Zonder dwang van buitenaf kan een gemeenschap, van wie het enige streven is zich voor de mensen te laten gelden, zich niet vormen. Want waar dit voornemen de hoofdgedachte is, zal het sobere, eenvoudige streven God te dienen, nauwelijks tot zijn recht komen, want dit zal op de medemensen geen indruk maken, terwijl al het uiterlijk herkenbare in vergelijking hiermee voor de medemensen doeltreffend is en dus als alleen waardevol en succesrijk bekeken wordt. Maar hoe meer de mens zich aan uiterlijkheden prijsgeeft, des te meer onderwerpt hij zich ook aan de eisen van degenen, die leiders willen zijn en zich de taak gegeven hebben, aanhangers van hun eredienst, van hun uiterlijke godsdienst, te vinden.
Het is weliswaar onbegrijpelijk, maar helaas te vaak het geval, dat voor de mens de uiterlijke eredienst iets is, wat ze niet willen missen. Ze hebben bepaalde handelingen nodig, die hen pas in een verheven toestand brengen en ze zijn er moeilijk van te overtuigen, dat juist deze eredienst hen hindert bij de ware verbinding met God. Ze houden er met hardnekkigheid aan vast en uiteindelijk dienen ze alleen nog maar de eredienst, maar niet de eeuwige Godheid. Ze hebben er een uiterlijke bevestiging van nodig, dat ze bij een gemeenschap horen. Ze vormen een vertrouwde kring en richten een muur op tussen hen en buiten, want ze beschouwen de medemens alleen dan als hun gelijke, als hij zich aan dezelfde uiterlijke vorm onderwerpt en zich schikt naar de bepalingen, die in hun kring gelden.
En dit is van het grootste nadeel voor de menselijke ziel. De uiterlijke dienst heeft geen waarde voor de ziel. De mens kan elke bepaling nakomen, die door mensen uitgevaardigd werd. Het zal voor de rijpheid van de ziel niet in de geringste mate nuttig zijn, want er ligt een zekere dwang aan elke vervulling ten grondslag. Er wordt eerst iets van de mensen geëist, wat de weg naar God bemoeilijkt. Eerst wordt een gebod van de mensen vervuld, maar God wordt te weinig gezocht.
En daarom zal steeds een groep, waarvan de saamhorigheid naar buiten toe herkenbaar is, niet het juiste doel bereiken. Hij zal een lange tijd nodig hebben, voordat het wezen van de Godheid begrijpelijk voor hem is, want hij zal er steeds op letten, dat hij zichtbaar is in de openbaarheid. Hij zal geen verbinding zoeken met degenen, die ver van hun gemeenschap af staan, maar zich ver van hen weghouden of hij zal zijn streven steeds uiterlijk beter doen uitkomen. Want hij probeert zich sterker te doen gelden en zijn overwicht te bewijzen tegenover degenen, die niet met hem instemmen.
Degene, die gelooft de kennis te hebben, moet ook te midden van de mensen staan. Hij mag zijn kennis niet willen begrenzen tot de beperkte vereniging van individuen en zich afzonderen, dus een gemeenschap willen stichten, waarbij enkel degenen, die dezelfde kennis hebben, zich aansluiten. Hij moet veeleer dat, wat hij gelooft te bezitten, bereidwillig doorgeven. Hij moet proberen deze gemeenschap te vergroten, maar stil en zonder pracht en praal, zonder uiterlijke vormen en zonder dwang. Hij moet enkel dienen. Maar alleen de medemensen en niet de symbolische handelingen als waardevol beschouwen en uiteindelijk deze handelingen als kenteken van de leden van deze gemeente beschouwen.
