De negatieve instelling ten opzichte van het werken van de goddelijke geest komt geheel en al overeen met een onvruchtbare streek, een woestenij. Het aardrijk kan een plant geen voedsel geven en er kan dus niets ontstaan, zolang onvermoeibare arbeiders zich niet zullen wagen aan het vruchtbaar maken van de bodem, wat een onbeschrijflijk geduld en volharding vereist en niet in de laatste plaats de zegen van boven.
Zo is het ook met de mens gesteld, aan wie onophoudelijk het evangelie gepredikt wordt, maar waar het op een steenachtige bodem valt. Want op niets, wat de goddelijke liefde zulke mensen toe laat komen, wordt acht geslagen en kan de ziel niet bereiken tot de arbeiders van de Heer verschijnen en met de grootste moeite, geduld en liefde de bodem voorbereiden tot opname van het zaad, dat duizendvoudige vrucht zal dragen.
Het menselijke denken, dat slechts naar het aardse leven toegekeerd is, maar afkerig is van al het geestelijke, lijkt op een kale woestenij. En de zon kan onophoudelijk schijnen, haar stralen kunnen leven opwekkend zijn, maar het zal haar nooit lukken om uit het steenachtige gruis een plant voort te brengen. Zoals ook op dezelfde manier de hoogste geestelijke kennis van een mens niet voldoende zou zijn om deze kennis op een afwijzend, onvoorbereid menselijk wezen, die de goddelijke woorden onverschillig aanneemt, maar er nooit diep in het hart, dat de akker is, die het zaad op moet nemen, over nadenkt, over te kunnen dragen.
En derhalve is het zwaar werk, maar toch moet er mee begonnen worden. Alle arbeiders, die in dienst van de Heer staan, moeten zich ervoor inzetten, dat de braakliggende bodem vruchtbaar gemaakt wordt en met onuitsprekelijk geduld moet hun de liefde van de Schepper voor Zijn schepselen voorgehouden worden tot ze vanzelf de handen uit de mouwen steken en zich inspannen om voor de verdere verspreiding van de goddelijke zaadkorrels zorg te dragen. En het zal heel zwakjes ontkiemen en zal al het tot nog toe levenloze en dode gesteente overwoekeren. En de moeite, liefde en het geduld van de arbeiders zal gezegend zijn, want nieuw leven zal uit de vroegere woestenij van de onwetendheid ontstaan.
En de Heer zal de arbeiders zegenen, die ter wille van Hem het onnoemelijk grote werk aangepakt hebben en daardoor zo vele zielen naar het inzicht geleid hebben en die, ofschoon hun werk bijna uitzichtloos leek, niet moe werden en een woest onvruchtbaar land vruchtbaar maakten. Dat wil zeggen dat ze onwetende, God afwijzende mensen het juiste inzicht gaven en er dus aan bijdroegen, dat die mensen geestelijk niet meer dood en levenloos bleven.
Amen
VertalerLa prédisposition négative envers l’Action de l'Esprit divin correspond entièrement à une région stérile, à un désert. Le terrain ne peut garantir la nourriture à aucune plante, et rien ne peut se lever, tant que des ouvriers fervents ne s’occupent pas de la fertilisation du terrain, chose qui demande une indicible patience et de la persévérance et enfin une Bénédiction d'en haut. C’est vraiment ainsi que sont les choses avec les hommes à qui il est prêché continuellement l'Évangile là où les paroles tombent sur un sol pierreux, parce que tout ce que l'Amour divin fait arriver à de tels hommes est laissé de coté et ne peut pas arriver à l'âme tant que ne se trouvent pas des ouvriers du Seigneur qui, avec la plus grande fatigue, la patience et l’amour aient préparé le terrain pour l'accueil de la semence qui doit porter des fruits par milliers. La pensée humaine ressemble à une dévastation désertique qui est tournée seulement vers la vie terrestre, mais pas vers tout ce qui est spirituel. Et le soleil dont les rayons réveillent à la vie peut briller continuellement, mais ces rayons ne réussiront jamais à faire sortir une plante des pierres, tout comme la connaissance la plus hautement spirituelle d'un homme ne suffirait pas à pouvoir transférer celle-ci sur un être humain non préparé qui la refuserait et qui n'accueillerait pas en tant que participant les Paroles divines, et qui n’a jamais réfléchit profondément dans le cœur ce que doit être le champ qui doit accueillir la semence. C’est donc là un travail difficile et malgré cela il doit être entrepris, tous les ouvriers qui sont au Service du Seigneur doivent s’employer pour cela, pour que le terrain inculte soit rendu fertile, et avec une indicible patience il doit être annoncé devant les créatures l'Amour du Créateur, jusqu’à ce qu’elles-mêmes mettent la main à la tâche et s’efforcent de veiller à la préparation ultérieure du divin grain de semence. Et celui-ci bourgeonnera entièrement délicatement et couvrira toute la pierraille jusqu'à présent sans vie et morte, et l'amour et la patience des ouvriers seront bénis de leur fatigue, parce qu'il se lèvera une nouvelle vie dans le désert de l'ignorance d'autrefois. Et le Seigneur bénira les ouvriers, qui par amour ont entrepris pour Lui l'indicible grand travail et avec cela ils ont guidé beaucoup d'âmes à la connaissance et, même si leurs action semblait presque sans résultat, ils ne se seront pas fatigués pour rien car ils auront rendu cultivable un terrain inculte et désert, c'est-à-dire qu’ils auront transmis la vraie connaissance à des hommes qui ont refusé Dieu et donc ils auront contribué à ce que ces hommes ne restent plus morts et sans défenses en esprit.
Amen
Vertaler