Het is een zekere geestelijke arrogantie om zich geroepen te voelen om een geestelijke herordening in te voeren. Dat wil zeggen het bestaande totaal te vernietigen en het te willen vervangen door nieuwe leringen en geboden, die wel ten beste de mensheid moeten dienen, echter enkel lichamelijke voordelen, maar geen geestelijke opwaartse ontwikkeling opleveren. Dit is onmiskenbaar de invloed van de boze macht, want dit voornemen richt zich tegen God en tegen de goddelijke leer en wie het goedkeurt, is eveneens aan deze macht onderworpen, omdat hij anders hier de tegen God gerichte wil aan zou herkennen, dat de godheid van Jezus Christus ontkend wordt.
Christus bracht de wereld het heil en als men Hem ontkent, valt de wereld weer terug in de toestand van geestelijke duisternis, waarin ze zich vroeger bevond. Want het is geestelijke duisternis zich aan te matigen of het goed te keuren iets te willen verbeteren, wat God door Jezus Christus naar de aarde liet komen. Een leer, die alleen maar liefde predikte en alleen die kan een geestelijke opwaartse ontwikkeling bevorderen en het is aanmatigend om deze leer nu te willen verbeteren en er iets nieuws voor in de plaats te zetten, dat niet meer met de goddelijke geboden overeenkomt.
In Zijn eindeloze liefde laat God het effect van dit voornemen de mensen, die in het gevaar verkeren om de goddelijke leer van de liefde te veronachtzamen en hun aandacht te veel op uiterlijkheden richten, nog tot zegen zijn. Ze worden door een grote ontsteltenis in het huidige denken ertoe gebracht een standpunt in te nemen over de kern van de christelijke leer. Wat hen afgenomen wordt, kunnen ze gemakkelijk opgeven, zolang ze het geloof in de godheid van Jezus in zich dragen en zodoende ook Zijn leer aanhangen, die alleen maar de liefde tot richtsnoer heeft. Maar de uiterlijkheden zijn waardeloos en daarom moet er niet met weemoed aan teruggedacht worden. Dit leidt alleen maar tot opheldering van de innerlijke gewaarwording. Het leidt tot nadenken en kan dus voor degenen, die lauw zijn, tot zegen zijn.
Nochtans is de opvatting, die aan dit voornemen ten grondslag ligt, verwerpelijk. Zich geroepen te voelen om een geestelijke omwenteling teweeg te brengen, betekent een gebrek aan deemoed en zodoende ook een gebrek aan kennis, zolang nog één of ander aards voordeel behaald moet worden. Maar de wereld probeert niet de glans van het licht te versterken, maar het licht uit te doven, omdat het hun activiteiten verlicht, want de drijvende kracht hiervoor is degene, wiens wil tegen God gericht is.
Amen
VertalerC’est montrer une certaine arrogance spirituelle que de se sentir appelé à introduire une réorganisation spirituelle, c'est-à-dire d'extirper ce qui existe et vouloir lui substituer de nouveaux enseignements et commandements qui doivent servir pour le bien de l'humanité, mais qui procurent seulement un avantage corporel et aucun développent spirituel vers le Haut. Cela est indiscutablement une influence du pouvoir malin, parce que cette intention est tournée contre Dieu et contre la Doctrine divine, et celui qui le reconnaît, est aussi soumis à ce pouvoir, autrement il reconnaîtrait une volonté tournée contre Dieu, parce que la Divinité de Jésus Christ est mise en doute. Christ a apporté le salut au monde, et s'il est renié, le monde tombe de nouveau dans l'état d'obscurité spirituelle dans lequel il se trouvait auparavant. Et justement cette nuit spirituelle où il marche, est la cause que Dieu allume de nouveau la Lumière et emploie tous les moyens pour pousser les hommes à la réflexion. Parce que l’obscurité spirituelle consiste à s'arroger le pouvoir d’approuver ou d’améliorer quelque chose que Dieu a fait arriver sur la Terre par Jésus Christ, une Doctrine qui a prêché seulement l’amour et qui est la seule à pouvoir promouvoir le développement spirituel vers le Haut, il est arrogant de vouloir maintenant améliorer cette Doctrine et de lui substituer quelque chose de nouveau, qui ne correspond plus aux Commandements divins. Dans Son infini Amour Dieu laisse venir les effets de ce but, c’est une Bénédiction encore pour ces hommes qui sont en danger de négliger la divine Doctrine de l'amour et qui tournent trop leur attention vers l'extériorité. À travers une forte secousse des pensées qu’ils ont eues jusqu'à présent ils seront poussés à prendre position vis-à-vis du cœur de la Doctrine chrétienne. Ce qui leur est enlevé, ils peuvent facilement le laisser tant qu’ils portent en eux la foi dans la Divinité de Jésus et donc suivent aussi Sa Doctrine qui a pour ligne de conduite seulement l'amour. Donc les dispositions qui sont prises pour procurer le naufrage de quelque chose qui existe, serviront seulement à approfondir la foi, bien que cela ne soit pas l'intention de ceux qui délivrent de telles dispositions. L'extériorité cependant est inutile, et on ne doit pas pleurer. Cela mène seulement à l'éclaircissement de la perception la plus intérieure, cela mène à la réflexion et peut être une Bénédiction pour ceux qui sont tièdes. Malgré cela l'intention qui est à la base du but, est répréhensible. Se sentir appelé à procurer un bouleversement spirituel, est un manque d'humilité et donc aussi un manque de connaissance tant qu’il peut encore être obtenu un quelconque avantage terrestre. Mais le monde ne cherche pas à renforcer la splendeur de la Lumière, mais à l'éteindre, parce qu'elle éclaire son action, parce que la force de poussée est celle d’une volonté tournée contre Dieu.
Amen
Vertaler