Het lichaam van Jezus Christus bood aan Zijn ziel geen weerstand meer. Het verlangde voor zich niets anders dan wat de ziel wilde, die zich helemaal had verenigd met de geest in haar.
Dit was de staat van de mens Jezus toen Hij Zijn werk had voltooid.
Het was de toestand van volledige overgave aan God en totaal afzien van dat wat aan de wereld toebehoorde.
Zijn lichaam was geheel onafhankelijk van de aarde en haar wetten, want het was totaal vergeestelijkt. Dat wil zeggen: de geestelijke substanties die Zijn lichaam vormden, hadden zich met die van de ziel versmolten en zich in zekere zin geheel aan de wil van de geest onderworpen, die in nauwste verbinding stond met de geest van de Vader. En dus was ook het aardse lichaam tegelijk met de ziel één geworden met de eeuwige Godheid.
Deze samensmelting was buitengewoon belangrijk. Ze was van een draagwijdte die het geestelijke niet in staat is te begrijpen. Niet voordat het zelf de aaneensluiting met God heeft gevonden. Ze was een daad van de grootste zelfoverwinning, diepste liefde en de meest onbegrensde overgave aan God.
De ziel van de mens Jezus trok tegelijkertijd haar buitenkant, het lichaam, in het bereik van de liefdesstraal uit God. Zijn ziel en Zijn lichaam werden doorstroomd door Gods geest van liefde, door Zijn kracht en Zijn licht.
De mens Jezus was vol van kracht en licht.
Hij was machtig en wijs en elk creatuur gehoorzaamde Hem. De gehele schepping gehoorzaamde Hem, want God zelf was in alle volheid in Hem, omdat Hem geen enkele tegenstand meer werd geboden, noch door de ziel, noch door het lichaam. En deze onbeperkte overgave had ook het onbeperkte werkzaam zijn van God tot gevolg.
God zelf was het die zich nu uitte in alles wat Jezus deed en sprak. Gods liefde grijpt alles aan wat zich aan Hem overgeeft. Ze doorstraalt elke schepping zodra het geestelijke in haar de goddelijke liefde geen weerstand meer biedt.
Waar deze weerstand is opgeheven, daar kan alleen nog de liefde Gods zijn. Dus, daar God de Liefde is, kan God alleen daar zijn, waar Hem geen weerstand wordt geboden.
Alles uit Hem is Goddelijks, zolang het zonder weerstand is. Pas de weerstand maakt het door God geschapene tot iets buiten Hem staand, totdat het vanzelf de weerstand opgeeft.
De mens Jezus was God volledig toegedaan en dus niets meer dat buiten God staat, maar dat met Hem versmolten was, dus één met God en bijgevolg volledig verheerlijkt, omdat de verbondenheid met God een staat van volledig licht is.
En Jezus Christus heeft met het weggaan uit de wereld tegelijk met Zijn ziel Zijn lichaam mee overgenomen in de eeuwigheid, want er was bij Hem niets meer wat een positieve ontwikkeling nodig had. Het lichaam en de ziel waren volmaakt. Elke geestelijke substantie was zo op God gericht dat ze van het licht en de liefde van God was doordrongen, dat ze gelijk was aan God omdat ze zich volledig met de eeuwige Godheid had samengesmolten.
Amen
VertalerO corpo de Jesus Cristo já não se opunha à Sua alma; nada mais exigia para si mesmo do que aquilo que a alma desejava, que nela se tinha unido completamente ao espírito.... Este era o estado do homem Jesus quando Ele tinha completado a sua obra.... Era o estado de completa devoção a Deus e completa renúncia ao que pertencia ao mundo.... O seu corpo era completamente independente da Terra e das suas leis, pois estava completamente espiritualizado, ou seja, as substâncias espirituais que formavam o seu corpo humano fundiram-se com as da alma e, por assim dizer, subordinaram-se completamente à vontade do espírito, que estava em contacto mais próximo com o Pai-Espírito, e assim o corpo terreno com a alma também se tinha tornado simultaneamente um com a Deidade eterna.... Esta fusão foi tão significativa, que o espiritual não é capaz de entender até encontrar a sua própria união com Deus. Foi um ato de maior autoconquista, de amor mais profundo e de devoção mais irrestrita a Deus..... Ao mesmo tempo atraiu a alma do homem a concha exterior de Jesus, o corpo, para o reino da emanação do amor de Deus, e inundou Sua alma e corpo com o espírito de amor de Deus, com Sua força e Sua luz.... O homem que Jesus estava cheio de poder e luz.... Ele era poderoso e sábio, e toda a criatura O obedecia, toda a criação O obedecia, pois o próprio Deus estava Nele em toda a plenitude, porque Ele já não se opunha de forma alguma, nem pela alma nem pelo corpo, e esta devoção sem limites também resultou na actividade sem limites de Deus.... Foi o próprio Deus que agora se expressou em tudo o que Jesus fez e disse. O amor de Deus abrange tudo o que se dá a Ele, ele permeia toda a criação, desde que as substâncias espirituais nela contidas não resistam ao amor divino.... Onde essa resistência é removida só pode haver o amor de Deus, portanto.... já que Deus é amor.... só Deus pode estar onde nenhuma resistência se opõe a Ele.... Tudo d'Ele é divino, desde que seja sem resistência. Só a resistência transforma aquilo que é criado por Deus em algo que se afasta d'Ele até desistir da resistência por sua própria vontade.... O homem Jesus era completamente dedicado a Deus e, portanto, não mais algo fora de Deus, mas fundiu-se com Ele, portanto um com Deus.... e, portanto, completamente transfigurado porque a união com Deus é um estado cheio de luz.... E quando Jesus Cristo partiu do mundo Ele levou o Seu corpo para a eternidade ao mesmo tempo que a Sua alma, pois não havia mais nada Nele que precisasse de desenvolvimento superior, o corpo e a alma eram perfeitos; toda substância espiritual estava tão voltada para Deus que foi permeada pela luz e pelo amor de Deus, que era como Deus, pois tinha se fundido completamente com a Deidade eterna...._>Amém
Vertaler