Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De geest der liefdeloosheid - Het goddelijk ingrijpen

De geest der liefdeloosheid beheerst de aarde en haar bewoners en de tegenstander heeft de zege behaald over ontelbare wezens, wier leven zonder enige liefde is. En nu worden ontelbare mensen de chaos ingedreven, die zijn werk is en die realiseerbaar werd juist door deze liefdeloosheid, die onvoorstelbare haat en tweedracht heeft doen ontbranden onder de mensheid. Alle redelijkheid is van de mensen geweken, want de geest der duisternis leidt ze en hij fascineert ook het denken der mensen of misvormt het zodanig, dat ze niet meer weten wat ze doen.

Maar zelden heeft de mensheid zich zo helemaal aan de wil van de vijand onderworpen, zoals het nu het geval is. En daarom zal ook de tegenmaatregel van bijzondere scherpte moeten zijn, wil er weer een hogere geestestoestand ontstaan en de geestelijke blindheid van de tegenwoordige tijd worden verholpen. De geestelijke nood eist dus een goddelijk ingrijpen en de goddelijke Liefde en Wijsheid heeft een gebeurtenis voorzien om deze nood op te heffen, die weliswaar de mensheid aan de goddelijke Liefde en Wijsheid doet twijfelen, echter nog de enige mogelijkheid is de mensen aan een zekere ondergang te ontrukken. De mensen blijven hardleers, op een andere manier zijn ze niet te bewegen het geloof aan te nemen. En nog veel minder volgen ze het gebod der liefde tot God en de naaste op. En van zijn kant moet de mens tot een juist denken komen, wil hem de nood van de komende tijd bespaard blijven en hem zijn leven op aarde worden gelaten. Want dat, wat God stuurt, zal met onweerstaanbaar geweld over de mensen uitbreken. Niemand zal erop zijn voorbereid, als hij niet al tevoren zich met God heeft verbonden. En er zal een paniek zijn, die alleen God Zelf weer kan afwenden als Hij daar innig om wordt gebeden.

Doch het geloof in God zal de mensen ontbreken. Want zelfs hen, die in het geloof en in de liefde vast staan, zal angstige twijfel overvallen, daar Gods Stem ook door hen duidelijk te horen is. Hun Geest zal wel naar God vluchten, maar de ziel zal ongerust en vreesachtig wachten op de dingen die nog komen. En ze zullen nauwelijks de medemensen troost kunnen brengen en zelf om het geloof moeten worstelen. Maar God zal hen bijstaan, opdat ze niet onzeker worden in het geloof in Hem. Maar zij, die God niet herkennen, zoeken de redding op aarde en ze zullen geen hulp vinden. Ze moeten hun denken veranderen of ze zullen een slachtoffer zijn van de elementen, die God, de Heer, Zelf aanwijst om Hem te dienen.

En er zal een onbeschrijfelijke verwarring zijn, want alleen nog de ergste nood kan veranderend werken op verstokte zondaars. Alleen de angst voor het aardse leven maakt de mensen week en gewillig en bereid om te smeken. Echter zonder gebed kan er geen hulp van boven worden toegewezen, want pas het gebed geeft zekere garantie, dat God Zelf Zich om Zijn kinderen op aarde bekommert en hen zal verlossen uit alle pijn. En de mensen, die alles aan de vernietiging zien prijsgegeven wat hen tot nu als begerenswaardig voorkwam, zal het ogenblik ontzettend lang voorkomen. En toch kan dit moment de mensen niet bespaard blijven, daar alle Liefde en Goedheid van God wordt afgewezen en een andere weg uit geestelijke nood niet begaanbaar is.

Gods Lankmoedigheid heeft dit gebeuren telkens weer uitgesteld, maar uiteindelijk moet Zijn voorspelling worden vervuld. Want de tijd is gekomen, waarin de grootste wilszwakte en ongelovigheid alleen nog deze catastrofe tot gevolg kunnen hebben. De tijd is nabij, die de Heer heeft aangekondigd door Zijn Woord, toen Hij op aarde vertoefde en de mensen op deze tijd van afval van God wees. Want Zijn Woord is eeuwige Waarheid en zal vervuld worden tot op de laatste letter.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Geist der Lieblosigkeit.... Göttliches Eingreifen....

