De geringste wil tot God beloont Hij met Zijn liefde. De mens weet niet, dat de Vader van eeuwigheid af verlangt naar Zijn schepselen, die Zijn liefde heeft voortgebracht. Die uit Zijn kracht ontstaan zijn, dus Zijn goddelijke liefde als oorsprong hebben. En daarom weet hij ook niet met welke vurigheid de hemelse Vader voor Zijn schepselen zorgt. Hoe Hij liefdevol alle gebeurtenissen zo leidt, dat deze gebeurtenissen naar Hem terug zullen leiden. Hoe Hij geen wezen laat vallen, maar er alleen maar op bedacht is om hem Zijn liefde aan te bieden. Hij weet niet dat de schepping maar één doel heeft: Zijn schepselen weer naar de oertoestand te leiden en dat daarom alles als gevolg van de goddelijke liefde ontstaan is. Hiermee wint God weer terug, wat verloren gegaan was aan de tegenstander van God. En als nu de menselijke wil voor God kiest, al is het maar voor momenten, dan neemt de liefde van God bezit van de mens en het wezen is van de eeuwige ondergang gered.
Gods liefde is enorm groot en toch kan ze het wezen niet grijpen zonder diens wil. Want omdat het uit Zijn kracht ontstaan is, is het oorspronkelijk een vrij wezen geweest, dat niet aan dwang onderhevig was. Maar zodra het door de liefde van God doorstroomd wordt, kan het niet anders zijn, dan zelf pure liefde en het zou daardoor onvrij worden, wanneer de wil van het wezen anders gericht zou worden. Dat wil zeggen dat deze wil tegen God gericht is.
Bijgevolg moet eerst de wil zich naar God toekeren voordat de liefde van God hem kan grijpen. Maar dan vormt het wezen zich uit vrije wil tot liefde en dan zal de goddelijke liefdesschenking eindeloos gelukkig makend voor het wezen zijn. Het wezen zal naar de oertoestand terugkeren. Het zal aan God gelijk zijn, omdat het tot liefde geworden is, zoals God de liefde Zelf is.
En daarom zal God steeds proberen in te werken op de wil van de mens, zodat hij voor God kiest. Hij zal dit doen, doordat Hij de mensen het licht stuurt, doordat Hij hun probeert de waarheid over te dragen. Doordat Hij Zichzelf dichter bij hen brengt, opdat ze Hem herkennen en lief leren hebben en nu ook hun best doen om Zijn wil te vervullen.
Dan keert de wil van de mens zich bewust naar God en treedt hij de lichtkring van de goddelijke uitstraling van liefde binnen. Hij wordt door de liefde van God gegrepen en kan zich nu nooit meer losmaken, want zijn eigen wil heeft de verbinding met God gezocht en God zegent deze wil, doordat Hij deze steeds sterker laat worden, doordat Hij de mens genade geeft en Zich liefdevol over hem ontfermt, totdat hij binnengaat in het rijk dat zijn vaderland vanaf het begin was.
Amen
VertalerLa minima volontà per Dio viene ricompensata da Lui con il Suo Amore. L’uomo non sa che il Padre dall’Eternità desidera le Sue creature che il Suo Amore ha fatto sorgere, che sono sorte dalla Sua Forza, quindi hanno per Origine il Suo Amore divino. E perciò non sa nemmeno con quale Intimità il Padre celeste provvede alle Sue creature, come provvidenzialmente guida tutti gli avvenimenti che devono ricondurre l’uomo a Sé, come Egli non lascia cadere nessun essere, ma intende solamente portare loro il Suo Amore, non sa che la Creazione ha solo uno scopo, di guidare le Sue creature di nuovo allo stato primordiale, e che perciò come conseguenza tutto è sorto dall’Amore divino, affinché Dio riconquisti di nuovo ciò che aveva perduto al potere opposto a Sé. E se ora la volontà umana si decide per Dio, anche se soltanto per un momento, l’Amore di Dio prende possesso dell’uomo, e l’essere è salvato dall’eterno naufragio. L’Amore di Dio è ultragrande, e malgrado ciò non può afferrare l’essere contro la sua volontà, perché dato che è sorto dalla Sua Forza, è stato un essere primordialmente libero, che non sottostava a nessuna costrizione. Ma appena viene compenetrato dall’Amore di Dio, non può essere altro che puro amore, e perciò diventerebbe non libero se la volontà dell’essere fosse orientata diversamente, cioè rivolta contro Dio. Di conseguenza la volontà si deve dapprima rivolgere a Dio, prima che l’Amore di Dio la possa afferrare, ma allora l’essere si forma in amore dalla libera volontà, e quando l’Amore divino Si rivolge all’essere, lo rende infinitamente felice, l’essere è quindi ritornato allo stato primordiale, sarà simile a Dio, perché è diventato amore, come Dio E’ l’Amore Stesso. E perciò Dio cercherà sempre di agire sulla volontà dell’uomo, che si decida per Lui. Egli lo farà, mentre manda la Luce agli uomini, mentre cerca di trasmettere loro la Verità, mentre Egli Stesso Si porta vicino a loro, affinché imparino a riconoscereLo e ad amarLo ed ora si sforzino anche di adempiere la Sua Volontà. Allora la volontà dell’uomo si rivolge coscientemente a Dio, allora entra nella cerchia di Luce della divina Irradiazione d’Amore, viene afferrato dall’Amore di Dio ed ora non si può mai più staccare, perché la sua volontà ha cercato il collegamento con Dio, ed Egli benedice questa volontà, mentre la fa diventare sempre più forte, mentre trasmette all’uomo la Grazia e Si prende amorevole Cura di lui finché non entra nel Regno che era la sua Patria sin dal principio.
Amen
Vertaler