Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Geestelijke uitwisseling – Eeuwigheidsvragen

Steeds zijn het eeuwigheidsvragen, die de mens beantwoord worden door geestelijke uitwisseling met het hiernamaals, want alleen de kennis daarvan is belangrijk. Wat echter voor een beter begrip bevorderlijk is, zal de mens niet onthouden worden, ook al roert het aardse dingen aan.

Om uitvoerig onderwezen te kunnen worden, moet hij eerst weten dat er een samenhang tussen alle dingen bestaat en dat het uiteindelijke doel van de hele schepping de vervolmaking van al het in haar aanwezige geestelijke is en blijft. Wat er op aarde bestaat, dient steeds alleen maar het wezenlijke tot verblijf, opdat deze rijpt en God kan naderen. Van deze gang van het wezenlijke op aarde moet de mens weten en ook van de zin en het doel hiervan. En alle scheppingen moet hij beschouwen als zijn gelijken. Als een uiterlijke vorm, die, net als hij, geestelijks in zich bevat. De kennis hiervan bepaalt dan ook zijn denken en zijn geloof.

Wie de scheppingswerken alleen maar bekijkt of uit zuiver wereldse interesse probeert te doorgronden, die nadert de geestelijke wereld niet en dus ook de eeuwigheidsvragen niet, want zijn denken concentreert zich alleen maar op de materiële wereld. Hij zal dan nooit een weg kunnen banen voor een zuiver geestelijke uitwisseling met het hiernamaals en dus ook de zuivere waarheid moeten ontberen, want deze wordt alleen degenen, die ernaar hongeren en dorsten, toegestuurd. Maar dezen hebben de materie voor het grootste deel overwonnen en zodoende kan hun nu de waarheid geboden worden. Er wordt voor hen een beeld ontvouwd, dat alles voldoende opheldert, wat de mens moet weten.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Geistiger Austausch - Ewigkeitsfragen....

Immer sind es Ewigkeitsfragen, die dem Menschen beantwortet werden im geistigen Austausch mit dem Jenseits, denn das Wissen darum ist allein wichtig. Was jedoch zum besseren Verständnis zuträglich ist, wird dem Menschen nicht vorenthalten bleiben, wenngleich es diesirdische Dinge berührt. Um ausführlich unterwiesen werden zu können, muß er erst wissen, daß ein Zusammenhang aller Dinge besteht und daß letztes Ziel aller Schöpfungen die Vollendung des sich in ihnen bergenden Geistigen ist und bleibt. Was auf Erden besteht, dient immer nur dem Wesenhaften zum Aufenthalt, auf daß dieses reifen und Gott näherkommen kann. Um diesen Gang des Wesenhaften auf der Erde soll der Mensch wissen und auch um seinen Sinn und Zweck. Und alle Schöpfungen soll er betrachten als seinesgleichen, als eine Außenform, die, gleich ihm, Geistiges in sich birgt. Das Wissen darum bestimmt dann auch sein Denken und seinen Glauben. Wer die Schöpfungswerke nur betrachtet oder zu ergründen sucht aus rein weltlichen Interessen, der tritt der geistigen Welt, also auch der Ewigkeitsfrage, nicht näher, denn sein Denken konzentriert sich nur auf die materielle Welt. Er wird dann niemals einen rein geistigen Austausch mit dem Jenseits anbahnen können und also auch die reine Wahrheit entbehren müssen, denn diese geht nur jenen zu, die hungern und dürsten danach. Diese aber haben die Materie zum großen Teil überwunden, und also kann ihnen nun die Wahrheit geboten werden; es wird ihnen nun ein Bild entwickelt, das alles hinreichend erläutert, was zu wissen dem Menschen nötig ist....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde