Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Geestelijke onvrijheid of het ondergeschikt maken van de wil

De gevolgen van het verzet tegen God moeten door het geestelijke, dat daardoor tegen God zondigt, zelf gedragen worden of het geestelijke moet zich aan God ondergeschikt maken om weer de toestand, die voorheen ook bestond, tot stand te brengen. Dus moet het geestelijke of de onvrijheid als kwelling ervaren of zich weer de vrijheid verwerven, doordat het aan God onderworpen is. Maar de onvrije toestand kan nooit anders eigenmachtig door het wezenlijke beëindigd worden, dan door het onderschikt maken van de wil aan de goddelijke wil. Bijgevolg bestaat er alleen maar een blijven in de gebonden toestand of een zich daaruit verlossen.

De eerste is de wil, die zich tegen God verzet. De laatste is een opgeven van het verzet tegen God. Het opgeven van het verzet is in zekere zin een vlucht uit de onvrije toestand, die een kwelling voor het wezen betekent en daarom moet het de eindeloos lange weg over de aarde gaan om uiteindelijk de liefde voor God te kunnen voelen, opdat het wezen zich dan in een blij verlangen naar God toekeert.

Hij moet de gebonden toestand niet meer alleen als kwelling ervaren, maar het moet hem schijnbaar ook geluk en vreugde opleveren. En nochtans moet de mens naar God verlangen. Pas dan bevindt hij zich niet meer in de gerichte toestand, dat wil zeggen gedwongen tot zijn beslissing vόόr God gebracht worden, maar de volledig vrije wil bepaalt het om de vereniging met God te zoeken en pas dan kan hij volledig vrijkomen uit zijn gebondenheid. Want nu onderwerpt hij zich aan de goddelijke wil en brengt de oorspronkelijke verhouding weer tot stand en het eens afgevallen geestelijke is nu weer bij God en met God verenigd tot in alle eeuwigheid.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

La non-libertà spirituale - oppure la sottomissione della volontà

Le conseguenze della ribellione contro Dio devono essere portate dallo spirituale stesso, che con ciò si rende colpevole verso Dio, oppure lo spirituale si deve sottomettere a Dio, per stabilire di nuovo lo stato in cui era una volta. Quindi lo spirituale deve sentire la non-libertà come tormento oppure conquistarsi di nuovo la libertà, mentre è sottomesso a Dio. Lo stato non-libero però non può mai essere terminato arbitrariamente dall’essenziale che attraverso la sottomissione della volontà alla Volontà divina. Di conseguenza esiste solo un sostare nello stato relegato oppure un liberarsene. Il primo è la volontà rivolta contro Dio, l’ultimo è una rinuncia alla resistenza contro Dio. In certo qual modo la rinuncia alla resistenza è una fuga dallo stato non-libero, che significa tormento per l’essere e perciò deve percorrere la infinitamente lunga via terrena, per poter finalmente sentire l’Amore di Dio, affinché poi l’essere si rivolga a Dio nel gioioso desiderio. Non deve sentire più lo stato legato solo come tormento, ma gli deve anche apparentemente procurare felicità e gioia, e malgrado ciò l’uomo deve desiderare Dio, solo allora non è più giudicato, cioè indotto per costrizione alla sua decisione per Dio, ma la totale libera volontà lo ha determinato a cercare l’unificazione con Dio e solo allora può diventare definitivamente libero dal suo stato legato. Perché ora si sottomette alla Volontà divina e stabilisce di nuovo il rapporto primordiale, e lo spirituale una volta caduto è ora di nuovo unito presso e con Dio in tutta l’Eternità.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich