De werkzaamheid van de gedachten van een verlicht mens is geordend. Dat wil zeggen dat zijn gedachten niet wispelturig en onsamenhangend zijn, maar helder en logisch en als hij nu deze gedachten aan de medemens wil geven, zal het ook begrijpelijk voor hem zijn, zodra ook hij geestelijk streeft en naar de waarheid verlangt. Want de krachten, die in de waarheid staan, brengen teweeg dat de waarheid zo aangeboden wordt, dat ze begrepen kan worden, als de wil naar de waarheid aanwezig is.
Nu kunnen er verschillende graden van rijpheid aangetroffen worden en dus ook verschillende vermogens om de waarheid op te nemen, als deze door de geestelijke wezens, die kennis hebben, gegeven wordt. De innigheid van de verbinding met God vergroot ook het vermogen om op te nemen, omdat deze ook met de liefdesgraad van de mens overeenkomt.
En nu zal de mens, wiens leven een werkzaamheid in liefde is, acht slaan op elke opwelling in zich en zodoende de stem van de geest in zich horen. Bijgevolg kan hij door de geest in zich onderwezen en in alle wijsheid uit God binnengeleid worden. En wat hem nu door de geest aan kennis gegeven wordt, begrijpt hij ook, want de geest doet geen mededelingen op een onbegrijpelijke manier, maar deze onderwijst de mens telkens weer, totdat hij het hem aangeboden gedachtengoed tot geestelijk eigendom laat worden en in staat is om deze nu begrijpelijk door te geven.
Er kan dus nooit van een geestelijke werkzaam zijn gesproken worden, als de geestelijke geschenken onbegrepen blijven. De mens kan iets verstandsmatig op willen nemen en door willen geven, hij zal het net zo lang onsamenhangend aan de medemens aanbieden, als hij verstandelijk denkt. Terwijl de geschenken van de geest in samenhang aangeboden worden, omdat de gevers hiervan, de geestelijke krachten, die de uitstraling van God, licht, dat wil zeggen kennis, naar de geest in de mens toe laten stromen, ervoor zorgdragen dat hun geschenken zo in ontvangst genomen worden, zoals deze door hen gegeven werden.
Als de mens bereidwillig is om het ontvangen geestelijk goed aan de medemens door te geven, dan is het werkzaam zijn van de geest onbegrensd. Dat wil zeggen dat de geest uit God zijn gedachten en zijn woorden nu leidt, zodat de medemens alleen dat maar gegeven wordt, wat bevorderlijk is voor zijn ziel en dat is in ieder geval de zuivere waarheid. De zuivere waarheid is daar, waar de geest van God werkzaam is en ze zal ook daar zijn, waar de wil van de mens zich bereid verklaart om door te geven.
Want God Zelf onderwijst de mensen, die Hem willen dienen en vormt hen tot leerkrachten, opdat ze de medemens dezelfde waarheid toe kunnen doen komen, omdat ze deze niet rechtstreeks in ontvangst willen nemen. En Hij rust hen uit met een helder vermogen tot inzicht en een helder beoordelingsvermogen, want hun taak is te belangrijk om niet aan Zijn bescherming onderworpen te zijn. De waarheid zal naar de aarde geleid worden door mensen, die Hem heel toegenegen zijn en zodoende verleent Hij hun ook Zijn bijzondere bescherming.
Amen
VertalerLa actividad de pensamiento de un ser humano iluminado es ordenada, es decir, sus pensamientos no son erráticos e incoherentes, sino claros y lógicos, y si quiere transmitir estos pensamientos a su semejante, también le resultará comprensible siempre que también se esfuerza espiritualmente y está exigiendo la verdad. Porque esto es lo que hacen las fuerzas que están en la verdad, que la verdad sea ofrecida de tal manera que pueda ser comprendida si está presente la voluntad de la verdad. Sin embargo, se pueden encontrar diferentes grados de madurez y, por tanto, también una diferente capacidad de receptividad para la verdad, si ésta es transmitida por los seres espirituales que están en el conocimiento.
La intimidad de la conexión con Dios aumenta la capacidad de receptividad porque corresponde también al grado de amor del humano. Y el humano cuya vida es una obra de amor ahora prestará atención a cada movimiento dentro de sí mismo y, por lo tanto, escuchará la voz del espíritu dentro de sí mismo. En consecuencia, el espíritu que está dentro de él puede enseñarle y presentarle toda la sabiduría de Dios. Y el conocimiento que le imparte el espíritu dentro de sí mismo, también lo capta, porque el espíritu no se da a conocer de manera incomprensible, sino que enseña al humano una y otra vez, hasta que permite que las ideas se conviertan en propiedad espiritual y ahora es capaz de transmitirlo de forma comprensible. Así que nunca se puede hablar de actividad espiritual si los dones espirituales siguen siendo incomprensibles....
Un ser humano puede recibir algo intelectualmente y querer transmitirlo.... lo ofrecerá a sus semejantes de manera incoherente mientras sea sólo su pensamiento intelectual.... mientras los dones del Espíritu se ofrecen en contexto, porque los dadores de estos.... las fuerzas espirituales, que permiten que la radiación de Dios, la luz, es decir, el conocimiento, fluya hacia el espíritu en el ser humano.... aseguran que sus dones sean recibidos tal como son dados por ellos. Si el humano está dispuesto a transmitir el bien espiritual que ha recibido a su semejante, entonces la obra del Espíritu es ilimitada, es decir, el Espíritu de Dios ahora dirige sus pensamientos y palabras para que al semejante sólo sea transmitido lo que es beneficioso para su alma, y esta es siempre la pura verdad.
La verdad pura es donde obra el Espíritu de Dios, y será también allí donde la voluntad humana aceptara transmitirla.... Porque Dios Mismo instruye a los humanos que quieren servirle y los forma como maestros, para que puedan decirles a sus semejantes la misma verdad porque no quieren aceptarla directamente. Y Él los equipa con poderes de cognición y juicio claro, porque su tarea es demasiado importante como si no estuvieran bajo Su protección.... La verdad debe ser transmitida a la Tierra por personas que estén completamente dedicadas a Él y, por lo tanto, Él se les conceda también Su protección....
amén
Vertaler