De geestelijke toestand, die een hervorming van de bestaande levensomstandigheden vereist, moet aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen worden, als de mens voor de komende natuurverschijnselen het juiste begrip op moet kunnen brengen. Er moet aandacht geschonken worden aan de instelling van de mens ten opzichte van God. En er zal zich geen ander oordeel laten vormen, dan dat de mensheid bijna helemaal zonder God leeft. Dat ze wel traditiegetrouw nog over Hem spreekt of Hem uiterlijk nog belijdt, maar dat het eigenlijke leven onafhankelijk van Hem geleid wordt en dat het godsbegrip bijna uitsluitend iets ongeloofwaardigs voor de mens is.
Want steeds is louter de innerlijke instelling ten opzichte van God doorslaggevend, maar niet het formele uiterlijke belijden. En juist die innerlijke instelling is nu uiterste zelden te vinden, zoals God het van de mensen eist. Velen spannen zich in om het wezen van de Godheid te doorgronden, maar ze doen het maar zelden op die manier, dat ze zich om opheldering direct tot Hem wenden.
Dit is de enige en veilige manier, maar deze vragen stellen ze pas dan, wanneer ze al innerlijk positief staan ten opzichte van de eeuwige Godheid. Zolang ze dit echter niet kunnen, piekeren ze er verstandelijk over en komen ze niet tot een uitkomst. Ze hebben dus geen geloof en ze proberen het geloof in het gunstigste geval door verstandelijk onderzoek te vervangen.
Maar deze weg is verkeerd. Om God te herkennen, moet Hij eerst erkend worden. Enkel de God bevestigende instelling kan ook de juiste verhouding tot God tot gevolg hebben. En dit moet innerlijk ervaren worden. Het wezen, dat uit God voortkomt, moet zijn oorsprong herkennen. Het moet de saamhorigheid met God voelen om weer dichter bij Hem te komen.
Maar op dit moment is het menselijke denken ver van het juiste inzicht verwijderd. God is voor de mensen alleen nog maar een idee over een eindeloos veraf staand wezen of daarentegen een door de mensen zelf in het leven geroepen lichtgestalte, die gespeend is van elke waarschijnlijkheid. En dus probeert men ook niet met een zo onbewezen wezen in contact te komen. Men probeert immers veel liever zich van dit idee te bevrijden. Men leeft het leven dus bewust zonder God.
Een vereniging met God kan nooit nagestreefd worden, als men de eeuwige Godheid niet erkent. En er is bijna niets meer in staat het verkeerde denken van de mensen te veranderen. Want alles, wat de mensen aan leed en narigheid overkomt, laat hen niet beseffen, dat deze zendingen juist van deze Godheid, die niet erkend wordt, afkomstig zijn. Ze proberen alles aards, dat wil zeggen aangepast aan het menselijke verstand, te verklaren. En het bestaan van de eeuwige Godheid wordt steeds twijfelachtiger voorgesteld. Steeds weer maakt de mensheid zich van de naar God wijzende gedachten vrij en daardoor geraakt de ziel in een staat, die elke geestelijke vooruitgang in twijfel trekt. (Onderbreking)
VertalerO estado de espírito, que requer uma reforma das condições de vida existentes, deve ser submetido a um exame mais atento, se o homem quiser ter a compreensão correta para os próximos eventos naturais. Antes de mais nada, a atitude das pessoas para com Deus deve ser levada em consideração.... e nenhum outro julgamento pode ser formado a não ser o de que a humanidade vive quase inteiramente sem Deus. Que certamente ainda tradicionalmente fala Dele ou mesmo O professa exteriormente, mas que a vida real é conduzida independentemente Dele e o conceito de Deus significa quase exclusivamente algo inacreditável para as pessoas. Pois só a atitude interior para com Deus é decisiva, não a confissão formal exterior. E é precisamente a atitude mais íntima que só muito raramente se encontra na forma como Deus exige das pessoas. Muitos tentam sondar a essência da Deidade, mas raramente o fazem de tal forma que se voltam diretamente para Ele para a iluminação. Esta é a única maneira segura, mas eles só fazem esta pergunta quando já afirmam interiormente a Deidade.... Mas enquanto não puderem fazer isso, eles refletem intelectualmente sobre isso e não chegam ao resultado. Portanto, eles não têm fé e, no caso mais favorável, procuram substituir a fé pela pesquisa intelectual. Mas este caminho está errado. Para reconhecer a Deus, Ele deve primeiro ser reconhecido. Somente uma atitude de afirmação para com Deus pode levar ao relacionamento correto com Deus. E isto deve ser sentido interiormente.... O ser, que é de Deus, deve reconhecer a sua origem, deve sentir a união com Deus a fim de se aproximar novamente dEle. No entanto, actualmente, o pensamento humano está muito longe da realização correcta. Para as pessoas Deus é apenas o conceito de um ser infinitamente distante ou uma figura de luz trazida à existência pelas próprias pessoas, que carece de toda a probabilidade. E assim não se procura entrar em contacto com um ser tão não provado, antes se tenta libertar-se deste conceito. Vive-se, portanto, a vida conscientemente sem Deus. Uma união com Deus nunca pode ser lutada se não se reconhece a Deidade eterna. E quase nada é capaz de mudar o pensamento erróneo das pessoas. Pois tudo o que vem sobre as pessoas em termos de sofrimento e tristeza não as faz perceber que são transmissões desta mesma Deidade que não é reconhecida. Eles tentam explicar tudo em termos terrenos, isto é, adaptados ao intelecto humano, e a existência da Deidade eterna é cada vez mais questionada, a humanidade liberta-se cada vez mais dos pensamentos que apontam para Deus e, como resultado, a alma cai num estado que põe em causa todo o progresso espiritual.... (interrupção)
Vertaler