Der Geist der Lieblosigkeit beherrscht die Erde und ihre Bewohner, und es hat der Widersacher den Sieg davongetragen über unzählige Wesen, deren Leben bar jeder Liebe ist. Und es werden unzählige Menschen nun in das Chaos hineingetrieben, das sein Werk ist und das ausführbar wurde eben durch diese Lieblosigkeit, die unvorstellbaren Haß und Zwietracht entfacht hat unter der Menschheit. Es ist alle Vernunft von den Menschen gewichen, denn es leitet sie der Geist der Finsternis, und er nimmt auch das Denken der Menschen gefangen oder verbildet es dergestaltig, daß sie nicht mehr wissen, was sie tun. Es hat wohl selten sich die Menschheit so gänzlich dem Willen des Widersachers untergeordnet, wie es jetzt der Fall ist, und es wird daher auch die Gegenmaßnahme eine selten scharfe sein müssen, soll sich wieder ein höherer Geisteszustand entwickeln und die geistige Blindheit der Jetztzeit behoben werden. Die geistige Not also erfordert ein göttliches Eingreifen, und die göttliche Liebe und Weisheit sieht ein Geschehnis vor zur Behebung dieser Not, das zwar die Menschheit an der göttlichen Liebe und Weisheit zweifeln läßt, jedoch noch die einzige Möglichkeit ist, die Menschen dem sicheren Untergang zu entreißen. Es bleiben die Menschen unbelehrbar, sie sind in anderer Weise nicht zum Annehmen des Glaubens zu bewegen, und noch viel weniger befolgen sie das Gebot der Liebe zu Gott und dem Nächsten.... Und wiederum muß der Mensch zum rechten Denken kommen, soll ihm die Not der kommenden Zeit erspart bleiben und ihm sein Erdenleben belassen werden. Denn es wird mit elementarer Gewalt über die Menschen die göttliche Sendung hereinbrechen, es wird niemand vorbereitet sein, so er nicht schon zuvor sich mit Gott verbunden hat. Und es wird eine Panik sein, die nur Gott Selbst wieder abwenden kann, so Er innig darum gebeten wird. Doch es wird der Glaube an Gott den Menschen mangeln. Denn selbst, die im Glauben und in der Liebe stehen, wird bange Zweifel befallen, da Gottes Stimme auch ihnen vernehmlich hörbar ist. Ihr Geist wird wohl zu Gott flüchten, doch die Seele bangend und verzagt der Dinge harren, die noch kommen. Und sie werden kaum den Mitmenschen Trost bringen können und selbst um den Glauben ringen müssen, doch ihnen wird Gott beistehen, auf daß sie nicht wankend werden im Glauben an Ihn. Doch die Gott nicht erkennen, suchen die Rettung auf Erden, und sie werden keine Hilfe finden. Sie müssen ihr Denken ändern, oder sie werden ein Opfer sein der Elemente, die Gott, der Herr, Selbst anweiset, Ihm zu dienen. Und es wird eine unbeschreibliche Verwirrung sein, denn nur noch die äußerste Not kann verändernd wirken auf verstockte Sünder.... nur die Angst um das Erdenleben macht die Menschen weich und gefügig und zum Bitten bereit. Ohne Gebet jedoch kann keine Hilfszuwendung von oben kommen, denn erst das Gebet gibt sichere Gewähr, daß Gott Selbst Sich Seiner Erdenkinder annimmt und sie erlöset aus aller Pein. Und die Stunde wird entsetzlich lang erscheinen den Menschen, die alles der Vernichtung preisgegeben sehen, was ihnen bisher als erstrebenswert galt. Und doch kann diese Stunde nicht den Menschen erspart bleiben, da alle Liebe und Güte Gottes abgewiesen wird und ein anderer Weg aus geistiger Not nicht gangbar ist. Gottes Langmut hat dieses Ereignis hinausgeschoben noch und noch, endlich aber soll Seine Weissagung Erfüllung finden.... Denn es ist die Zeit gekommen, wo größte Willensschwäche und Glaubenslosigkeit nur noch diese Katastrophe zeitigen kann. Es ist die Zeit nahe, die der Herr angekündigt hat durch Sein Wort, als Er auf Erden weilte und die Menschen auf diese Zeit des Abfalls von Gott hinwies. Denn Sein Wort ist ewige Wahrheit und wird sich erfüllen bis auf den letzten Buchstaben....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde