Het regelmatig opnemen vergroot enerzijds wel de bekwaamheid voor het ontvangen van het goddelijke woord, maar anderzijds bestaat voor het mensenkind in zoverre een zeker gevaar, dat deze gemakkelijk de blijdschap over het ontvangen verliezen kan en dat dus hetgeen aangeboden wordt overeenkomstig veel moeilijker te horen is.
Het opnemen moet met alle zinnen begeerd worden. Ze moet vreugde opwekken en met een dankbaar hart ontvangen worden. En des te vrijgeviger zullen de vrienden in het hiernamaals hun leringen aan de ontvangers aanbieden. Er mag echter geen onverschilligheid of een routineus opnemen plaatsvinden, als de bekendmakingen steeds waardevol moeten zijn en ze het mensenkind gelukkig moeten maken. De gedachten van degene, aan wie zulke kostbare gaven geboden worden, moeten te allen tijde blij naar het moment snakken, dat hem het kostelijkste schenkt: het in alle zuiverheid geboden goddelijke woord.
Hij moet het als genadegave van de grootste waarde opnemen. Hij moet Degene, Die zo’n genade aan een mens doet toekomen, met elke ademtocht bedanken. En hij moet het in de diepste deemoed en de blijste overgave opnemen. Dit moment moet voor hem het kostelijkste zijn, waar op aarde naar verlangd kan worden. Het moet hem gelukkig maken en het hart sneller laten slaan. Het is toch God Zelf, die het mensenkind nabij is en het lichtjes met Zijn adem aanraakt.
En dus is het geboden om eerst echt innig het contact met de goddelijke Heer en Heiland tot stand te brengen, opdat het mensenkind zich bevrijdt van alles, wat hem nog gevangenneemt en er nu in alle deemoed naar verlangt om de stem van de Heer te horen. En als deze verbinding tot stand gebracht is en een innig gebed tot de Vader Hem de bereidheid om te ontvangen en de blijdschap bewezen heeft, zal de bekendmaking hem gemakkelijk en moeiteloos toestromen en zal het dus ook gezegend zijn door de Heer._>Amen
VertalerDas regelmäßige Aufnehmen erhöht wohl einerseits die Empfangsfähigkeit für das göttliche Wort, ist aber andererseits eine gewisse Gefahr für das Erdenkind insofern, daß dieses leicht die Empfangsfreudigkeit verlieren kann und also das Gebotene entsprechend schwerer vernehmbar ist. Es muß die Aufnahme mit allen Sinnen begehrt werden, sie muß Freude auslösen und dankbaren Herzens empfangen werden, und desto gebefreudiger werden die jenseitigen Freunde ihre Lehre dem Empfangenden bieten.... jedoch darf keine Gleichgültigkeit oder gewohnheitsmäßiges Aufnehmen eintreten, sollen die Kundgaben gleichfort wertvoll sein und das Erdenkind beglücken. Wem so kostbare Gabe geboten wird, dessen Gedanken sollen stets und ständig freudig die Stunde herbeisehnen, die ihm das Köstlichste schenkt.... das in aller Reinheit gebotene göttliche Wort.... Er soll es aufnehmen als Gnadengabe von größtem Wert, er soll danken mit jedem Atemzug Dem, Der solche Gnade einem Menschen zuwendet, und er soll es empfangen in tiefster Demut und freudigster Hingabe.... es soll ihm diese Stunde das Köstlichste sein, was auf Erden ersehnt werden kann, es soll ihn beglücken und das Herz höher schlagen lassen, ist doch Gott Selbst dem Erdenkind nahe und streift es mit Seinem Hauch.... Und also ist es geboten, recht innig die Fühlungnahme mit dem göttlichen Herrn und Heiland zuvor herzustellen, auf daß sich das Erdenkind löse von allem es noch Gefangen-Nehmenden und nun in aller Demut begehre, die Stimme des Herrn zu vernehmen. Und so diese Verbindung hergestellt und ein inniges Gebet zum Vater Ihm die Empfangswilligkeit und Freudigkeit bewiesen hat, wird die Kundgabe leicht und mühelos ihm zufließen und also auch gesegnet sein vom Herrn....
Amen
Vertaler