• Terug

Werkzaam zijn in het lichtrijk – Waarheid – Boodschappers van God

Vanuit het lichtrijk dalen talrijke wezens naar de aarde af en ze maken de mensen de wil van God bekend. Maar door slechts weinig mensen wordt dit werkzaam zijn herkend. Slechts weinigen weten van de grote geestelijke nood, van de liefde van God en de zorg om Zijn schepselen. Maar God brengt deze weinigen samen en ze zullen de mededelingen uit het lichtrijk in verschillende vormen in ontvangst nemen, want God zal hen naar hun taak bedenken, die hen in het aardse leven wordt toegewezen. En iedereen wordt dezelfde waarheid geboden en daarom zal dit ook heel goed na te gaan zijn, want wat uit het lichtrijk aangeboden wordt, zal eeuwig en altijd hetzelfde zijn: waarheid uit God.

En zo leiden deze lichtwezens onophoudelijk goddelijke wijsheden naar de aarde, waar gewillige mensen bereid zijn om te ontvangen en zich bereid verklaren om door te geven, wat ze ontvangen. De wereld van het licht is ononderbroken actief om de duistere toestand uit te bannen en dit kan alleen maar op deze manier geschieden, dat de goddelijke waarheid naar de aarde geleid wordt, die de mensen nu het juiste licht geeft en hun gang over de aarde gunstig beïnvloedt.

Want als de mens wetend geworden is, leeft hij ook overeenkomstig deze kennis. Dus volgens de goddelijke wil. Hij weet alles en daarom is zijn toestand niet meer zonder licht. En waar een licht schijnt, daar is de duistere nacht doorbroken en er kan daar nooit weer duisternis heersen. En zo zal ook de waarheid, die de mensen vanuit het lichtrijk aangeboden wordt, overal daar zijn licht ontsteken, waar haar toegang verleend wordt.

Maar hieraan zal ook de waarheid als zodanig herkend worden, dat ze de geest van de mens verlicht. Dat het hem als schellen van de ogen valt en hij alles begrijpt, wat eerst onduidelijk voor hem was en hij zich nu gedrongen voelt om door te geven aan de medemensen, wat hem het diepst gelukkig maakt, omdat het hem helderheid van de geest gegeven heeft.

Voor de waarheid waardig bevonden te worden, is een onmetelijke genade, maar deze kan alleen die mens maar toegestuurd worden, die zijn hart opent voor de onderrichtingen van de lichtwezens. Maar tegelijkertijd de medemensen zo veel liefde schenkt, dat hij hen deel zou willen laten nemen aan zijn geestelijke rijkdom.

En zo wordt de mensheid in kennis gesteld van de wil van God, omdat de boodschappers van God deze wil van Hem in zekere zin aan de mensen bekendmaken. Want enkel door het vervullen van de goddelijke wil, verandert het licht zich tot een heldere vlam en zijn heldere licht verlicht de meest duistere nacht. Maar God wil de duisternis verdringen en in plaats hiervan licht brengen. En zo is het werk van de wezens in het lichtrijk voortdurend een strijd tegen de duisternis. En overal wordt het licht ontstoken, opdat de geestelijke nacht doorbroken wordt en de lichtvolle dag aanbreekt, die de nacht verdringt.

Amen

Wirken im Lichtreich.... Wahrheit.... Sendboten Gottes....

Aus dem Reiche des Lichtes steigen zahlreiche Wesen zur Erde hernieder und geben den Menschen Kunde vom Willen Gottes. Doch nur von wenigen Menschen wird deren Wirken erkannt, nur wenige wissen um die große geistige Not, um Gottes Liebe und Fürsorge um Seine Geschöpfe. Doch diese wenigen führt Gott zusammen, und sie werden Mitteilungen aus dem Lichtreich entgegennehmen in verschiedener Form, denn Gott wird sie bedenken je nach ihrer Aufgabe, die ihnen für das Erdenleben gestellt ist. Doch allen wird die gleiche Wahrheit geboten, und darum wird es auch sehr wohl zu prüfen sein, denn was aus dem Reiche des Lichts geboten wird, wird immer und ewig das gleiche sein.... Wahrheit aus Gott.... Und so leiten diese Lichtwesen unentwegt göttliche Weisheiten zur Erde, wo willige Menschen zum Empfang bereit sind und sich auch zur Weitergabe dessen bereit erklären, was sie empfangen. Die lichtvolle Welt ist ununterbrochen tätig, den Dunkelheitszustand zu bannen, und dies kann nur in der Weise geschehen, daß die göttliche Wahrheit zur Erde geleitet wird, die den Menschen nun rechtes Licht gibt und ihren Erdenwandel günstig beeinflußt. Denn so der Mensch wissend geworden ist, lebt er auch diesem Wissen entsprechend, also nach göttlichem Willen. Er weiß um alles, und also ist sein Zustand nicht mehr lichtlos.... Wo aber ein Licht leuchtet, dort ist die dunkle Nacht durchbrochen, und es kann niemals wieder dort Finsternis sein. Und so wird auch die Wahrheit, die aus dem Lichtreich den Menschen geboten wird, überall dort ein Licht entzünden, wo ihr Zugang gewährt wird.... Daran aber wird auch die Wahrheit als solche erkannt werden, daß sie den Geist des Menschen erhellt, daß es ihm nun wie Schuppen von den Augen fällt und er alles begreift, was ihm zuvor unklar war, und es ihn nun drängt, das weiterzugeben an die Mitmenschen, was ihn zutiefst beglückt, weil es ihm Helligkeit des Geistes vermittelt hat. Der Wahrheit gewürdigt zu werden ist eine unermeßliche Gnade, doch sie kann nur dem Menschen zugehen, der sein Herz öffnet den Belehrungen der Lichtwesen.... gleichzeitig aber den Mitmenschen so viel Liebe entgegenbringt, daß er sie teilnehmen lassen möchte an seinem geistigen Reichtum. Und so wird die Menschheit in Kenntnis gesetzt vom Willen Gottes, weil gleichsam die Sendboten Gottes diesen Seinen Willen den Menschen kundtun. Denn nur durch das Erfüllen des göttlichen Willens wandelt sich das Licht zur hellodernden Flamme, und sein heller Schein erleuchtet die dunkelste Nacht. Die Finsternis aber will Gott verdrängen und das Licht an deren Stelle setzen.... Und so ist die Arbeit der Wesen des Lichtreiches unentwegt ein Kampf gegen die Dunkelheit.... Und allerorten wird das Licht entzündet, auf daß die geistige Nacht durchbrochen werde und der lichtvolle Tag anbricht, der die Nacht verdrängt....

Amen