Al het uiterlijke is alleen maar buitenkant, maar er moet naar de kern verlangd worden. De mensen moeten zich verenigen om God en de naasten te dienen. Dan zullen ze ook de ware kennis hebben en zegenrijk werkzaam zijn, hoewel ze geen uiterlijk herkenbare band aangeknoopt hebben. Ze moeten alleen maar van dezelfde geest zijn, zichzelf en hun waardeloosheid herkennen, proberen hun wezen te veredelen en de medemensen naar vermogen te helpen. Dan is het in waarheid een gemeenschap die de Heer dient en volgens Zijn wil leeft en handelt.
Amen
VertalerSin coerción externa no se puede formar ninguna comunidad cuyo único objetivo existe en afirmarse ante los seres humanos. Porque donde esta intención es la idea básica, el simple, sencillo esfuerzo por servir a Dios tendrá poco impacto, porque esto no tendrá ningún efecto, porque esto no dejará ninguna impresión en los semejantes, mientras que todo lo que se puede ver desde fuera es efectivo para los demás y, por lo tanto, solo esto sea reconocido como valioso y exitoso. Pero cuanto más una persona se centra en las apariencias externas, más se mete en las demandas de aquellos que quieren ser líderes y se han propuesto encontrar seguidores para su culto.... para su adoración externa.
Es realmente incomprensible, pero lamentablemente ocurre con demasiada frecuencia, que el culto externo sea algo de lo que los hombres no quiera prescindir; Necesitan ciertas acciones que los pongan en un estado elevado, y es difícil convencerlos de que es precisamente este culto el que les impide estar verdaderamente conectados con Dios.... Se aferran a esto con tenacidad, y al final sólo sirven al culto, pero no a la Deidad eterna. Necesitan una confirmación externa de que pertenecen a una comunidad.... forman un circulo estrecho y construyen un muro hacia el exterior, porque sólo consideran a sus semejantes como iguales si se someten a las mismas formas externas y a las mismas normas, que se apliquen en su círculo.
Y esto es de gran perjuicio para el alma humana. El servicio externo no tiene valor para ella; Una persona puede cumplir todas las determinaciones que le hayan sido dadas por la gente, pero esto no favorece en lo más mínimo la madurez de su alma, porque detrás de cada cumplimiento hay una cierta compulsión. A los hombres se les exige primero algo que les hace más difícil el camino hacia Dios.... Primero se cumplen los mandamientos humanos, pero no se busca lo suficiente a Dios.
Y por lo tanto, un círculo cuya unidad puede ser reconocida desde fuera no siempre alcanzara realmente su objetivo.... Pasará mucho tiempo antes de que el Ser de la Deidad resulte comprensible, porque siempre estará ansioso por destacarse en público. No buscará conectarse con aquellos que permanecen lejos de su comunidad, sino que se mantendrá alejado de ellos o siempre enfatizará sus aspiraciones ante el mundo exterior. Porque busca afirmarse y lucirse frente a quienes que no están de acuerdo con ello.
Cualquiera que crea estar en la cognición, también debe estar en medio de los semejantes; no debe querer limitar su conocimiento mediante la estrecha asociación de individuos y aislarse, es decir, querer fundar una comunidad que incluya sólo a aquellos que comparten el mismo conocimiento. Más bien, debe transmitir voluntariamente lo que cree poseer, debe intentar de ampliar esta comunidad, pero silenciosamente y sin pompas, sin formas externas y sin coerción.... sólo tiene que servir.... pero sólo a sus otros seres humanos, no considerar las acciones simbólicas como valiosas y, en última instancia, considerar estas acciones como emblemas de pertenencia a esa comunidad.
Todo lo externo es una cáscara, pero el núcleo debe ser deseado, los humanos deben unirse para servir a Dios y al prójimo.... entonces también tendrán el conocimiento correcto y tendrán un efecto beneficioso, aunque no existe ningún vínculo externamente reconocible que los una. Sólo que todos tienen que ser del mismo espíritu, reconocerse a sí mismos y su inutilidad, tratar de ennoblecer su naturaleza y ayudar a sus semejantes lo mejor que puedan. Entonces es verdaderamente una iglesia que sirve al Señor y vive y actúa según Su voluntad....
amén
Vertaler