Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Zalig zijn de armen van geest Het niet herkennen van de goddelijke gave

Hoe klein toch is de mens en hoe wijs en machtig meent hij te zijn. 'n Goddelijke gave gelooft hij te kunnen verwerpen en zijn eigen wijsheid wil hij hoger stellen. En hij denkt er niet aan dat ook het denken van zijn verstand een gave GOD's is, die hij echter misbruikt wanneer hij ze niet zo gebruikt dat hij GOD leert herkennen.

GOD is de Oorsprong - maar hij (de mens) slaat zichzelf al te hoog aan, hij wil niets boven zich accepteren, want anders zou hij ook aan zijn wijsheid minder waarde hechten dan hij doet. Maar hij glimlacht uit de hoogte als hem een weten wordt geboden dat zijn weten ver te boven gaat - hij glimlacht omdat hij meent zelf te weten en zich dus ook bekwaam acht een oordeel te vellen. En daarom kan hij niet toenemen in (waar) weten, omdat het verlangen in hem er niet is.

En daarom deelt GOD de wijsheid uit aan diegenen die zich gering en onwetend achten, die hun weten zouden willen vergroten en die een WEZEN boven zich erkennen DAT van alles op de hoogte is, dus ook van de geestelijke armoe van Zijn schepselen, die HIJ kan opheffen.

En zalig die zich arm voelen van geest, die geen wereldse kennis hun eigendom noemen, dat hen aanmatigend van geest maakt - zalig die hongerig zijn naar de wijsheden van boven, die uit de Bron willen putten die GOD Zelf geopend heeft, ieder mens heeft toegang tot deze Bron, maar geringschattend gaat de mensheid daaraan voorbij.

Doch het levende water dat uit deze Bron stroomt, is het kostelijkste dat de mens ter beschikking staat. Het bezorgt hem een schat die alle aardse goederen verre overtreft. Want de wijsheid uit GOD is een genadegeschenk dat de mens nooit meer wil ontberen, zodra hij het eenmaal heeft ontvangen. De wijsheid uit GOD heeft eeuwigheidswaarde, de wijsheid uit GOD maakt de mens onbeschrijflijk gelukkig en de wijsheid uit GOD geeft de kracht om opwaarts te streven.

De wereldse kennis daarentegen verbleekt en is waardeloos, d.w.z. ze heeft slechts nut voor de tijd van het bestaan op aarde en levert ook alleen maar aards voordeel op.

Maar geestelijk weten levert weinig resultaat op voor het aardse leven en toch geeft de mens het niet meer prijs, zodra hij het eenmaal heeft gevonden. En diegenen die het afwijzen bewijzen daardoor alleen hun wereldse instelling en hun geringe verlangen naar de waarheid, anders zouden ze het moeten herkennen als een kostbaar geschenk en zouden zij er eveneens naar streven.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

„Beati i poveri in ispirito.... “ - Il non riconoscere il Dono divino

Quanto è piccolo l’uomo e quanto si crede saggio e potente. Crede di poter rigettare il Dono divino e vuole mettere al di sopra la sua propria sapienza. E non pensa che anche il suo pensare d’intelletto è un Dono di Dio che però usa male, se non lo usa in modo da imparare a riconoscere Dio. Dio E’ l’Origine, ma costui stesso si stima troppo in alto, non vuole lasciar valere nulla al di sopra di lui, perché allora dovrebbe anche stimare meno la sua sapienza di come fa. Ma egli ride arrogante, quando gli viene offerto un sapere che supera di molto il suo sapere, egli sorride perché crede sé stesso sapiente e quindi di essere anche in grado di emettere un giudizio. E per questo non può crescere nel sapere, perché non desidera un tale sapere. E perciò Dio guida la Sapienza a coloro che si sentono minimi ed ignari, che vorrebbero aumentare il loro sapere e che riconoscono al di sopra di sé un Essere, il Quale conosce tutto, quindi anche la povertà spirituale delle Sue creature che Egli può alleviare. E beati coloro che si sentono poveri in ispirito, che non chiamano loro proprio un sapere mondano che li rende di spirito arrogante, beati coloro che sono affamati di Sapienze dall’Alto, che vogliono attingere dalla Fonte che Dio Stesso ha aperto, questa Fonte è accessibile a tutti gli uomini, ma l’umanità vi passa sprezzante. Ma l’Acqua viva che scaturisce da questa Fonte, è la cosa più deliziosa che è a disposizione dell’uomo. Gli trasmette un tesoro che supera tutti i beni terreni, perché la Sapienza di Dio è un Dono di Grazia, di cui l’uomo non vorrà mai fare a meno, appena l’ha una volta ricevuta. La Sapienza di Dio ha un valore d’Eternità, la Sapienza di Dio rende l’uomo indescrivibilmente felice e la Sapienza di Dio gli dà Forza per tendere verso l’Alto. Il sapere mondano invece diventa pallido ed è senza valore, cioè serve soltanto per il tempo del cammino terreno e procura anche soltanto vantaggio terreno. Ma il sapere spirituale porta poco successo per la vita terrena e ciononostante l’uomo non lo dà più via, appena una volta l’ha trovato. E coloro che lo rifiutano, testimoniano con ciò soltanto la loro predisposizione mondana, scarso desiderio verso la Verità, altrimenti dovrebbero riconoscerla come un prezioso Dono e vi tenderebbero pure.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich