Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het afwijzen van het woord van God is het zich keren naar de tegenstander van God

Er wordt naar de tegenpool van God gestreefd, zodra de mens zich voor het goddelijke woord afsluit, want dan verzet hij zich tegen de toestroom van kracht uit God en dat is al een toekeren naar de tegenstander van God. Wie het woord van God afwijst, die wijst ook God Zelf af, want God is het woord. En als hij God in de mond neemt, is dit alleen maar een zegswijze, die hij gebruikt zonder God te erkennen.

Maar als God Hem Zelf nadert, zet hij zijn wil daartegenover en kan niet gedwongen naar God geleid worden. En toch gelooft hij zijn wil goed te gebruiken en God trouw te zijn, als hij met een verkeerde voorstelling opgegroeid is en hij blijft alleen maar deze verkeerde voorstelling trouw. Hij houdt hardnekkig aan zijn oude opvattingen vast en kan er niet van overtuigd worden, dat hij voor een verkeerde leer opkomt, omdat deze overtuiging hem niet gedwongen aan het verstand gebracht kan worden, maar deze uit eigen beweging door hem verworven moet worden.

Het hart moet werkzaam zijn. Hij moet de drijfveer in zich voelen om de waarheid te doorgronden en met God Zelf in innig contact te treden. Dan zal hij herkennen of en wanneer hij in de waarheid wandelt. Het woord van God zal hem over alles opheldering geven, maar hem kan nooit helderheid gegeven worden, als hij het woord van God afwijst.

Maar de tegenstander van God versterkt zijn wil om af te wijzen. Hij zal hem via de gedachten bestoken en hij zal ook succes hebben, want de wil van de mens is er veeleer toe geneigd om diens met dwaling doorspekte leringen aan te nemen, dan de goddelijke waarheid. En zo staat de mens in verbinding met de tegenpool van God en zijn denken en handelen komen hiermee overeen. Hij wordt niet zelf actief, maar volhardt in dat, wat hem eerst aangeboden werd en het is zijn fout, dat hij zich iets eigen gemaakt heeft, zonder ernstig te onderzoeken en nu voor een ernstig onderzoek terugschrikt, omdat hij niets anders wil, dan wat hij bezit. Hij vreest ervoor om de ongeloofwaardigheid van dat te beseffen, wat hij bezit en hij komt er daarom des te ijveriger voor op.

Maar God probeert steeds weer om ook deze mensen naar de weg van de waarheid te leiden en Hij nadert hen steeds weer, zodra ze hun gedachten tot Hem opheffen. Want enkel door ernstig nadenken kunnen ze bij de waarheid komen en Hij zal hun steeds weer aanleiding geven om na te denken. Om hen aan de macht van de tegenstander te ontrukken en hun Zijn woord aan te kunnen bieden en met dit woord ook de kracht.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Ablehnen des Wortes Gottes ist Zuwenden zum Gegner Gottes....

Der Gegenpol Gottes wird angestrebt, sowie sich der Mensch dem göttlichen Wort verschließt, denn dann wehrt er sich gegen den Zustrom der Kraft aus Gott, und das schon ist ein Zuwenden zum Gegner Gottes. Wer das Wort Gottes ablehnt, der lehnt auch Gott Selbst ab, denn Gott ist das Wort.... Und so er Gott im Munde führt, ist dies nur eine Redensart, die er gebraucht, ohne Gott zu erkennen. So Gott Selbst aber Sich ihm nähert, setzt er seinen Willen dagegen und kann nicht zwangsweise Gott zugeführt werden. Und dennoch glaubt er, seinen Willen recht zu nützen und Gott treu zu sein, wenn er in einer falschen Vorstellung aufgewachsen ist, und er bleibt nur dieser falschen Vorstellung treu.... Er hält mit einer Zähigkeit an seinen alten Anschauungen fest und kann nicht davon überzeugt werden, daß er eine irrige Lehre vertritt, weil ihm diese Überzeugung nicht zwangsweise beigebracht werden kann, sondern sie aus eigenem Antrieb von ihm gewonnen werden muß. Es muß das Herz tätig sein, er muß den Trieb in sich spüren, die Wahrheit zu ergründen, und mit Gott Selbst in innige Fühlung treten, dann wird er erkennen, ob und wann er in der Wahrheit wandelt. Das Wort Gottes wird ihn über alles aufklären, doch nimmermehr kann ihm Klarheit werden, wenn er das Wort Gottes abweist. Der Gegner Gottes aber bestärkt seinen Willen zur Ablehnung, er wird ihm gedanklich zusetzen, und er wird auch Erfolg haben, denn der Wille der Menschen ist viel eher geneigt, dessen Irrtum-durchsetzte Lehren anzunehmen als die göttliche Wahrheit. Und so ist der Mensch im Verband mit dem Gegenpol Gottes stehend, und sein Denken und Handeln entspricht diesem. Er wird nicht selbst tätig, sondern verharrt in dem, was ihm zuvor geboten wurde, und das ist sein Fehler, daß er sich etwas angeeignet hat, ohne ernstlich zu prüfen, und nun vor einer ernstlichen Prüfung zurückschreckt, weil er nichts anderes will, als was er besitzt.... er fürchtet sich davor, die Fadenscheinigkeit dessen zu erkennen, was er besitzt, und vertritt es daher desto eifriger. Gott aber versucht immer wieder, auch diese Menschen auf den Weg der Wahrheit zu leiten, und Er kommt ihnen immer wieder nahe, sowie sie ihre Gedanken zu Ihm erheben. Denn nur durch ernsthaftes Nachdenken können sie zur Wahrheit kommen, und Er wird immer wieder die Menschen zum Nachdenken veranlassen, um sie der Macht des Gegners zu entreißen und ihnen Sein Wort darbieten zu können und mit diesem Wort auch die Kraft....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde