Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

“Neem en eet. Doe dit ter gedachtenis aan Mij”

Het bewustzijn het juiste inzicht te hebben, geeft de mens ook het recht om dat, wat hij als waarheid herkent, aan de medemensen door te geven. Hij mag dus nooit angstig vragen of, en in hoeverre, deze waarheid begeerd wordt. Hij moet proberen om deze aan de medemensen te geven en enkel een hardnekkig afwijzen ontslaat hem van de plicht van een doorgeven van dat, wat hem zelf gelukkig maakt. Het is een tijd van strijd en overwinnen zal alleen degene, die de strijd niet vreest, waar het erom gaat om voor God en de waarheid te vechten.

Omdat de mensen weinig verlangen kennen naar de waarheid, kan de waarheid hen niet rechtstreeks toegestuurd worden. Maar door middelaars bestaat de mogelijkheid om het verlangen naar de waarheid op te wekken, doordat deze hen aangeboden wordt om te accepteren. Als de mens afwijst, dan is dat zijn vrije wil, die niet gedwongen kan worden. Maar net zo kan de wil kiezen om te accepteren. Zodoende moet er zonder bezwaar een poging gedaan worden om onwetende mensen de kennis binnen te leiden. En dat is de taak van degene, die God dienen wil. Zodra hij God de leiding geeft over zijn wil, doet hij niets meer naar eigen goeddunken, maar hij zal bestuurd en geleid worden volgens de wil van God. En zodoende hoeft hij zich ook niet aarzelend te kwijten van zijn taak, want omdat hij dient, is hij van elke verantwoordelijkheid ontheven.

“Neem en eet, dat is Mijn vlees. Neem en drink, dat is Mijn bloed. Doe dit tot Mijn gedachtenis”, zo spreekt de Heer en Zijn woord zal tot in alle eeuwigheid nageleefd worden. Het is Zijn wil dat de mensen steeds aan Hem denken, als ze lichamelijk voedsel tot zich nemen. Hij zegende vooraf het brood en de wijn en zodoende moeten de mensen ook ditzelfde doen. Ze moeten de zegen van God afroepen over alles, wat ze tot zich nemen, opdat het voedsel hen lichamelijke en geestelijke kracht oplevert. En Hij wil dat ze hetzelfde doen, omdat dan hun eigen wil actief wordt, omdat ze dan een verlangen hebben naar de zegen van God, als ze deze uit eigen beweging afsmeken.

Wie dus het brood eet en de wijn drinkt en daarbij aan de Heer denkt, dat Hij het voedsel zou willen zegenen, die neemt gelijk met het lichamelijke voedsel ook geestelijke kracht in zich op en nu eet hij het vlees van de Heer en drinkt hij Zijn bloed. Want als er geestelijke kracht naar zijn ziel stroomt, zal ze verlangen naar geestelijk voedsel. En Gods woord is geestelijk voedsel. Wie dus het lichamelijke voedsel op de juiste manier tot zich neemt, dat wil zeggen met een innige gedachtenis aan de Heer, die hongert naar het voedsel uit de hemel, dat kracht en geestelijke voedsel is voor zijn ziel.

Want als de gedachten van de mens bij God zijn, kan hij niet anders dan ook naar Zijn goddelijke woord verlangen, want de innige verbinding met God is woord en weerwoord. Ze is vraag en antwoord. En het hongerende kind neemt dankbaar in het hart het voedsel in ontvangst, dat de Vader hem in Zijn liefde aanbiedt. Zijn vlees en Zijn bloed. Geestelijk voedsel, dat de mens sterker maakt en hem kracht geeft voor zijn streven naar boven.

De woorden “Doe dit tot Mijn gedachtenis” betreffen de zegening van dat, wat de mens tot lichamelijk voedsel dient. Alles, wat de mens tot zich neemt, kan alleen maar het lichaam dienen, als het gegeten wordt, zonder aan de Gever te denken. Maar naast het lichaam, kan het ook de ziel van een krachttoevoer voorzien, maar dan moet elke spijs door God gezegend zijn en om deze zegen moet gevraagd worden door een innig gedenken. Want wie aan God denkt, zal ook naar Hem verlangen en zijn gedachten zullen een stil gebed zijn. Een verlangen naar Zijn liefde en een schenking van Zijn genade.

Een innige gedachte aan God omsluit ook al deze verzoeken, want een innige gedachte getuigt van de liefde en dus het verlangen naar vereniging en God wil alleen maar deze liefde van de mensen. Hij wil dat ze voortdurend aan Hem denken. Daarom eist Hij een handeling tot Zijn gedachtenis. Hij eist, dat de mens elke lichamelijk voedsel tegelijkertijd tot voedsel voor de ziel laat worden, doordat hij de Heer vraagt om Zijn zegen. Als hij lichamelijk voedsel tot zich neemt, zonder aan de Heer te denken, dan neemt hij brood en wijn tot zich. Maar als hij in een innige gedachtenis aan Hem om Zijn zegen vraagt, dan eet hij Zijn vlees en drinkt hij Zijn bloed, want nu stroomt er geestelijk voedsel naar hem toe.

