Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Verzoek van de lijdende zielen om het gebed

Denk aan de zielen, die in de duisternis verblijven en help hen door een stil gebed. Jullie hebben allemaal zielen in het hiernamaals, die jullie hulp nodig hebben en daarom vragen, zodra ze jullie gedachten binnendringen. Jullie allen zijn in staat om hen te helpen door jullie voorspraak. Deze zielen verkeren in een toestand, waarin ze zichzelf niet kunnen helpen, omdat het hen aan kracht ontbreekt en om hulp smekend wenden ze zich daarom tot jullie, zodat jullie zich om hen zouden willen bekommeren en door innig gebed hun nood verminderen. Jullie hebben recht op deze kracht. Jullie kunnen de kracht doen toekomen aan deze ongelukkige wezens en ze vragen u hier dringend om.

Gods liefde en genade laat steeds een mogelijkheid open, waar de lijdende zielen in het hiernamaals hulp geboden kan worden, omdat de zielen zelf niet in staat zijn om zich uit hun kwellende toestand te bevrijden. Hij maakt deze bevrijding alleen maar weer afhankelijk van de liefde van de mens. Hoe inniger de gedachten een overledene in het hiernamaals volgen, des te gemakkelijker zal het voor hem zijn om de ziel van diegene uit haar passieve toestand in het hiernamaals te bevrijden, want elke liefhebbende gedachte betekent voor de ziel een schenking van kracht, die ze gebruikt voor ijverige werkzaamheid. En daarom houdt de ziel zich overwegend daar op, waar ze mensen kent, die haar toegedaan waren, want van hen hoopt ze op hulp, omdat alleen de liefde hen deze hulp kan bieden. Zodra een ziel zich aan een mens op aarde in herinnering brengt, is dit een stil verzoek om hun voorspraak.

Maar hoeveel mensen voldoen aan hun verzoek? Hoe snel wenden de mensen hun gedachten weer af, weer gericht op het aardse leven en laten deze strijdende zielen in hun grote nood? En toch moeten de mensen bijdragen aan de verlossing van al het geestelijke. Ze moeten zich vol barmhartigheid het lijden van deze niet verloste zielen proberen voor te stellen en een ziel nooit vergeefs laten bidden, want anders dan door een voorbede kan zij niet meer geholpen worden.

Talloze zielen bevinden zich in de nabijheid van de aarde en vooral in de nabijheid van mensen, van wie ze hulp verwachten. Ze proberen van hun kant binnen te dringen in het denken van de mensen en ze vrezen ervoor, dat deze geen aandacht aan hen schenken en hen hulpeloos in dezelfde toestand laten. Want elke ziel, die in het hiernamaals in geestelijke duisternis smacht, is hulpeloos. Zodoende kan haar alleen maar hulp geboden worden, wanneer haar licht gegeven wordt. Wanneer haar het goddelijke evangelie verkondigd wordt, want de kennis daarvan betekent licht. De kennis daarvan levert de ziel verlichting op, omdat ze deze kennis onmiddellijk door zal geven en dus eveneens in liefde dient.

Maar om de meelijwekkende zielen in liefde te kunnen dienen, moet ze zelf geestelijke goederen bezitten, die ze doorgeven wil. Maar hun duistere toestand is volledig ongeschikt voor de doorgifte van geestelijke goederen. En daarom vragen de zielen om licht. Ze vragen om kennis en jullie mensen op aarde kunnen hun dit geven en hen redden uit hun grote nood, doordat jullie God innig bidden om genade en kracht voor deze noodlijdende zielen.

En als de liefde van het hart zo’n gebed met een verzoek omhoog zendt, zal God het gebed verhoren en de zielen in het hiernamaals eveneens de mogelijkheid geven om liefhebbend werkzaam te zijn en nu begint het geestelijk opstijgen van de ziel, want hen wordt kracht toegevoerd door de liefde van de aardse mensen en ze gebruiken deze kracht overeenkomstig de goddelijke wil.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

La richiesta delle anime sofferenti per la preghiera

Ricordate le anime che dimorano nell’oscurità ed aiutate loro tramite una preghiera silenziosa. Voi tutti avete delle anime nell’aldilà che necessitano il vostro aiuto e vi pregano appena vi si spingono nella memoria. Voi tutti siete in grado di aiutarle mediante la vostra intercessione. Queste anime sono in una situazione dove non possono aiutare sé stesse, perché a loro manca la Forza e perciò si rivolgono a voi supplicando l’aiuto, affinché vi vogliate prendere cura di loro e diminuiate la loro miseria tramite l’intima preghiera. Voi avete a disposizione questa Forza, potete rivolgere tale Forza a questi esseri infelici, e ve ne pregano istantemente. L’Amore e la Grazia di Dio lasciano sempre aperta una possibilità, dove può essere offerto l’aiuto alle anime sofferenti nell’aldilà, dato che le anime stesse non sono in grado di liberarsi dalla loro situazione tormentosa. La loro liberazione dipende soltanto di nuovo dall’amore dell’uomo. Più intimamente i pensieri di un uomo seguono un defunto nell’aldilà, più facile gli sarà di liberare l’anima dal suo stato inattivo nell’aldilà, perché ogni pensiero amorevole significa per l’anima l’apporto di Forza, che lei utilizza per l’attività fervente. E perciò l’anima si sofferma prevalentemente là dove sa degli uomini che le sono affezionati, perché da loro si spera l’aiuto dato che soltanto l’amore può offrire loro questo aiuto. Appena un’anima si fa ricordare ad un uomo sulla Terra, è una muta richiesta per la sua intercessione. Ma quante persone ascoltano la sua richiesta? Quanto velocemente gli uomini distolgono di nuovo i loro pensieri, alla vita terrena, e lasciano l’anima che lotta nella sua grande miseria. Ma gli uomini devono contribuire alla salvezza di tutto lo spirituale, devono cercare di immaginarsi pieni di compassione le sofferenze di quelle anime non liberate e non lasciare mai chiedere invano un’anima, perché non può più essere aiutata diversamente se non mediante l’intercessione. Innumerevoli anime si trovano vicino alla Terra e prevalentemente vicino a degli uomini, da cui si aspettano l’aiuto. A loro volta cercano l’occasione, di spingersi nel pensare degli uomini e temono soltanto che costoro non badino a loro e le lasciano inermi nella stessa situazione. Perché un’anima che nell’aldilà langue nell’oscurità spirituale è inerme, quindi le può essere offerto soltanto l’aiuto, quando le viene trasmessa la Luce, quando le viene annunciato il Vangelo divino, perché il sapere di questo significa Luce, il sapere di questo apporta all’anima un alleggerimento, dato che immediatamente darà questo sapere ad altre e quindi serve subito nell’amore. Ma per poter servire nell’amore le anime che soffrono come lei, lei stessa deve possedere del bene spirituale che vuole trasmettere. Ma il suo stato d’oscurità è totalmente inadeguato a dare ad altre anime il bene spirituale, e perciò l’anima chiede la Luce, chiede il sapere, e voi uomini sulla Terra potete trasmetterle questo e strapparle alla sua grande miseria, mentre chiedete a Dio intimamente per la Grazia e la Forza per queste anime sofferenti. E se l’amore del cuore invia una tale preghiera di richiesta in Alto, Dio ascolterà la preghiera e darà pure alle anime nell’aldilà la possibilità di attivarsi amorevolmente, ed ora comincia la risalita spirituale dell’anima, perché le viene guidata la Forza mediante l’amore dell’uomo sulla Terra, e lei utilizza questa Forza secondo la Volontà divina.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich