De bereidheid van het hart voor het goddelijke woord is zo gemakkelijk tot stand te brengen, wanneer de mens in een innig gebed met de hemelse Vader volhardt en om Zijn zegen vraagt. De geringste afleiding van buiten zal het anders bereidwillige mensenkind in een staat van onoplettendheid brengen, maar als diens gedachten zich los willen maken, dan is slechts een innige roep naar de Vader nodig en zijn geest zal sterker worden, opdat hij zich verbindt met de Vadergeest. En dan stroomt de kracht ongehinderd naar hem toe.
De mens getuigt van het goddelijke werkzaam zijn, als hij hetgeen hem toegestuurd wordt aan de medemensen probeert over te dragen en dus in de naam van de Heer spreekt. Hij kan aan de verheerlijking van de goddelijke naam onuitsprekelijk veel bijdragen, als hij er niet voor terugschrikt om bij elke gelegenheid vermelding te maken van het werkzaam zijn en de heerschappij van de eeuwige Godheid, want de wereld is zonder enige kennis hieromtrent, omdat ze niets meer gelooft.
En het zal gebeuren dat niemand het meer zal wagen om over God en Zijn eniggeboren Zoon Jezus Christus te spreken. En de weinigen die nog geloven, zullen uitgestoten worden en men zal proberen hen te verhinderen om de geestelijke rijkdom te verspreiden. Men zal niets onbeproefd laten om de kennis van goddelijke waarheden uit te roeien. En niemand zal het wagen om er tegenin te gaan, want ze vrezen voor degenen, die machtig zijn. En toch moet in deze tijd heel erg ijverig gewerkt worden, opdat de leer van Christus in het geheim verspreid wordt. De verdienste van degene, die de naam van de Heer openlijk belijdt, zal voor de Vader werkelijk groot zijn, want hij strijdt voor de zielen van de medemensen en lijdt ook voor hen, wanneer de Vader in de hemel dit wil.
En het formele zal zich zal zich nu scheiden van de levende aanhangers van de leer van Christus. Want wat daar vorm is, zal niet tegen deze maatregelen standhouden en dus zal elke vorm opgeofferd worden. Men zal zich daar makkelijk van scheiden en wat overblijft is slechts een op zich onevenwichtig gebouw zonder innerlijkheid.
Maar de tijd van degene, die waarachtig in Christus leeft, is gekomen. Hij sluit zich opgewekt aan bij de schare van de strijders van Christus. Zijn geest is vrij, dus hij vreest de verbanning van het lichaam niet. Hij spreekt voor Christus, omdat Christus Zelf door hem spreekt. Hij is niet bedeesd meer, want hij herkent God en de waarheid, dus hij vreest de wereld en haar heersers niet. En er gaat een grote kracht van hem uit, die allen gewaarworden, die van dezelfde geest zijn. Ze zullen zich verenigen en een coalitie vormen en niet meer werelds lijden, maar steeds een gebod zien in de ijverigste zielenarbeid, die ze moeten vervullen, ofschoon ze bedreigd worden met aardse straf.
En nu zal er dus veel zaad opkomen, want de mensheid bevalt de geestloze tijd niet. Ze wordt het wereldse gewoel moe en ontbeert het woord, dat van God getuigt. En zodoende zoekt ze het en zal het ontvangen door de mond van degene, die de Heer onderwezen en uitgezonden heeft te midden van deze hongerende mensen. En het woord zal succes hebben. Het zal de mensen aansporen, van wie het verlangen naar God aanleiding is, dat God in het woord tot hen komt.
En de strijd om de opperheerschappij zal ontbranden. De geestelijke wereld strijdt nu tegen de niet-geestelijke wereld. Er zal geboden en verboden worden. Door de wereldse macht zal het opvolgen van hun wetten geboden worden en al het door God gewilde en al hetgeen God benadrukt zal verboden worden. Er strijden nu twee tegenstanders. Opnieuw strijdt de duisternis tegen het licht, maar het licht zal schijnen en de duisternis doordringen en degene, die in vermetelheid probeert het licht uit te doven, zal verblind worden.
En dit is het geestelijke keerpunt, die degenen, die de geestelijke nood van de huidige tijd herkennen en zich voor het geestelijke welzijn van de medemensen inzetten, mee zullen maken. Want dezen zijn de Heer welkom als strijders. Hij stelt Zijn leger samen en maakt het klaar voor de strijd. Ze zullen strijden met het zwaard van de mond, want de Heer zegent hen en geeft hun kracht en sterkte om te strijden voor Zijn naam.
Amen
VertalerThe heart's readiness for the divine word is so easy to establish if the human being remains in heartfelt prayer to the heavenly father and asks for His blessing. The slightest distraction from outside will put the otherwise willing earthly child into a state of inattention, but if his thoughts want to detach themselves, all that is needed is a heartfelt call to the father and his spirit will be strengthened so that he can unite with the father-spirit.... And thus the strength will flow to him unhindered.
The human being bears witness to divine activity if he tries to convey to his fellow human beings what he has received and thus speaks in the name of the lord. He can contribute unspeakably much to the glorification of the divine name if he does not shy away from mentioning the work and reign of the eternal deity on every occasion, for the world is without any knowledge of it since it no longer believes anything. And it will come that no one will dare to speak of God and His only begotten son Jesus Christ. The few who still believe will be ostracized and people will try to prevent them from spreading the spiritual wealth. No stone will be left unturned to eradicate the knowledge of divine truths. And no-one will dare to speak out against it, for they shy away from the violence of the powerful. And yet at this time we must work particularly diligently so that the teaching of Christ may be spread in secret. Whoever openly confesses the name of the lord will truly be of great merit before the father, for he will fight for the souls of his fellow human beings and also suffer for them if the father in heaven wills it. And now the formal will be separated from the living representative of Christ's teaching. For that which is form will not stand up to these decrees, and thus all form will be sacrificed, it will be easy to separate from it, and all that will remain is a building without substance and without inwardness. But whoever truly lives in Christ, his time has come, he joyfully joins the ranks of Christ's fighters. His spirit is free, so he does not fear the body's banishment; he speaks for Christ, because Christ Himself speaks through him; he is no longer timid, because he regocnizes God and the truth, so he does not fear the world and its rulers. And a great power emanates from him, which is felt by all who are of the same spirit. They will unite and form a coalition, and they will no longer suffer in a worldly way but will always see a commandment in the most eager work of the soul which they must fulfil, even if they are threatened with earthly punishments. And now many a seed will sprout, for humanity does not like the spiritless time, it becomes tired of worldly goings-on and is deprived of the word which testifies to God.... And so it seeks it and will receive it through the mouth of those whom the lord has taught and sent out into the midst of these starving people. And the word will ignite, it will immensely stimulate people whose desire for God is the reason that God comes to them in the word. And the battle for supremacy will break out.... The spiritual world will now fight against the disinherited. It will be commanded and forbidden, commanded by worldly power to obey its laws and forbidden everything God-willing and God-emphasizing. Two opponents are now fighting.... again the darkness fights against the light, but the light will shine and penetrate the darkness, and he will be blinded who in presumption tries to extinguish the light. And this is the spiritual turning point which will be experienced by those who regocnize the spiritual adversity of the present time and stand up for the spiritual well-being of their fellow human beings. For these are welcome to the lord as fighters. He is assembling His army and preparing it for battle.... they will fight with the sword of their mouth, for the lord blesses them and gives them strength and vigour to fight for His name....
Amen
Vertaler