Ook deze woorden werden verkeerd begrepen en een juiste verklaring wordt niet geaccepteerd. Menselijke wijsheid en de wil van de mens liet aardse handelingen uit deze woorden voortkomen en de ware bedoeling herkenden ze niet. Bijgevolg is ook het verlangen naar de waarheid maar zwak, omdat het geestelijke voedsel alleen maar daar aangeboden kan worden, waar de waarheid begeerd wordt. De mensen lijden gebrek en alleen daarom, omdat ze te weinig aan de Heer denken en omdat ze elk voedsel enkel voor het lichaam gebruiken, maar de ziel van de mens leeg achterblijft. De ziel wordt ook geen geestelijke honger gewaar, waardoor het niet om geestelijk voedsel vraagt. Als u eet en drinkt, moet u er steeds aan denken, dat de Heer elk voedsel zegende, voordat Hij dit aan de discipelen gaf en de woorden sprak: “Doe dit tot Mijn gedachtenis”.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

"Take and eat.... Do this in remembrance of Me...."

The awareness of having the right knowledge also gives a person the right to pass on what he recognizes as truth to his fellow human beings. He must therefore never anxiously ask whether and to what extent this truth is desired. He must try to convey it to his fellow human being, and only stubborn rejection releases him from the duty of passing on what makes him happy. It is a time of struggle, and only those who are not afraid of the struggle will be victorious where it is necessary to fight for God and the truth. Since people have little desire for the truth, the truth cannot come to them directly, but through mediators it is possible to awaken the desire for the truth in them by offering it to them for acceptance. If a person rejects it, then it is his free will, which cannot be forced, but equally his will can also decide to accept it. Thus the attempt must be made without hesitation to guide ignorant people into knowledge. And this is the task of the one who wants to serve God.... As soon as he submits his will to God, he no longer does anything at his own discretion but is guided and directed according to God's will. And so he does not need to be timid about his task, for since he serves, he is relieved of all responsibility.... "Take and eat, this is My flesh.... Take and drink, this is My blood.... Do this in remembrance of Me....", thus says the lord, and His word shall be obeyed for all eternity. His will is that people always remember Him when they eat physical food. He blessed the bread and wine beforehand, and so people should do the same.... They should call down the blessing of God on everything they eat, so that the food may give them physical and spiritual strength.... and He wants them to do the same, because then their own will becomes active, because they then desire the blessing of God when they call it down of their own accord.... So whoever eats the bread and drinks the wine, remembering the lord that He may bless the food, receives spiritual strength at the same time as the bodily food, and now he eats the lord's flesh and drinks His blood.... For if spiritual strength flows into his soul, it will crave spiritual food.... And spiritual food is the word of God.... So whoever eats bodily food in the right way, i.e. in fervent remembrance of the lord, will hunger for the food of heaven, which is strength and spiritual nourishment for his soul. For if man's thoughts are with God, he cannot but desire His divine word, for the intimate connection with God is speech and rejoinder.... it is question and answer.... And the starving child gratefully accepts the food that the father offers him in His love.... His flesh and His blood.... spiritual food that strengthens man and gives him strength for his upward endeavours. The words "Do this in remembrance of Me" therefore apply to the blessing of that which serves man as bodily nourishment. Everything a person eats can only serve the body if it is savoured without remembering the giver.... In addition to the body, however, it can also give strength to the soul, but then every food must be blessed by God, and this blessing must be asked for through heartfelt remembrance.... For he who thinks of God will also desire Him, and his thoughts will be a silent prayer, a longing for His love and the bestowal of His grace.... A heartfelt thought of God includes all these requests, for a heartfelt thought testifies to love and therefore the desire for union, and God only wants this love of man.... He wants them to think of Him always and constantly. That is why He demands an act in His memory.... He demands that the human being allows all bodily food to become food for the soul at the same time by asking the lord for His blessing. If he eats bodily food without remembering the lord, he eats bread and wine.... But if he asks for His blessing in fervent remembrance of Him, he eats His flesh and drinks His blood, for spiritual nourishment now flows to him.... These words have also been misunderstood and a correct explanation is not accepted. Human wisdom and human will allowed earthly actions to emerge from these words, and they did not recognize the true meaning. Consequently, the desire for the truth is also weak because spiritual nourishment can only be offered where the truth is desired. People are starving, and only because they think too little of the lord and because they only give all nourishment to the body, but the soul in man goes out empty.... therefore the soul also does not feel spiritual hunger in order to request spiritual food. When you eat and drink, you should always remember that the lord blessed every meal before He gave it to the disciples and said the words: "Do this in remembrance of Me...."

Amen

Vertaler
Vertaald door: Doris Boekers