• Terug

Goddelijke genade

Zonder de goddelijke genade is de mens niet in staat om ook maar het minste voor zijn zielenheil te doen. De mens is zwak. Dat wil zeggen dat het hem aan elke kracht ontbreekt, zolang hij zonder God gaat. Hij kan zijn aardse leven wel leiden en dit ook met aards succes, maar zijn ziel vertrekt met lege handen, tot ze God om Zijn genade smeekt. Want de genade van God is kracht. Ze is de kracht die nodig is om dat uit te voeren, wat Gods wil is. God maakt de mensen dus Zijn wil bekend en tegelijkertijd het middel om Zijn wil te kunnen vervullen.

En de mens kan zonder grote inspanning zijn doel, de rijpheid van de ziel, bereiken wanneer hij dit wil. Maar dit staat hem volledig vrij. De wil om om de kracht te vragen, wordt niet gedwongen, maar de kracht kan de mens ook niet ongevraagd toegestuurd worden. De mens bereikt alles bij God, als hij maar vurig bidt. De genade van God zal hem daarom ook onbeperkt toegestuurd worden, omdat het Gods wil is dat de mensen een beroep doen op Zijn genade om de rijpheid van de ziel te kunnen verkrijgen.

Wanneer de mens nu het kostbaarste, de goddelijke genade, afwijst, dan bevindt zijn wil zich in de macht van de tegenstander, die de mens ervan wil weerhouden zich met God in verbinding te stellen. En als hij de genade van God afsmeekt, brengt hij de verbinding met God tot stand en dat betekent voor de tegenstander verloren terrein, want dan kan hij niet meer over de mens heersen. Maar voor de mens zelf betekent het de redding van het eeuwige verderf. Want van dat moment af aan staat God Zelf hem terzijde, omdat de mens door het gebed om genade zich aan Zijn kracht en macht toevertrouwd heeft en God zo’n vertrouwen nooit wil beschamen.

Als de mens steeds alleen maar de goddelijke genade afsmeekt, zal hij niet meer hoeven te vrezen voor zijn ziel, want God deelt Zijn genade onbeperkt uit aan degenen, die deze genade begeren en in geest en waarheid tot Hem bidden. Maar hij zal het degenen onthouden, die menen te verheven te zijn om de goddelijke Schepper om verlichting van hun aardse opdracht te vragen. Hun loon is de waardering van de wereld en ze geloven dus ook alles uit eigen kracht de baas te kunnen zijn. Het zal hen aan elke kracht ontbreken om iets te doen, wat geestelijk succes oplevert.

Daarentegen zal de geneigdheid naar de materie toenemen, want als ze geloven de genade van God niet nodig te hebben, dan zijn ze kinderen van satan, die al deze gedachten in het hart van de mens legt om de verwijdering van God te vergroten. En het zal ook gemakkelijke voor hem zijn om dat te bereiken.

In de genade van God te leven, verzekert hem het grootste succes, want nu doet de mens niets meer alleen, maar alles in overeenstemming met de goddelijke wil. Goddelijke genade betekent hulpverlening door God. Goddelijke genade is kracht en goddelijke genade is in zekere zin het uitvloeisel van de eindeloze liefde van God en waar deze in actie komt, daar moet geestelijk succes te noteren zijn. En vraag daarom voortdurend om goddelijke genade, opdat ze jullie toegestuurd kan worden, zodra jullie deze nodig hebben.

Amen

Göttliche Gnade....

Ohne die göttliche Gnade ist der Mensch unfähig, auch nur das Geringste für sein Seelenheil zu vollbringen. Der Mensch ist schwach, d.h., jegliche Kraft mangelt ihm, solange er ohne Gott wandelt. Er kann wohl sein Erdenleben führen und dies auch mit irdischen Erfolgen, seine Seele aber geht leer aus, bis sie Gott um Seine Gnade bittet. Denn die Gnade Gottes ist Kraft.... Sie ist die Kraft, die nötig ist, um das auszuführen, was Gottes Wille ist. Gott gibt also den Menschen Seinen Willen kund und gleichzeitig das Mittel, Seinen Willen erfüllen zu können. Und es kann der Mensch ohne große Anstrengung sein Ziel, die Reife der Seele, erreichen, wenn er will.... Dies aber steht ihm völlig frei.... Der Wille, die Kraft anzufordern, wird nicht gezwungen werden, aber die Kraft kann dem Menschen auch nicht unangefordert zugehen. Es erreicht der Mensch alles bei Gott, so er innig betet. Unbegrenzt wird ihm daher auch die Gnade zugehen, da es Gottes Wille ist, daß die Menschen Seine Gnade in Anspruch nehmen, um die seelische Reife erlangen zu können. Wenn nun der Mensch das Kostbarste, die göttliche Gnade, verschmäht, dann ist sein Wille in der Gewalt des Widersachers, der den Menschen davon zurückhalten will, sich mit Gott in Verbindung zu setzen. Und so er die Gnade Gottes erfleht, stellt er die Verbindung mit Gott her, und das bedeutet für den Widersacher verlorenes Gebiet, denn dann kann er nicht mehr über den Menschen herrschen. Für den Menschen selbst aber bedeutet es Rettung vom ewigen Verderben. Denn von Stund an steht Gott Selbst ihm zur Seite, da der Mensch durch das Gebet um Gnade sich Seiner Kraft und Macht anvertraut hat und Gott ein solches Vertrauen niemals enttäuschen wird. So der Mensch nur immer die göttliche Gnade erfleht, wird er um seine Seele nicht mehr zu bangen brauchen, denn Gott teilt ungemessen Seine Gnade aus denen, die solche begehren und im Geist und in der Wahrheit zu Ihm beten. Er wird sie aber denen vorenthalten, die sich zu erhaben dünken, als daß sie den göttlichen Schöpfer um eine Erleichterung ihrer Erdenaufgabe angehen möchten. Ihr Lohn ist der Welt Anerkennung, und also glauben sie auch alles meistern zu können aus eigener Kraft. Ihnen wird jegliche Kraft mangeln, etwas zu tun, was geistigen Erfolg einträgt. Dagegen wird der Hang zur Materie gesteigert werden, denn so sie die Gnade Gottes nicht zu benötigen glauben, sind sie Kinder des Satans, der alle diese Gedanken in das Herz des Menschen legt, um die Entfernung von Gott zu vergrößern. Und es wird ihm auch ein leichtes sein, das zu erreichen. In der Gnade Gottes zu leben sichert höchsten seelischen Erfolg, denn nun tut der Mensch nichts mehr allein, sondern alles in Übereinstimmung mit dem göttlichen Willen. Göttliche Gnade ist Hilfeleistung Gottes, göttliche Gnade ist Kraft, und göttliche Gnade ist gleichsam der Ausfluß der unendlichen Liebe Gottes, und wo diese in Aktion tritt, dort muß geistiger Erfolg zu verzeichnen sein. Und darum erbittet euch stets und ständig die göttliche Gnade, auf daß sie euch zugehen kann, sowie ihr solche benötigt....

Amen