Degene, die in jou werkt, herkent jouw wil en de geest heeft deze wil nodig, als hij zich bekend wil maken en als er aan zijn werkzaam zijn geen tegenstand geboden wordt. Elke geest probeert het omhulsel te doorbreken en als dit hem gelukt is, streeft hij naar de hoogte. Dat omhulsel, dat hem heel vaak gevangenhoudt, is de wil van de mens, als deze mens zich tegen al het geestelijke verzet. En dan is het voor de goddelijke geest in de mens onnoemelijk moeilijk om zich op te laten merken.
Maar als nu de wil zich aan de goddelijke geest onderwerpt, dan is alle tegenstand gebroken en is de opwaartse ontwikkeling van de mens of diens ziel gewaarborgd. En daarom moet de wil eerst buigen. De wil moet zwak en meegaand worden, opdat de geest het kan beteugelen, terwijl de wil daarentegen tot nog toe in al het lichamelijke verlangen sterk en onbuigzaam was.
Maar nu moet de kracht van de wil alleen het geestelijke betreffen. Alles, wat door de wil van de mens tot stand gebracht wordt, moet alleen maar door de geest in hem geleid worden en dan zal elke handeling, elke gedachte en elk woord alleen maar van het geestelijke getuigen en alle lichamelijke wensen zullen op de achtergrond geplaatst worden. En zo wordt de wil van de mens ondergeschikt aan de wil van God. De geest uit Hem komt daardoor vrij, zodat hij een buitengewone werkzaamheid aan de dag kan leggen. En deze werkzaamheid van de geest betreft de meest uiteenlopende onderrichtingen, die nu op velerlei manieren aan de mensen aangeboden worden.
Alle onderrichtingen, die de geest van God aan de mens voorschrijft, zijn zowel in opbouw als qua conclusie zorgvuldig uitgekozen en garandeert inhoudelijk de zuiverste waarheid. En het wordt niet zonder enig plan of zonder doel aangeboden, maar zorgvuldig voorbereid en met een bepaald doel gegeven. En wat voor de één ongewoon en onaannemelijk lijkt, valt voor de ander onmiddellijk te begrijpen. En dit heeft zijn grondslag in de rijpheidsgraad of liefdesgraad van degene, die zulke goddelijke gaven van de geest onderzoekt.
En dit is weer gemakkelijk te verklaren, omdat de boeien van de geest van een liefdevol mens nog slechts zwak zijn, zodat goddelijke zendingen deze zwakke boeien kunnen verbreken en zodat de geest dus de geest vindt. En daarom zal de gevangenbewaarder van het verstand, wat de wil is, zich nooit door de scherpte van het verstand, maar door de goedheid en liefde van het hart onderwerpen. En omdat de goedheid en liefde goddelijk is, zal de wil zich voor het goddelijke buigen en zo de geest bevrijden.
En een bevrijde geest zweeft omhoog. Hij verlaat de huidige nauwheid en beweegt zich nu in alle vrijheid. Hij is voortaan actief werkzaam en spoort de mensen tot liefde aan, omdat hijzelf de liefde als uitgangspunt van al het geestelijke herkent. Hij is enkel waarachter levensvatbaar in de liefde en waar hij zich uit, moet de liefde al wortel geschoten hebben in het hart van de mens, omdat anders een geestelijke uitwisseling niet plaats kan vinden en de mens om deze reden ook niet in staat zou zijn om te ontvangen, want steeds moet de geest tot de geest spreken. Nooit kan een geest zich uiten tegenover een mens, wiens geest zich nog in de vaste boeien van de verkeerde wil bevindt, dus nog niet gewekt is. De geestelijke overdrachten zouden als lege klanken aan de oren van zulke mensen voorbijgaan.
En daarom is in de eerste plaats de wil van de mens nodig om te kunnen ontvangen. De huidige wil, die buitensporig op het wereldse gericht is, moet opgeofferd worden en in deze plaats moet de heilige wil, die de verbinding met de Goddelijkheid zoekt, sterk worden. Hij moet alles, wat van de tegenstander komt, onderdrukken en zich onvoorwaardelijk aan de goddelijke wil onderwerpen. En dus zal ook de geest actief worden en aan de mensen op aarde geven, wat voor hen tot zegen is.
Amen
VertalerAquele que trabalha em vós reconhece a vossa vontade, e o espírito precisa disso se quiser manifestar-se e nenhuma resistência é posta contra o seu funcionamento. Todo o espírito procura romper a casca, e uma vez que tenha conseguido fazê-lo, esforça-se para a altura.... A vontade do ser humano é o disfarce que muitas vezes o mantém preso se ele resistir a tudo o que é espiritual.... E então é inexprimivelmente difícil para o espírito divino no ser humano fazer-se sentir. Mas se a vontade se subordina ao espírito divino, então toda a resistência é quebrada e o desenvolvimento superior do ser humano ou da sua alma é garantido. E assim a vontade deve primeiro dobrar.... a vontade deve tornar-se fraca e ceder para que o espírito a possa controlar, enquanto que, pelo contrário, a vontade era forte e inflexível em todos os desejos corporais até agora.... Mas agora a força da vontade deve ser apenas para o espiritual, tudo o que é alcançado pela vontade do ser humano deve ser dirigido apenas pelo espírito dentro dele, e então cada ação, cada pensamento e cada palavra só testemunhará sempre o espiritual, e todos os desejos corporais se desvanecerão para o fundo. E assim a vontade do ser humano foi subordinada à vontade de Deus, o espírito foi assim libertado dEle para que pudesse desenvolver-se em imensa atividade. E essa atividade do espírito se estende às mais diversas instruções que agora são oferecidas ao ser humano de diversas maneiras. Todas as instruções que o espírito de Deus dita ao ser humano são cuidadosamente selecionadas tanto na estrutura como na escritura e garantem a mais pura verdade no conteúdo, e nada é oferecido ao acaso ou de forma inoportuna, mas cuidadosamente preparado e dado para um propósito específico. E o que parece estranho e inaceitável para um é imediatamente compreensível para outro, e isso tem a sua razão no grau de maturidade ou amor daquele que examina tais dons espirituais divinos. E isso é de novo tão facilmente explicável, afinal, os grilhões do espírito em uma pessoa amorosa são tão fracos que as transmissões divinas podem quebrar esses grilhões fracos e assim o espírito é encontrado ao espírito. E assim, nunca é a agudeza do intelecto, mas a bondade e o amor do coração que subjugarão o carcereiro do espírito. subjugar, e como a bondade e o amor são divinos, a vontade se curvará ao divino e assim libertará o espírito. E um espírito libertado sobe.... Deixa a estreiteza anterior e agora move-se em toda a liberdade.... A partir de agora está activamente empenhada e estimula o ser humano a amar, porque ele próprio reconhece o amor como a origem de todas as coisas espirituais.... só é verdadeiramente viável no amor, e onde ele se expressa o amor já deve estar enraizado no coração do ser humano, caso contrário não pode haver uma troca mental e o ser humano também não estaria receptivo a ele, pois o espírito deve sempre falar com o espírito, o espírito nunca pode se expressar a um ser humano cujo espírito ainda está em firmes laços de uma vontade errada, portanto não despertado.... As transmissões mentais passariam os ouvidos de tal pessoa como som vazio. E, portanto, a vontade do ser humano é necessária em primeiro lugar para poder receber.... A vontade que até agora tem sido demasiado forte no mundo deve ser sacrificada e no seu lugar a vontade santa deve tornar-se forte, que procura a ligação com a divindade.... Deve suprimir tudo o que se opõe e submeter-se incondicionalmente à vontade divina, assim o espírito também se tornará ativo e comunicará ao ser humano terreno o que é uma bênção para ele....
Amém
Vertaler