Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De liefde, wijsheid en almacht van God

Alles in het heelal getuigt van de liefde, almacht en wijsheid van God. Wat is, ontstond door de liefde, want de liefde is de oorsprong van de hele schepping. Het is de kracht, die voorwaarde was voor het ontstaan van de schepping en die door de goddelijke wil tot vorm werd. Elk scheppingswerk verraadt zodoende de nooit eindigende wil van Gods liefde, maar tegelijkertijd ook een niet te overtreffen wijsheid, die ten grondslag ligt aan de gedachten die Hij als werken in het heelal plaatst.

Talloze scheppingen zijn ontstaan. Elk werk is als het ware een wereld op zichzelf en toch staan alle scheppingen met elkaar in verband, in de wijste ordening aanvullend aan elkaar en voor elkaar geschapen. Talloze variaties laten weer de wijste scheppersgeest in elk scheppingswerk zien. Er is niets wat gebrekkig of niet doelmatig zou zijn. Er is niets wat onvolmaakt is of verbetering behoeft. Alles getuigt van de hoogste wijsheid en is buitengewoon volmaakt. Wat Zijn wijsheid bedacht en Zijn liefde wilde, bracht Zijn almacht tot uitvoering.

Er zijn geen grenzen aan de mogelijkheden wat de uitvoering betreft, waar Gods wil werkzaam is. Alles staat Hem ter beschikking. Zijn kracht overtreft Zijn wil om vorm te geven en zodoende kan Hij alles realiseren wat Hij wil. Hij is dus de onbeperkte Heerser van de hele schepping, want wat voor Hem mogelijk was om te scheppen, moest voortaan ook ondergeschikt zijn aan Zijn wil, omdat Zijn wil het in het leven riep.

Waar dus de liefde, de wijsheid en de almacht van God samenwerken, moeten nieuwe scheppingen ontstaan en deze moeten ook weer van Gods liefde, wijsheid en almacht getuigen. Dat wil zeggen dat wat de liefde als schepper heeft, liefde uit moet stralen, dus als een werk van liefde herkenbaar moet zijn. Wat Gods wijsheid zo liet ontstaan zoals het is, moet eveneens buitengewoon wijs voorkomen en elke menselijke voorstelling overtreffen. Zoals ook de goddelijke almacht uit elk scheppingswerk moet spreken, omdat zonder dit niets zou kunnen ontstaan, wat geschapen is.

Maar waar de liefde, de wijsheid en de almacht van God eenmaal actief was, zal geen vergaan bestaan en zodoende behoort daar onvermijdelijk het begrip “eeuwig” bij. Wat God in Zijn liefde wilde, in Zijn wijsheid bepaalde en door Zijn almacht liet ontstaan, kan nooit vergaan. Gods schepping is onvergankelijk. Dat wil zeggen dat wat de liefde, de wijsheid en de almacht van God tot verwekker heeft, zo volmaakt moet zijn, dat het voor de eeuwigheid bestemd is.

Het kan alleen maar door de goddelijke wil een verandering ondergaan, die echter weer de liefde, wijsheid en almacht van God vereist. Deze verandering betekent dus nooit een ontbinden van dat, wat is, maar alleen maar het bereiken van het doel, waar God vanaf het begin het scheppingswerk voor gesteld heeft. Dat dus, omdat alle scheppingswerken aan een doel moeten beantwoorden, dit doel alleen maar door een omvormen van het scheppingswerk te bereiken is.

De liefde, de wijsheid en de almacht van God zijn onherroepelijk de diepste grond van alles wat bestaat en dit moet onvermijdelijk erkend worden, waardoor de mens nu bewijst in een goddelijk wezen te geloven, dat mateloos volmaakt is.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Liebe, Weisheit und Allmacht Gottes....

Alles im Weltall zeugt von der Liebe, Allmacht und Weisheit Gottes. Was ist, wurde durch die Liebe, denn die Liebe ist der Ursprung aller Schöpfung. {Es} Sie ist die Kraft, die zum Erstehen der Schöpfung Vorbedingung war und die durch den göttlichen Willen zur Form wurde. Es verrät also jedes Schöpfungswerk den nie endenden Liebewillen Gottes, gleichzeitig aber auch eine unübertreffliche Weisheit, die Seinen als Werke ins Weltall gesetzten Gedanken zugrunde liegt. Unzählige Schöpfungen sind entstanden, ein jedes Werk ist gleichsam eine Welt für sich, und doch stehen alle Schöpfungen im Zusammenhang miteinander, in der weisesten Ordnung einander ergänzend und füreinander geschaffen. Unzählige Variationen verraten den weisesten Schöpfergeist wieder in jeglichem Schöpfungswerk.... es ist nichts, was mangelhaft oder nicht zweckentsprechend wäre.... es ist nichts, was unvollkommen oder verbesserungsbedürftig ist. Es ist alles von höchster Weisheit zeugend und überaus vollendet.... Was Seine Weisheit bedachte und Seine Liebe wollte, das brachte Seine Allmacht zur Ausführung.... Es gibt keine Grenzen der Ausführungsmöglichkeit, wo Gottes Wille tätig ist. Ihm steht alles zu Gebote, Seine Kraft übertrifft Seinen Gestaltungswillen, und also kann Er alles in die Tat umsetzen, was Er will. Er ist demnach unbeschränkter Herrscher der gesamten Schöpfung, denn was Ihm zu schaffen möglich war, muß Seinem Willen auch weiterhin unterstellt sein, da Sein Wille es ins Leben rief. Wo also die Liebe, die Weisheit und die Allmacht Gottes zusammenwirken, dort müssen neue Schöpfungen entstehen, und diese müssen auch wieder Gottes Liebe, Weisheit und Allmacht bezeugen, d.h., es muß, was die Liebe zum Gestalter hat, Liebe ausstrahlen, also als Liebeswerk zu erkennen sein.... Was Gottes Weisheit so entstehen ließ, wie es ist, muß gleichfalls überaus weise anmuten und jede menschliche Vorstellung übertreffen.... wie auch die göttliche Allmacht aus jedem Schöpfungswerk sprechen muß, weil ohne diese nichts entstehen konnte, was geschaffen ist. Wo aber die Liebe, die Weisheit und die Allmacht Gottes einmal tätig war, dort gibt es kein Vergehen dessen, und also gehört unweigerlich dazu der Begriff "ewig". Es kann niemals vergehen, was Gott in Seiner Liebe wollte, in Seiner Weisheit bestimmte und durch Seine Allmacht entstehen ließ.... Gottes Schöpfung ist unvergänglich, d.h., was die Liebe, die Weisheit und die Allmacht Gottes zum Erzeuger hat, muß so vollkommen sein, daß es bestimmt ist für die Ewigkeit. Es kann nur durch göttlichen Willen äußerlich eine Änderung erfahren, die jedoch wieder die Liebe, Weisheit und Allmacht Gottes bedingt, diese Veränderung also niemals ein Auflösen dessen bedeutet, was ist, sondern nur das Erreichen des Zieles, das Gott dem Schöpfungswerk von Beginn gesetzt hat, daß also, da alle Schöpfungswerke einem Zweck entsprechen, jener Zweck nur durch eine Umbildung des Schöpfungswerkes zu erreichen ist. Die Liebe, die Weisheit und die Allmacht Gottes sind unwiderruflich der Urgrund alles Bestehenden und also unweigerlich anzuerkennen, wodurch der Mensch nun seine Gläubigkeit beweiset an ein Gottwesen, Das über alle Maßen vollkommen ist....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde