Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

(Titel in de handschriftkopie niet leesbaar)

Het geestelijke blijft in de afweerhouding tegenover de krachten, die het onder haar wil zou willen dwingen, zodra deze wil niet goed en edel is. Dat wil het volgende zeggen: als de mens door slechte krachten op zo’n manier beïnvloed wordt, dat zijn denken niet met de goddelijke wil overeenstemt en als deze mens nu weer op andere mensen tracht in te werken, die onder goede invloed staan, dan zal het goede geestelijke de mens tegen het werkzaam zijn van deze slechte krachten beschermen, doordat het de strijd opneemt tegen het geestelijke, dat hem over wil halen tot een onedel handelen en denken. Dus de strijd wordt uitgevochten in de geestelijke wereld, opdat de mens het niet af moet leggen tegen de boze invloed en de strijd van het lichtvolle om de ziel dan zwaarder voor de mens is. De slechte krachten kunnen zich op velerlei manieren uiten, maar steeds zo, dat de mens tot iets verleid wordt, wat niet met de goddelijke wil overeenstemt.

Maar de wil van de mens om de juiste weg te bewandelen, geeft de goede geestelijke krachten het recht om helpend in te grijpen waar het nodig is. En daarom moet ook de verbinding met deze wezens in stand gehouden worden, omdat daardoor de mens deze geestelijke wezens het recht geeft om als beschermer in te grijpen. Want de mens zelf is te zwak om succesvol tegen de invloed van deze slechte krachten te vechten. Zonder strijd laat de tegenstander zich de zielen niet ontworstelen.

Hij probeert keer op keer te verwoesten, wat van de kant van de lichtwezens opgebouwd werd. Hij komt vaak onder de dekmantel van de diepste vroomheid en tracht de mensen naar een andere weg te leiden. Hij wil schijnbaar hetzelfde, maar zijn doel is geheel tegenovergesteld, want hij wil het licht, dat de goede geestelijke wezens trachten onder de mensen te verspreiden, uitdoven. En hij bedient zich daartoe van alle bereidwillige zielen. Dat wil zeggen dat hij door de mensen zelf spreekt en deze zijn al te gemakkelijk bereid om zijn onredelijke eisen in te willigen, want ze herkennen de intriges van degene, die de zielen ten val wil brengen, niet. En zo zijn ze gewillige dienaren van hem. Ze voeren uit, wat de tegenstander hun via de gedachten ingeeft.

En als de goede krachten de mens niet zouden willen beschermen, doordat ze diens zintuigen scherper maken en de wil versterken om af te wijzen wat deze krachten hen in willen geven, zou de mens aan deze intriges prijsgegeven zijn en dus in het grootste gevaar verkeren. Maar zo zal hij makkelijker weerstand kunnen bieden. Hij zal ook herkennen, waar het werkzaam zijn van de slechte krachten begint en hij zal uit eigen beweging deze mensen mijden, waar het maar mogelijk is. Of hun zoveel tegenstand bieden, dat de tegenstander moe wordt of bereidwilligere schepselen zoekt, die zich zonder tegenstand lastig laten vallen.

En zodoende is het weer doorslaggevend of de wil van de mens op God gericht is. Want de lichtwezens kunnen alleen deze maar helpen. De wil tot God is de eerste voorwaarde om in iedere levenssituatie, in iedere strijd en in alle verleidingen, die juist de invloeden zijn van het slechte geestelijke op de mens, goede geestelijke hulp te vinden.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

(titre illisible dans la copie du manuscrit)

Le spirituel reste dans une position de refus vis-à-vis des forces qui voudraient le forcer sous leur volonté dès que cette volonté n'est ni bonne ni noble. C'est-à-dire dès que l'homme est influencé par des forces mauvaises de sorte que ses pensées ne correspondent pas à la Volonté divine, et maintenant cet homme cherche de nouveau à agir sur d’autres hommes qui sont sous l'influence de Forces bonnes, alors le spirituel bon protégera l'homme de l’action de ces forces mauvaises en entreprenant la lutte contre le spirituel qui veut le déterminer à agir et à penser d’une manière ignoble. Donc il est mené un combat dans le monde spirituel pour que l'homme succombe à l'influence mauvaise et qu’ensuite la lutte du spirituel lumineux devienne plus difficile pour l'âme de l'homme. Les forces mauvaises peuvent se manifester de beaucoup de façons, mais elles poussent toujours l'homme à quelque chose qui ne correspond pas à la Volonté divine. Mais la volonté de l'homme de marcher sur la voie droite donne aux Forces spirituelles bonnes le droit d'intervenir en aidant là où c’est nécessaire. Et donc la liaison avec ces êtres doit être maintenue, parce qu'ainsi l'homme fournit le droit à ces êtres spirituels d'intervenir comme protecteurs, parce que l'homme lui-même est trop faible pour combattre avec succès contre l'influence de ces forces mauvaises. L'adversaire ne se laisse pas dessaisir de ces âmes sans lutte. Il cherche toujours et toujours de nouveau à détruire ce que les êtres de Lumière ont édifié. Souvent ils viennent sous le manteau d’une très profonde religiosité et cherchent à guider l'homme sur une autre voie. Apparemment ils veulent la même chose, mais leur but est entièrement opposé, parce qu'ils veulent éteindre la Lumière que les êtres spirituels bons cherchent à répandre parmi les hommes. Et pour cela ils se servent de toutes les âmes de bonne volonté, c'est-à-dire qu’ils parlent à travers les hommes eux-mêmes, et ceux-ci sont trop facilement prêt à exécuter leurs intentions parce qu'ils ne reconnaissent pas le jeu de dupe qui veut faire tomber leurs âmes. Et ainsi ils sont des domestiques de bonne volonté, ils exécutent ce que l'adversaire leur inspire mentalement. Et si les Forces bonnes ne cherchaient pas à protéger l'homme en aiguisant ses sens et en fortifiant sa volonté pour repousser ce que ces forces veulent lui inspirer, l'homme serait exposé à ce jeu de dupe et donc il serait en grand danger. Mais ainsi il pourra résister plus facilement, il reconnaîtra même là où les forces mauvaises commencent à agir, et par sa propre poussée il évitera ces hommes partout où cela sera possible, ou bien il leur opposera tant de résistance que la force contraire sera paralysée ou bien se cherchera d’autres créatures qui se laisseront opprimer sans résistance. Et ainsi il est de nouveau déterminant que la volonté des hommes soit tournée vers Dieu, parce que seulement ceux-ci peuvent être assistés par des êtres de Lumière. La volonté pour Dieu est la première condition pour trouver un bon soutien spirituel dans chaque situation de vie, dans chaque lutte et dans toutes les tentations qui sont justement dues à l'influence de forces spirituelles mauvaises sur l'homme.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet