Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Verspreiding van het woord van God – De ziel is onvolmaakt

Het is de geestelijke verbondenheid onder elkaar, die jullie steunt in jullie streven naar de hoogte. U moet alles doorgeven wat u ontvangt en zo werken voor de Heer. De bekendmakingen van boven worden daardoor verspreid en ze zullen ook daar, waar men er verlangen naar heeft, met vreugde aangenomen worden. Het is uitermate leerzaam om deze bekendmakingen in ontvangst te nemen, want de mens zal binnen gevoerd worden in een kennis, die volledige opheldering verschaft over het heersen en werkzaam zijn van God in het gehele universum en het geestelijke leven van Zijn schepselen.

En wanneer de mens zich nu voorstelt, dat alleen de oneindige liefde van God hem zulke kennis geeft, dan moet hij eveneens hetgeen hem gegeven is in liefde doorsturen naar deze medemensen, die behoefte aan de waarheid hebben en er naar hongeren. Daarom brengt God Zelf Zijn schepselen zo samen, zodat iedereen die missie uitvoert, die God Zelf bepaalt.

Zijn mensenkind, dat Hem dienen wil, moet vaak de geest uit God in zich laten spreken en daarom ook alles doen om hetgeen hem toegestuurd wordt, door te geven. Ze moeten een ongewone redenaarsgave ontwikkelen en steeds hun gedachten naar God toekeren, dan worden ze duidelijk in hun gedachten geleid en ze kunnen dus onbezorgd onderwijzend optreden, want het is hun wil om God te dienen.

En de ware godsdienst bestaat hierin, dat Zijn woord verspreid wordt en zo ingang vindt onder de mensheid. Dit heerlijke woord, de grootste genadegave van de Heer, moet in dankbaarheid in ontvangst genomen worden, als het ook dat effect op het mensenkind moet hebben, dat hem door God toebedacht is. En deze kracht uit zich, doordat de mens tot inzicht komt, als hij zich, met de intentie de waarheid te leren kennen, aan het goddelijke woord wijdt.

Het overdragen van de waarheid uit God zal een moeilijk werk voor de mensen zijn. Hun staat echter wel veel geestelijke ondersteuning ter beschikking. En het zal blijken, dat al deze bekendmakingen buitengewoon veel makkelijker in het menselijke hart binnendringen, dan het boek van de Vader, dat weliswaar veel wijsheid in zich bevat, maar een sterke reiniging nodig heeft en dat dus diens kracht gemakkelijk verloren gaat, wat uit de oneindig vele toevoegingen, die enkel en alleen mensenwerk zijn, te herkennen is.

Wanneer nu de onderwijzende mens op aarde tegen weerstanden te strijden heeft, die hem hinderen bij het doorgeven van het goddelijke woord, dan moet hij van tevoren kracht putten uit dit heiligste woord. Hij moet zich zo veel mogelijk vrij proberen te maken van zulke leringen, die hem nog niet voldoende verklaard werden. En proberen alles, wat al geestelijk eigendom was, in overeenstemming te brengen met hetgeen hem geboden werd, maar datgene, wat zich hiermee niet laat verenigen kan hij gerust laten vallen als iets, wat tot nog toe niet opgehelderd is. Hij mag dus het leven in de belichaming als mens niet als het begin van het aardse leven beschouwen, maar hij moet weten, dat zijn ziel al een eindeloos lange weg gegaan is en de goddelijke genade haar nu de mogelijkheid geeft om dat te worden, wat haar bestemming is: tot een kind van God.

Pas de verklaring over de ziel en haar opdracht geeft volledige opheldering over de noodzaak van alle gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis, want anders zou de gewelddadige scheiding van de ziel van het lichaam een ongehoorde wreedheid van goddelijke zijde betekenen of een ongelijke vormgeving van de ziel veronderstellen, die de goddelijke Schepper de mensen bij de geboorte meegeeft, wat echter weer als onrechtvaardig ervaren zou kunnen worden.

Er kunnen buitengewoon verkeerde conclusies getrokken worden, als de gang van de ziel, die ze al afgelegd heeft, niet ingezien wordt en dan kan ook de zuivere waarheid niet aan de mensen, die niet van plan zijn om deze leer van de langzame ontwikkeling van de ziel tot aan de belichaming als mens aan te nemen, gegeven worden. Hun kan nooit opheldering gegeven worden over de eigenlijke bestemming van de schepping en het doel van het aardse leven.

Want wat God in de mens legt, wat Hij Zelf geschapen heeft, is volmaakt. Maar iets volmaakts heeft geen opdracht meer nodig om tot de hoogte te geraken, want het volmaakte heeft de hoogte al bereikt. Dus vanwaar zou de gang door het aardse leven zijn, wanneer het wezen, de ziel, al volmaakt is?! Maar de ziel, die zich in de mens belichaamt, is ver van de volmaaktheid verwijderd, dus niet zo van God uitgegaan, zoals ze aan het begin van de belichaming geaard was. Derhalve moet ze van tevoren al een gang over de aarde afgelegd hebben en de mens moet juist daarover onderricht worden, omdat pas dan de opdracht van de mens op aarde begrijpelijk voor hem wordt.

Daarom moet de leer, die de mensen van boven aangeboden wordt en die pas een zuiver beeld geeft van het belang van het leven op aarde en de toestand van de menselijke ziel voor de belichaming, zonder bezwaar aangenomen worden. En deze kennis moet verspreid worden en de leer moet zonder aarzelen als waarheid aangenomen worden en de mensen zullen dan hun verantwoordelijkheid in het aardse leven herkennen en hun leven in overeenstemming met de goddelijke wil vormgeven.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Verbreiten des Gotteswortes.... Seele ist unvollkommen....

Es ist die geistige Verbundenheit untereinander, die euch fördert in eurem Streben nach der Höhe. Ihr sollt alles weitergeben, was ihr empfanget, und also wirken für den Herrn. Die Kundgaben von oben gelangen dadurch zur Verbreitung, und sie werden auch mit Freuden angenommen dort, wo man Verlangen danach hat. Ungemein lehrreich ist es, diese Kundgaben entgegenzunehmen, denn es wird der Mensch eingeführt in ein Wissen, das lückenlos Aufschluß gibt über das Walten und Wirken Gottes im gesamten Universum und das geistige Leben Seiner Geschöpfe. Und wenn nun der Mensch sich vorstellt, daß nur die unendliche Liebe Gottes ihm solches Wissen vermittelt, so muß er gleichfalls in Liebe das ihm Vermittelte weiterleiten auf jene Mitmenschen, die wahrheitsbedürftig sind und wahrheitshungrig. Es führt daher Gott Selbst Seine Geschöpfe so zusammen, daß ein jedes die Mission ausführt, die Gott Selbst bestimmt. Es muß Sein Ihm dienen-wollendes Erdenkind des öfteren den Geist aus Gott in sich sprechen lassen und daher auch alles tun, um das ihm Zugehende weiterzugeben. Sie müssen eine ungewöhnliche Redegabe entwickeln und stets ihre Gedanken zu Gott wenden, dann werden sie sichtlich geleitet in ihrem Gedankengang und können somit unbedenklich lehrend auftreten, denn ihr Wille ist es, Gott zu dienen. Und der wahre Gottesdienst besteht darin, daß Sein Wort verbreitet wird und also Eingang findet unter der Menschheit. Es muß dieses köstliche Wort, die größte Gnadengabe des Herrn, in Dankbarkeit entgegengenommen werden, soll es auch die Wirkung auf das Erdenkind ausüben, die ihm von Gott zugedacht ist. Und diese Kraft äußert sich, daß dem Menschen die Erkenntnis kommt, so er sich im Willen nach der Wahrheit dem göttlichen Wort hingibt. Es wird das Vermitteln der Wahrheit aus Gott ein schweres Werk sein für die Menschen, jedoch steht ihnen viel geistige Unterstützung zur Verfügung. Und es wird sich zeigen, daß alle diese Kundgaben ungemein leichter eindringen in das menschliche Herz als das Buch der Väter, das wohl viel Weisheit birgt, jedoch einer strengsten Reinigung bedarf, und also dessen Kraft leicht verlorengeht, was aus den unendlich vielen Zusätzen zu erkennen ist, die lediglich Menschenwerk sind. Wenn nun der lehrende Mensch auf Erden Widerstände zu bekämpfen hat, die ihn am Vermitteln des göttlichen Wortes hindern, so muß er zuvor sich Kraft holen aus diesem heiligsten Wort. Er muß sich möglichst frei zu machen suchen von solchen Lehren, die ihm noch nicht genügend erläutert wurden, und alles, was schon sein geistiges Eigentum ist, mit dem ihm Gebotenen in Einklang zu bringen versuchen.... was sich aber nicht damit vereinigen läßt, unbedenklich fallenlassen als bisher Ungeklärtes. Er darf also das Leben in der Verkörperung als Mensch nicht als Beginn des Erdenlebens betrachten, sondern er muß wissen, daß seine Seele schon einen endlos langen Weg gegangen ist und nun die göttliche Gnade ihr die Möglichkeit gibt, zu dem zu werden, was ihre Bestimmung ist, zu einem Gotteskind.... Erst die Erklärung der Seele und ihrer Aufgabe gibt vollsten Aufschluß über die Notwendigkeit aller weltgeschichtlichen Ereignisse, denn sonst würde die gewaltsame Trennung der Seele vom Körper eine unerhörte Grausamkeit bedeuten göttlicherseits oder eine verschiedene Gestaltung der Seele voraussetzen, die der göttliche Schöpfer den Menschen bei der Geburt einverleibt, was aber wieder als Ungerechtigkeit empfunden werden könnte. Es können ungemein irrige Schlüsse gezogen werden, so der Gang der Seele zuvor nicht anerkannt wird, und es kann dann auch nicht die reine Wahrheit den Menschen zugeführt werden, die nicht gewillt sind, diese Lehre der langsamen Entwicklung der Seele bis zur Verkörperung als Mensch anzunehmen. Ihnen kann niemals Aufschluß gegeben werden über die eigentliche Bestimmung der Schöpfung und den Zweck des Erdenlebens. Denn was Gott in den Menschen hineinlegt, was Er Selbst geschaffen hat, ist vollkommen. Etwas Vollkommenes aber bedarf keiner Aufgabe, um zur Höhe zu gelangen, denn das Vollkommene hat die Höhe bereits erreicht. Wozu wäre also der Gang durch das Erdenleben, wenn das Wesen.... die Seele.... schon vollkommen ist?! Die Seele aber, die sich im Menschen verkörpert, ist weit von der Vollkommenheit entfernt, also nicht von Gott so ausgegangen, wie sie bei Beginn der Verkörperung beschaffen ist. Folglich muß sie zuvor schon einen Gang zurückgelegt haben, und es muß der Mensch gerade darüber unterrichtet sein, auf daß ihm die Aufgabe des Menschen auf Erden erst verständlich wird. Also muß die Lehre unbedenklich angenommen werden, die den Menschen geboten wird von oben und die erst ein klares Bild gibt über die Wichtigkeit des Erdenlebens und den Zustand der menschlichen Seele vor der Verkörperung. Und es soll dieses Wissen verbreitet werden und die Lehre als Wahrheit unbedenklich angenommen werden, und es werden dann die Menschen ihre Verantwortung im Erdenleben erkennen und ihr Leben entsprechend formen dem göttlichen Willen gemäß....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde