Eeuwigheden zijn er al vergaan en eeuwigheden zullen er nog verlopen, eer de vergeestelijking heeft plaatsgevonden van al datgene, wat oersubstantie van de schepping is. Dit proces is zo onvoorstelbaar moeilijk en het vraagt oneindig lange tijd, omdat de aanvankelijke weerstand van het geestelijke niet met geweld kan worden gebroken. Integendeel, dit geestelijke moet zelf besluiten de weerstand op te geven. En daarom kan er op geen enkele wijze versneld worden ingegrepen. Alleen door buitengewoon harde druk op het geestelijke kan diens wil om te weerstaan afnemen. En daarom zijn de zichtbare scheppingen van een gesteldheid, dat ze in hun beginstadium bijna onverwoestbaar lijken en hun oplossing weer alleen door gewelddadige gebeurtenissen mogelijk is.
Zulke gewelddadige oplossingen vinden door Gods Wil plaats, wanneer het geestelijke zo ver volgzaam is geworden, dat het de ondraaglijke toestand van dwang niet meer nodig heeft. Dan maakt God de boeien ervan losser, doordat de voormalige vaste vorm uiteenvalt en zich in nieuwe uiterlijke vormen weer aaneensluit, die echter niet meer de zo kwellende toestand voor het geestelijke betekenen als tevoren.
Elke gewelddadige ontbinding van de eertijds vaste vorm is een daad van bevrijding voor het erin gekluisterde geestelijke. Maar tegelijkertijd worden ook scheppingen, die al rijper geestelijks bevatten, aan een verandering onderworpen. Want een gewelddadig uiteenvallen van de harde substantie is een gebeuren, dat merkbaar is voor al het geestelijke in de verste omtrek. Het is geen geleidelijk verval op zich, maar een essentiële uitbraak van het geestelijke, dat God voor momenten de vrijheid geeft, die het benut om datgene, wat het gevangen houdt, open te breken.
Zulke erupties brengen geweldige veranderingen met zich mee, van de scheppingen die door de verwoesting worden getroffen. Al het geestelijke - ook het al verder ontwikkelde - raakt daardoor zijn oude vorm kwijt, verbindt zich met vrij geworden geestelijks en neemt weer zijn intrek in een nieuwe uiterlijke vorm, al naar gelang de wil van dit geestelijke om zich aan te passen aan een dienende bestemming.
En zo wordt door een dergelijke gewelddadige ontbinding het geestelijke ertoe gebracht een dienende functie uit te oefenen, die voor het geestelijke een losser maken van zijn huidige keten betekent. Daarom is elke gewelddadige verwoesting met een vrij worden, resp. positieve ontwikkeling van het in de vorm gekluisterde geestelijke verbonden, en het wordt door deze met vreugde begroet.
Alleen voor het geestelijke, dat zich in het laatste stadium van de ontwikkeling bevindt, is het een gebeuren vol leed. Want het berooft dit geestelijke van elke verdere mogelijkheid zich te ontwikkelen op de aarde en brengt daarom schrik en ontzetting teweeg, als dit het laatste verblijf in de vorm niet heeft benut, zolang het hem mogelijk was. Doch terwille van het onrijpe geestelijke zijn zulke erupties nodig, dat anders niet uit zijn vaste vorm kan worden verlost. Want zodra het na oneindig lange tijd van weerstand tegen God besluit om te dienen, geeft God het daar ook de mogelijkheid toe.
Amen
VertalerSono già passate delle Eternità, ed Eternità passeranno ancora, prima che abbia avuto luogo la spiritualizzazione di tutto ciò che è la sostanza Ur della Creazione. Questo processo è così inimmaginabilmente faticoso e richiede infinitamente tanto tempo, perché l’iniziale resistenza dello spirituale non può essere spezzata violentemente, ma questo deve decidere da sé stesso di rinunciarvi, e perciò non può essere accelerato in nessun modo. Solo mediante una straordinaria pressione sullo spirituale può essere paralizzata la sua volontà di resistenza, e perciò le Creazioni visibili sono di una consistenza, che nel loro stadio iniziale sembrano quasi indistruttibili e la loro dissoluzione è di nuovo solo possibile tramite processi violenti. Queste dissoluzioni violente hanno luogo mediante la Volontà di Dio quando lo spirituale è diventato malleabile fino al punto da non avere più bisogno dello stato di insopportabile costrizione. Allora Dio rilassa le catene di ciò, mentre la forma solida di prima si disfa e si assembla di nuovo in nuove forme esterne, che però non significano più per lo spirituale lo stato tormentoso di prima. Ogni violenta dissoluzione di una precedente forma solida è per lo spirituale rilegato un atto di liberazione, ma contemporaneamente tali Creazioni vengono anche sottoposte ad un cambiamento, che celano in sé dello spirituale già più maturo. Perché una dissoluzione violenta della sostanza dura è un processo, che è percepibile per tutto lo spirituale nel più ampio cerchio. Non è un decadere in sé un poco alla volta, ma una fuga elementare dello spirituale, a cui Dio concede per momenti la libertà che sfrutta, per spezzare quello che lo tiene legato. Tali eruzioni portano con sé dei cambiamenti violenti di quelle Creazioni che vengono colpite dalla distruzione. Tutto lo spirituale, anche quello già progredito nello sviluppo, si libera perciò della sua vecchia forma, si unisce con dello spirituale diventato libero e prende di nuovo soggiorno in una nuova forma esteriore, secondo la volontà dello spirituale, di adeguarsi ad una destinazione di servizio. E così attraverso una tale dissoluzione violenta lo spirituale viene di nuovo indotto all’esercizio di un’attività di servizio, che significa un rilassamento della sua precedente catena. Perciò una distruzione violenta è collegata con una liberazione, cioè con uno sviluppo verso l’Alto dello spirituale legato, rilegato in una forma, che viene accolta gioiosamente da questo. Solo per lo spirituale che si trova all’ultimo stadio dello sviluppo è un avvenimento doloroso, perché deruba questo spirituale di ogni ulteriore possibilità di sviluppo sulla Terra e fa scaturire perciò degli spaventi e terrore, se questo non ha sfruttato l’ultimo soggiorno nella forma, finché questo era possibile. Ma per via dello spirituale immaturo tali eruzioni sono necessarie, che diversamente non possono essere liberate dalla loro forma. Perché quando dopo un tempo infinitamente lungo, si decide di passare dalla resistenza contro Dio al servizio, Dio gliene dà anche la possibilità.
Amen
Vertaler