Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het navolgen van Jezus

Er is maar één weg die naar het eeuwige leven en naar de vereniging met God leidt en dat is de weg via Jezus Christus. En degene die Christus afwijst, zal nooit door de poort van de hemel de eeuwige gelukzaligheid binnen kunnen gaan.

De mens moet dezelfde weg gaan, die Jezus op aarde ging. De weg van liefde en leed, want alleen door de liefde kan hij zich verlossen en door het lijden de zondenschuld verminderen. En om dit te kunnen, moet hem de door de kruisdood van Jezus verworven genade gegeven worden, die hij weer alleen maar ontvangen kan, wanneer hij Jezus Christus als Verlosser en als de Zoon van God erkent. Hij moet geloven in de goddelijke Verlosser. Hij moet geloven dat God Zelf Hem naar de aarde gezonden heeft om nu in de hele volheid intrek in Hem te kunnen nemen. Hij moet geloven dat de goddelijke liefde zelf tot de mensen afgedaald is en hij bewijst pas dan het geloof in God, wanneer hij het verlossingswerk als een daad van de grootste liefde voor de mensen erkent en hij deel zou willen hebben aan de zegen van het verlossingswerk.

Jezus zegt: “Niemand komt tot de Vader dan door Mij”. Jezus spreekt deze woorden niet als mens, maar deze woorden moeten geestelijk begrepen worden. Hijzelf was pure liefde en zodoende moet de mens zich tot liefde vormen om met de Vader, Die de liefde Zelf is, verenigd te worden. Maar als de mens in de liefde staat, zal hij ook inzien dat Jezus Christus ook de belichaming van de eeuwige Godheid is. Hij zal niet meer in staat zijn om Christus van God te scheiden en zodoende zal de liefde de enige weg zijn om tot God te geraken. Maar als de mens Christus niet erkent, kan hij nooit juiste gedachten hierover hebben. En ofschoon hij ook positief staat ten opzichte van God, is het geen diep geloof, als dat geloof God en Christus van elkaar scheidt. Hij heeft een verkeerd idee van de eeuwige Godheid.

De Christelijke leer schrijft als belangrijkste deze beide geboden voor: Je moet God liefhebben boven alles en je naasten als jezelf. Om deze geboden te kunnen vervullen, moet hij zelf liefde zijn en dus moet hij dezelfde weg gaan als Jezus op aarde ging. Hij moet op al zijn levenswegen liefde uitdelen en omdat God de liefde Zelf is, komt hij met elk werk van liefde de eeuwige Godheid naderbij. Zodoende verenigt hij zich met Haar en dan vindt plaats, wat Jezus tot de volgende woorden bracht: “De Vader en Ik zijn één”. Hij verenigde Zich door Zijn enorme liefde eveneens met God, zodat Hij met het volste recht deze woorden uit kon spreken, want Zijn wezen was volledig doordrongen van de goddelijke geest. Dus was de Vader, de eeuwige Godheid, in de Zoon, in Degene Die van Hem afkomstig was en ze konden eeuwig niet meer van elkaar gescheiden worden.

En dit samensmelten met de oorspronkelijke kracht zal steeds het gevolg van de innige liefde voor God en voor de mensen zijn, dus is de liefde de weg die naar God leidt. Het verlossingswerk was het grootste werk van liefde van een mens voor de totale mensheid. Wie dit niet erkent, moet van elke liefde gespeend zijn, omdat hij anders het verband heel duidelijk zou herkennen en elke twijfel over de goddelijkheid van Jezus zou verdwijnen. Maar zonder liefde zal de weg naar de hoogte nooit afgelegd kunnen worden. Want de mens volgt Jezus dan niet na. Hij behoort niet tot degenen, die door Zijn dood aan het kruis verlost worden en bijgevolg is hij voor eeuwigheden verloren.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Seguire Gesù

Esiste soltanto una via che conduce alla Vita eterna ed all’unificazione con Dio, la via attraverso Gesù Cristo, e chi respinge Cristo non potrà mai passare attraverso la Porta del Cielo all’eterna Beatitudine. L’uomo deve percorrere la stessa via che ha percorso Gesù sulla Terra, la via dell’amore e della sofferenza, perché soltanto attraverso l’amore si può redimere ed attraverso la sofferenza diminuire la colpa del peccato.

E per poter far questo, gli devono essere trasmesse le Grazie che Gesù ha conquistate attraverso la morte sulla Croce, e che può ricevere comunque soltanto se riconosce Gesù Cristo come Redentore e Figlio di Dio. Egli deve avere fede nel Divino Redentore, deve credere che Dio Stesso Lo mandò sulla Terra per poter abitare in Lui in tutta la pienezza, deve credere che l’Amore divino Stesso è disceso verso gli uomini, ed allora soltanto dimostra la fede in Dio quando riconosce l’Opera di Redenzione come un atto del più grande amore per gli uomini e desidera aver parte nella Benedizione dell’Opera di Redenzione.

Gesù dice: “Nessuno viene al Padre se non per mezzo di Me.... ” Gesù non dice queste Parole come Uomo, ma queste Parole sono da intendere spiritualmente. Egli Stesso era puro amore, e quindi l’uomo si deve formare all’amore per essere unito con il Padre, Che è l’Amore Stesso. Ma se l’uomo sta nell’amore, allora riconoscerà anche che Gesù Cristo è pure la quintessenza dell’eterna Divinità. Non potrà più separare Cristo da Dio, e quindi l’amore sarà l’unica via per giungere a Dio. Ma se l’uomo non riconosce Cristo, non può mai stare nel giusto pensiero. Anche se vuole affermare Dio, non è una profonda fede che separa Dio e Cristo. Si crea un falso concetto dell’eterna Divinità.

La Dottrina cristiana prescrive come cosa più importante i due Comandamenti: amare Dio sopra tutto ed il prossimo come sé stesso. Per poter adempiere questo Comandamento, egli stesso dev’essere amore, quindi deve percorrere la stessa via che Gesù ha percorso sulla Terra; deve effondere amore su tutte le vie della sua vita, e dato che Dio è l’Amore Stesso, attira a sé l’eterna Divinità attraverso quest’opera d’amore, quindi si unisce con Lui ed allora ha luogo lo stesso che ha indotto Gesù alle Parole: “Il Padre ed Io è Uno.... ” [nel manoscritto „sono“ è stato sovrascritto con „è“]. Egli Si è unito con Dio attraverso il Suo immenso amore di modo che poteva pronunciare con piena ragione queste Parole, perché il Suo Essere era totalmente compenetrato dallo Spirito divino, quindi il Padre, l’eterna Divinità, era nel Figlio, in Colui Che era proceduto da Lui, e non potevano eternamente più essere separati l’Uno dall’Altro.

E questa fusione con la Forza primordiale sarà sempre la conseguenza dell’intimo amore per Dio e per gli uomini, quindi l’amore è la via che conduce a Dio. L’Opera di Redenzione era la più grande Opera d’amore di un Uomo per l’intera umanità. Chi non la riconosce, dev’essere privo d’amore, altrimenti vorrebbe riconoscere il più chiaro possibile il collegamento e sparirebbe ogni dubbio sulla Divinità di Gesù. Ma senza amore la via verso l’Alto non potrà mai essere percorsa, perché allora l’uomo non segue Gesù; non fa parte di coloro che sono stati redenti attraverso la Sua morte sulla Croce e con ciò è perduto per delle Eternità.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Diemo Landgraf