, o que os tornaria conscientes da sua tarefa real na Terra. Então eles não usam mais a sua última forma externa com o propósito de amadurecer a alma. E então a morte é o fim do seu curso de desenvolvimento na Terra, e o desenvolvimento ascendente em todas as outras obras de criação experimenta uma paralisação nesta última fase da vida terrestre, uma paralisação ocorre no desenvolvimento.... E então a entrada no reino espiritual não é um despertar para a vida eterna, mas um estado de morte, um estado de falta de vida é o destino atual da alma. Para este ser espiritual, o tornar-se e o passar da Terra chegou ao fim, passou por todas as fases de desenvolvimento sempre mais elevado, mas no estágio de ser humano falhou; ele mesmo interrompeu o desenvolvimento porque este estágio o tinha trazido livre arbítrio e o ser humano abusou do livre arbítrio. E então, compreensivelmente, a entrada no reino espiritual deve significar grandes agonias e decepções para ele, pois só o perfeito tem direito à felicidade eterna...._>Amém
Vertaler